Op deze pagina staan de meetresultaten over het Landelijk Meetnet Grondwaterkwaliteit  2015-2018. De meetresultaten zijn gecatagoriseerd op stof waaronder nitraat, arseen of lood.

Leeswijzer

  • De webrapportage is beschikbaar voor 13 stoffen. 
  • We maken onderscheid tussen ondiep en middeldiep grondwater:
    • Ondiepe grondwater:   ca. 10 meter diepte
    • Middeldiepe grondwater:   ca. 25 meter diepte
  • De resultaten hebben betrekking op de periode 2015-2018. De bemonsteringsstrategie gaat uit van een één-, twee- en vierjaarlijkse meetcyclus. Dit hangt samen met de snelheid waarmee een verandering in de grondwaterkwaliteit verwacht wordt. Over een periode van 4 jaar (2015-2018) zijn alle filters tenminste 1 keer bemonsterd. Voor de filters die meerdere keren zijn bemonsterd wordt een gemiddelde berekend.
  • We presenteren de resultaten voor 2 gebiedsindelingen: op basis van een indeling in ecodistrictgroepen en op basis van een indeling in homogene deelgebieden.
  • Wat laten we zien?
    • Kaarten van Nederland met mediane concentraties per gebied ten opzichte van de grondwaterkwaliteitsnorm.
    • De spreiding in de concentraties, weergegeven in boxplots,  met bijbehorende data in een tabel.
    • Tabellen met aanvullende data:  aantal unieke filters, aantal waarnemingen, percentage waarnemingen onder de rapportagegrens, het percentage waarnemingen boven de norm.

Berekening waterkwaliteit en normen

De volgende stappen zijn genomen om tot een gemiddelde waarde per ecodistrictgroep te komen:

  • De putfilters zijn ingedeeld in ecodistrictgroepen.
  • Waarnemingen onder de rapportagegrens zijn omgezet naar 0.5*de rapportagegrens.
  • Wanneer waarnemingen ontbreken, zijn deze opgevuld d.m.v. niet gewogen interpolatie, namelijk: a) Gemiddelden van vorige- en volgende waarden; of b) Eerste of laatst gemeten waarde.
  • Ontbrekende jaren van een parameter zijn niet aangevuld indien:
    • a) van 2013 t/m 2018 niet is gemeten. D.w.z. er moet van het putfilter minimaal 1 waarneming zijn in de laatste 6 jaar.
    • b) er moet over de tijdreeks van 1984 t/m 2012 per 8 jaar minimaal 1 waarneming zijn (dus maximaal 7 opeenvolgende jaren geen waarneming). De reguliere cyclus van het LMG Landelijk Meetnet Grondwaterkwaliteit (Landelijk Meetnet Grondwaterkwaliteit) is 4 jaar. Een putfilter kan in reparatie zijn, waardoor monstername doorgeschoven kan worden. Vandaar deze (arbitraire) keuze van minimaal eens in de 8 jaar een waarneming.
  • Per putfilter is de gemiddelde nitraatconcentratie berekend voor de 4-jarige periode 2015-2018.
  • Vervolgens is per ecodistrictgroep de gemiddelde concentratie berekend, door de gemiddelden van de 4-jarige periode 2015-2018 te middelen.

De KRW Kaderrichtlijn Water (Kaderrichtlijn Water)-norm voor nitraat is 50 mg/l. In de legenda bij de kaarten is gekozen om de grenzen te leggen bij de helft van de norm en de hele normwaarde.

Welke normen?

De toestand van de grondwaterkwaliteit wordt weergegeven door de berekende gemiddelde concentratie te vergelijken met de norm. Voor de verschillende stoffen die in het LMG worden gemonitord bestaan er verschillende normen die ieder hun eigen toepassing hebben. In deze rapportage is ervoor gekozen de drempelwaarden te gebruiken. De drempelwaarden zijn afgeleid in het kader van de KRW (BKMW Besluit Kwaliteitsdoelstellingen en Monitoring Water (Besluit Kwaliteitsdoelstellingen en Monitoring Water) 2009, 2015) en zijn beschermend voor zowel de toepassing van drinkwater als voor ecosystemen. Drempelwaarden zijn beschikbaar voor arseen, cadmium, nikkel, lood, chloride en fosfaat. Voor nitraat is een EU Europese Unie (Europese Unie) grondwaterkwaliteitsnorm beschikbaar.

In het geval er geen drempelwaarden bestaan (chroom, koper, zink) is een kwaliteitswaarde bepaald o.b.v. de drempelwaardesystematiek. In deze systematiek wordt de drinkwaternorm vergeleken met de JG-MKN (ecologische waarde). De laagste waarde wordt gekozen, zodat beide receptoren beschermd zijn. Deze norm wordt vervolgens vergeleken met de achtergrondconcentratie. Als de achtergrondconcentratie hoger is dan de laagste norm, dan wordt de kwaliteitswaarde gelijk gesteld aan de achtergrondconcentratie.

Voor een aantal stoffen is geen drinkwaternorm, JG-MKN en achtergrondwaarde beschikbaar (aluminium, kalium, NH4, sulfaat). Voor deze stoffen is de indeling gemaakt op basis van de aangetroffen concentraties.

Tabel: normen en waarden grondwaterkwaliteit

 

Drinkwaternorm (Drinkwaterbesluit, 2011)

JG-MKN (BKMW Besluit Kwaliteitsdoelstellingen en Monitoring Water (Besluit Kwaliteitsdoelstellingen en Monitoring Water),2015)

Achtergrond-waarde

Drempelwaarde/EU Europese Unie (Europese Unie) grondwaterkwaliteitsnorm

(BKMW, 2015)

Kwaliteitswaarde (tabel 3.5 Verweij, 2017)

eenheid

Aluminium

200

 

 

 

 

μg/l

Arseen

10

0,5

13,2/18,71

13,2/18,7

 

μg/l

Cadmium

5

0,08-0,25

0,12

0,35

 

μg/l

Chloride

150

 

1601

160

 

mg/l

Chroom

50

3,4

3,3/203

 

3,4/20

μg/l

Koper

2000

2,4

8,8/3,93

 

8,8/3,9

μg/l

Kalium

 

 

 

 

 

 

NH4

0,2

0,304

 

 

 

mg/l

Nikkel

20

20

0,52

20

 

μg/l

Nitraat

50

 

 

50

 

mg/l

Lood

10

7,2

0,22

7,4

 

μg/l

P-totaal

 

 

2/6,91

2/6,9

 

mg/l

Sulfaat

150

100

 

 

 

mg/l

Zink

3000

7,8

138/583

 

138/58

μg/l

 
   

1RIVM rapport 2011 Methodiekontwikkeling Drempelwaarden Grondwater
2RIVM rapport 2008 Advies voor drempelwaarden
3RIVM rapport 2017 Achtergrondconcentraties en kwaliteitscriteria grondwater; gegevens voor antimoon, arseen, barium, cadmium, chroom, kobalt, koper, kwik, lood, molybdeen, nikkel en zink

Bekijk voor de meest actuele toestand- en trendbepaling op basis van het LMG Landelijk Meetnet Grondwaterkwaliteit (Landelijk Meetnet Grondwaterkwaliteit) de recente rapportages.