De gebieden met de hoogste concentraties ammonium zijn de klei- en veengebieden, zowel in het ondiepe als middeldiepe grondwater. De concentratie ammonium-N in grondwater is van nature hoger in deze gebieden, vanwege de afbraak van organisch materiaal. Verder draagt de bovenmatige toevoer van stikstof in landbouwgebieden bij aan verhoogde concentraties ammonium-N in het grondwater.
Inleiding
Voor ammoniumconcentraties in grondwater is de totale stikstofbelasting relevant, maar vooral de processen in de bodem. Ammonium komt vrij bij de afbraak van organische stof. Het positieve ion kan worden gebonden aan kleimineralen. Hoge ammoniumconcentraties in grondwater komen hierom alleen voor wanneer lokaal aanwezig organisch materiaal onder anaerobe omstandigheden wordt afgebroken. Vooral in klei- en veengebieden zijn grote hoeveelheden organisch materiaal aanwezig. De concentratie ammonium in het grondwater is van nature hoger in deze gebieden [1]. Van veengronden is bijvoorbeeld bekend dat hoge ammoniumconcentraties voorkomen in de diepere ondergrond die niet gerelateerd zijn aan de stikstofbelasting aan maaiveld.
De emissies van NOx en ammoniak naar de lucht waren in 2010 respectievelijk 51 % en 66 % lager dan in 1990. Door strengere eisen aan auto’s en emissies uit energiecentrales en fabrieken was er een reductie in NOx. Voor ammoniak komt de reductie door strengere eisen bij de aanwending van dierlijke mest en strengere eisen aan stallen. De stikstofdepositie op natuur komt voor 70 % uit emissies van ammoniak en voor 30 % uit die van NOx [2]. Sinds 1995 is een reductie in de landelijke emissie van totaal-stikstof naar de bodem gemeten. In 1995 was de totale bodememissie 570 miljoen kg (kilogram). Dit is afgenomen tot 75 miljoen kg in 2018 [3].
Toestand
Bij de ecodistrictsgroepen worden de hoogste mediane concentraties ammonium-N in het ondiepe grondwater (ca. 10 meter diepte) aangetroffen in de polders en droogmakerijen. In de zeekleigebieden en laagveengebieden zijn eveneens hoge mediane concentraties ammonium-N gemeten.
Bij de homogene gebieden worden de hoogste mediane concentraties ammonium-N in het ondiepe grondwater gevonden in gras/maïs op zeeklei, akkerbouw op zeeklei en stedelijk gebied in laag Nederland. Ook in gras/maïs op veen is de mediane concentratie relatief hoog.
Bij de ecodistrictsgroepen worden in het middeldiepe grondwater (ca. 25 meter diepte) de hoogste mediane concentraties aangetroffen in de zeekleigebieden en de polders en droogmakerijen. Verder zijn ook in de laagveengebieden en het hoogveengebied relatief hoge mediane concentraties ammonium-N gemeten.
Bij de homogene gebieden worden in het middeldiepe grondwater de hoogste mediane concentraties aangetroffen in akkerbouw op zeeklei. Verder zijn er relatief hoge mediane concentraties in gras/maïs op zeeklei, stedelijk gebied in laag Nederland en gras/maïs op veen.
De gebruikte norm voor ammonium is de drinkwaternorm (zie Tabel 2 in Metingen: waar, wat en hoe?). Vertaald van ammonium naar ammonium-N is de norm 0,156 mg/l. In vrijwel alle ecodistrictsgroepen en homogene gebieden, zowel in ondiep als middeldiep grondwater, is sprake van overschrijdingen van de norm voor ammonium-N.
Bij de ecodistrictsgroepen in het ondiepe grondwater is 100 % van de waarnemingen boven de norm in de laagveengebieden, de polders en droogmakerijen en de zeekleigebieden. Hiernaast zijn er hoge percentages normoverschrijdingen in het hoogveengebied (89 %), de rivierkleigebieden (86 %), de duinen en strandwallen (80 %) en de Gelderse Vallei en Veluwezoom (80 %).
In het middeldiepe grondwater zijn alle waarnemingen boven de norm (100 %) in de duinen en strandwallen, de polders en droogmakerijen en de zeekleigebieden. Verder zijn er hoge percentages normoverschrijdingen in de rivierkleigebieden (96 %), het hoogveengebied (94 %) en de laagveengebieden (93 %).
