Ziekenhuizen vinden het soms lastig om de voorgeschreven werkwijze voor een vergelijking van dosis met een Diagnostisch Referentie Niveau (DRN Diagnostische Referentieniveaus (Diagnostische Referentieniveaus)) uit te voeren (Bijwaard, 2013). In 2016 hebben studenten 16 ziekenhuizen ondersteund om deze toetsing uit te voeren conform de voorgeschreven werkwijze (NCS Nederlandse Commissie voor Stralingsdosimetrie (Nederlandse Commissie voor Stralingsdosimetrie),2012).

In 2014 is in een pilotproject een toetsing aan DRNs uitgevoerd in acht Nederlandse ziekenhuizen in Noord- en Zuid-Holland en Utrecht. In 2015 is dit uitgebreid naar heel Nederland. Er deden toen 21 ziekenhuizen mee. In 2016 is dit herhaald met een toetsing in 16 ziekenhuizen. Met medewerking van de ziekenhuizen hebben studenten Medische Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken (MBRT) van Hogeschool Inholland, de Fontys Paramedische Hogeschool en de Hanzehogeschool dosismetingen verricht en die conform het voorschrift (NCS Nederlandse Commissie voor Stralingsdosimetrie (Nederlandse Commissie voor Stralingsdosimetrie),2012) met de DRNs vergeleken. Dit project is begeleid door het Lectoraat Medische Technologie van Hogeschool Inholland en het RIVM.

Resultaten

Zestien ziekenhuizen waren bereid de resultaten van de metingen anoniem te delen. In tabel 1 staat een overzicht van de DRNs waaraan getoetst is. Zo zijn in vrijwel alle ziekenhuizen doses bepaald voor longfoto’s bij volwassenen (X-thorax PA) en in een enkel ziekenhuis is dat ook gelukt voor kinderen (MCUG mictie cysto-urethrogram (mictie cysto-urethrogram)).

 
Verrichtingen Aantal ziekenhuizen Aantal toetsingen
Tabel 1: Getoetste DRNs. Let op: in sommige ziekenhuizen zijn enkele verrichtingen op meerdere toestellen aan de DRN Diagnostische Referentieniveaus (Diagnostische Referentieniveaus) getoets.
Mammografie 1 1
CT abdomen 8 8
CTPA CT Pulmonary Angiogram (CT Pulmonary Angiogram) 5 6
CTCA 3 3
X-thorax 14 18
X bekken 8 8
CAG 2 2
MCUG 1 1

In onderstaande figuren en tabellen wordt een overzicht van de resultaten van de toetsingen gegeven. Regelmatig worden daarbij DRNs en streefwaarden overschreden. Met nadruk moet gesteld worden dat een DRN een richtwaarde is die in voorkomende gevallen overschreden mag worden. Een overschrijding kan aanleiding vormen om nader onderzoek te doen.

Figuur 1 geeft een overzicht van de geïnterpoleerde DOP Dosis Oppervlakte Product (Dosis Oppervlakte Product)-waarden (voor een volwassene van 77 kg kilogram (kilogram)) voor de X-thorax PAverrichtingen. Het DRN is in dit geval 12 µGy·m2 en de streefwaarde is 6 µGy·m2. In vrijwel alle gevallen wordt het DRN gehaald en in vrijwel alle gevallen ook de streefwaarde.

 

Figuur 1: DOP-waarden voor X-thorax PA, geïnterpoleerd voor een patiënt van 77 kg, in de deelnemende ziekenhuizen. Het DRN is 12 µGy·m2 en de streefwaarde is 6 µGy·m2.

Voor X-bekken AP Anterior Posterior (Anterior Posterior) zijn de geïnterpoleerde doses weergegeven in figuur 2. Het DRN is voor deze verrichting 300 µGy·m2 en de streefwaarde is 150 µGy·m2. Slechts één ziekenhuis overschrijdt het DRN; de anderen blijven onder de streefwaarde.

 

 Figuur 2: DOP-waarden voor X-bekken AP, geïnterpoleerd voor een patiënt van 77 kg, in de deelnemende ziekenhuizen. Het DRN is 300 µGy·m2 en de streefwaarde is 150 µGy·m2.

Voor CT abdomen zijn de geïnterpoleerde doses weergegeven in figuren 3 en 4. Het DRN is voor deze verrichting 15 mGy milligray (milligray) (CTDI Computed Tomography Dose Index (Computed Tomography Dose Index)) en 700 mGy·cm (DLP Dose Length Product (Dose Length Product)). De streefwaarden zijn 8 mGy (CTDI) en 400 mGy·cm (DLP). In termen van DLP overschrijdt geen enkel ziekenhuis het DRN; drie ziekenhuizen overschrijden de streefwaarde. In termen van CTDI overschrijdt ook geen enkel ziekenhuis het DRN; drie anderen overschrijden de streefwaarde.