Bij de homogene gebieden zijn in het ondiepe grondwater alle waarnemingen boven de norm (100 %) in gras/maïs op veen, gras/maïs op zeeklei, akkerbouw op zeeklei en stedelijk gebied in laag Nederland. Daarnaast is het percentage normoverschrijdingen hoog in gras/maïs op rivierklei (93 %) en gras/maïs op moerige grond (89 %).
In het middeldiepe grondwater zijn alle waarnemingen boven de norm (100 %) in bos/natuur op duinzand, gras/maïs op veen, gras/maïs op zeeklei, akkerbouw op zeeklei en stedelijk gebied in laag Nederland. Hiernaast is het percentage normoverschrijdingen hoog in gras/maïs op rivierklei (93 %) en gras/maïs op moerige grond (88 %).
Kaarten, boxplots en tabellen
In de onderstaande uitklapschermen staan de kaarten, boxplots en tabellen voor ammonium 2015-2018.
Ecodistrictgebieden
Kaart 1. Mediane ammoniumconcentratie per gebied in het ondiepe grondwater t.o.v. grondwaterkwaliteitsnorm, ecodistrictgebieden, 2015-2018.
Figuur 1. Spreiding van de mediane ammoniumconcentratie per gebied in het ondiepe grondwater, ecodistrictgebieden, 2015-2018.
Tabel 1. Statistische gegevens bij figuur 1.
Percentiel | 10% | 25% | 50% | 75% | 90% |
---|---|---|---|---|---|
1. duinen en strandwallen | 0,078 | 0,183 | 0,469 | 2,147 | 5,021 |
2. laagveengebieden | 0,400 | 3,431 | 6,372 | 10,321 | 18,281 |
3. polders en droogmakerijen | 0,330 | 3,084 | 13,634 | 21,428 | 37,722 |
4. zeekleigebieden | 0,289 | 3,514 | 10,485 | 17,292 | 29,572 |
5. rivierkleigebieden | 0,025 | 0,293 | 0,909 | 1,993 | 4,381 |
6. beekdalcomplexen | 0,049 | 0,112 | 0,187 | 0,616 | 0,616 |
7. hoogveengebied | 0,069 | 0,694 | 2,200 | 4,369 | 8,304 |
8. Gelderse Vallei en Veluwezoom | 0,025 | 0,784 | 1,180 | 2,868 | 2,892 |
9. oostelijk dekzandgebied met geïsoleerde stuwwallen | 0,025 | 0,052 | 0,270 | 0,535 | 0,896 |
10. keileemgebieden | 0,025 | 0,054 | 0,378 | 1,397 | 2,074 |
11. Utrechtse Heuvelrug en Veluwe | 0,025 | 0,025 | 0,025 | 0,025 | 0,025 |
12. Centrale Slenk | 0,025 | 0,060 | 0,298 | 0,771 | 1,453 |
13. zuidwestelijk zandgebied | 0,025 | 0,049 | 0,232 | 0,570 | 0,995 |
14. Peelhorst en oude rivierterrassen | 0,025 | 0,025 | 0,025 | 0,236 | 0,436 |
15. krijt- en lössgebied | 0,025 | 0,025 | 0,061 | 1,478 | 2,859 |
Tabel 2. Aanvullende data bij de mediane ammoniumconcentratie per gebied in het ondiepe grondwater, ecodistrictgebieden, 2015-2018.