 

Figuur 3: DLP-waarden voor CT abdomen, geïnterpoleerd voor een patiënt van 77 kg, in de deelnemende ziekenhuizen. Het DRN is 700 mGy·cm en de streefwaarde is 400 mGy·cm.

 

Figuur 4: CTDI-waarden voor CT abdomen, geïnterpoleerd voor een patiënt van 77 kg, in de deelnemende ziekenhuizen. Het DRN is 15 mGy en de streefwaarde is 8 mGy.

Voor CTPA thorax zijn de geïnterpoleerde doses weergegeven in figuren 5 en 6. Het DRN is voor deze verrichting 10 mGy (CTDI) en 350 mGy·cm (DLP). De streefwaarden zijn 6 mGy (CTDI) en 200 mGy·cm (DLP). In termen van DLP overschrijdt één ziekenhuis het DRN; geen enkel ander ziekenhuis overschrijdt de streefwaarde. In termen van CTDI overschrijdt ook één ziekenhuis het DRN; geen enkel ander ziekenhuis overschrijdt de streefwaarde. 

 

Figuur 5: DLP-waarden voor CTPA thorax, geïnterpoleerd voor een patiënt van 77 kg, in de deelnemende ziekenhuizen. Het DRN is 350 mGy·cm en de streefwaarde is 200 mGy·cm.

 

Figuur 6: CTDI-waarden voor CTPA thorax, geïnterpoleerd voor een patiënt van 77 kg, in de deelnemende ziekenhuizen. Het DRN is 10 mGy en de streefwaarde is 6 mGy.

Voor de andere verrichtingen staan de resultaten samengevat in onderstaande tabellen. 

 
Ziekenhuis DLP(mGy.cm) CTDI (mGy)
Tabel 2: Gemiddelde DLP en CTDI waarden voor CT coronaire angiografie (CTCA). Het DRN is 1000 mGy·cm en 80 mGy. De streefwaarden zijn 300 mGy·cm en 25 mGy.
G 193,45 12,26
K 129,52 19,09
Q 267,22 15,81
 
Ziekenhuis DOP (μG.m2)
Tabel 3: Gemiddelde DOP waarden voor diagnostische coronaire angiografie (CAG). Het DRN is 8000 µGy·m2 en de streefwaarde is 3000 µGy·m2.
G 1379,69
Q 2278,98
 
Ziekenhuis

GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) (mGy)

3 cm

GGD (mGy)

5 cm

GGD (mGy)

7 cm

Tabel 4: Gemiddelde glandulaire dosis (GGD) van mammografie voor verschillende diktes PMMA paramethoxymethamfetamine (paramethoxymethamfetamine) (polymethylmethacrylaat). Het DRN is 1,5/3,0/6,5 mGy voor 3/5/7 cm PMMA en de streefwaarde is 1,0/2,4/5,1 mGy voor 3/5/7 cm PMMA.
K 0,77 1,89 3,16
 
Ziekenhuis DOP (µGy·m2)
Tabel 5: Gemiddelde DOP waarden voor mictie-cysto-urethrografie (MCUG) bij pasgeborenen. Het DRN is 30 µGy·m2 en de streefwaarde is 10 µGy·m2.
F 4,43

Conclusies

De geïnterpoleerde doses van de röntgenopnamen bij volwassenen (X thorax, X bekken, CAG en mammografie) zijn in vrijwel alle gevallen onder het DRN en ook in de meeste gevallen onder de streefwaarde. Voor de verrichtingen met CT geldt hetzelfde; het DRN wordt een enkele keer overschreden en de streefwaarde ook. Voor de verrichtingen bij kinderen is slechts een enkele toetsing uitgevoerd, maar geen overschrijding van het DRN gevonden.

Dankwoord

Onze dank gaat uit naar de deelnemende ziekenhuizen die geheel vrijwillig hun medewerking aan dit project hebben verleend, de hogescholen voor hun ondersteuning en de studenten die de metingen hebben verricht.  

Referenties

  • Bijwaard, H. Inventarisatie van het gebruik van Diagnostische Referentieniveaus voor röntgenstraling in Nederland, RIVM briefrapport 080129001/2013
  • NCS (Nederlandse Commissie voor Stralingsdosimetrie) platform “Stralingsbescherming in het ziekenhuis”. Diagnostische Referentieniveaus in Nederland, NCS rapport 21, 2012