Ecodistrictgroep | Aantal unieke filters | Aantal waarnemingen 2015-2018 | Rapportage-grens (ug/l) | Percentage waarnemingen onder de rapp. grens | Norm (mg N/l) | Percentage waarnemingen boven de norm |
---|---|---|---|---|---|---|
1. duinen en strandwallen | 15 | 45 | NA | NA | 0,156 | 80 |
2. laagveengebieden | 27 | 59 | NA | NA | 0,156 | 100 |
3. polders en droogmakerijen | 17 | 32 | NA | NA | 0,156 | 100 |
4. zeekleigebieden | 41 | 70 | NA | NA | 0,156 | 100 |
5. rivierkleigebieden | 28 | 58 | <0.05 | 10 | 0,156 | 86 |
6. beekdalcomplexen | 9 | 27 | <0.05 | 7 | 0,156 | 67 |
7. hoogveengebied | 19 | 49 | NA | NA | 0,156 | 89 |
8. Gelderse Vallei en Veluwezoom | 10 | 27 | <0.05 | 15 | 0,156 | 80 |
9. oostelijk dekzandgebied met geïsoleerde stuwwallen | 29 | 86 | <0.05 | 27 | 0,156 | 59 |
10. keileemgebieden | 38 | 112 | <0.05 | 23 | 0,156 | 58 |
11. Utrechtse Heuvelrug en Veluwe | 19 | 54 | <0.05 | 78 | 0,156 | 16 |
12. Centrale Slenk | 22 | 60 | <0.05 | 23 | 0,156 | 55 |
13. zuidwestelijk zandgebied | 16 | 48 | <0.05 | 25 | 0,156 | 56 |
14. Peelhorst en oude rivierterrassen | 22 | 63 | <0.05 | 63 | 0,156 | 27 |
15. krijt- en lössgebied | 4 | 8 | <0.05 | 50 | 0,156 | 25 |
Kaart 2. Mediane ammoniumconcentratie per gebied in het middeldiepe grondwater t.o.v. grondwaterkwaliteitsnorm, ecodistrictgebieden, 2015-2018.
Figuur 2. Spreiding van de mediane ammoniumconcentratie per gebied in het middeldiepe grondwater, ecodistrictgebieden, 2015-2018.
Tabel 3. Statistische gegevens bij figuur 2.
Percentiel | 10% | 25% | 50% | 75% | 90% |
---|---|---|---|---|---|
1. duinen en strandwallen | 0,190 | 0,399 | 0,901 | 3,874 | 8,685 |
2. laagveengebieden | 0,041 | 2,854 | 4,165 | 6,572 | 11,434 |
3. polders en droogmakerijen | 0,416 | 2,761 | 7,856 | 13,988 | 30,276 |
4. zeekleigebieden | 0,208 | 3,459 | 7,748 | 10,324 | 19,481 |
5. rivierkleigebieden | 0,086 | 0,449 | 0,772 | 1,285 | 2,205 |
6. beekdalcomplexen | 0,115 | 0,244 | 0,594 | 1,312 | 2,089 |
7. hoogveengebied | 0,060 | 0,726 | 2,393 | 3,428 | 6,647 |
8. Gelderse Vallei en Veluwezoom | 0,032 | 0,069 | 0,437 | 1,493 | 2,814 |
9. oostelijk dekzandgebied met ge飐oleerde stuwwallen | 0,025 | 0,074 | 0,310 | 0,540 | 0,890 |
10. keileemgebieden | 0,025 | 0,206 | 0,350 | 1,797 | 4,053 |
11. Utrechtse Heuvelrug en Veluwe | 0,025 | 0,032 | 0,032 | 0,050 | 0,076 |
12. Centrale Slenk | 0,108 | 0,227 | 0,344 | 0,589 | 1,119 |
13. zuidwestelijk zandgebied | 0,032 | 0,096 | 0,271 | 0,494 | 0,541 |
14. Peelhorst en oude rivierterrassen | 0,032 | 0,140 | 0,276 | 0,522 | 1,000 |
15. krijt- en l鰏sgebied | 0,025 | 0,046 | 0,068 | 0,081 | 0,095 |
Tabel 4. Aanvullende data bij de mediane ammoniumconcentratie per gebied in het middeldiepe grondwater, ecodistrictgebieden, 2015-2018.
Ecodistrictgroep | Aantal unieke filters | Aantal waarnemingen 2015-2018 | Rapportage-grens (ug/l) | Percentage waarnemingen onder de rapp. grens | Norm (mg N/l) | Percentage waarnemingen boven de norm |
---|---|---|---|---|---|---|
1. duinen en strandwallen | 15 | 15 | NA | NA | 0,156 | 100 |
2. laagveengebieden | 27 | 32 | <0.05 | 6 | 0,156 | 93 |
3. polders en droogmakerijen | 17 | 16 | NA | NA | 0,156 | 100 |
4. zeekleigebieden | 37 | 39 | NA | NA | 0,156 | 100 |
5. rivierkleigebieden | 28 | 29 | NA | NA | 0,156 | 96 |
6. beekdalcomplexen | 9 | 14 | NA | NA | 0,156 | 78 |
7. hoogveengebied | 18 | 21 | <0.05 | 5 | 0,156 | 94 |
8. Gelderse Vallei en Veluwezoom | 10 | 10 | <0.05 | 20 | 0,156 | 70 |
9. oostelijk dekzandgebied met geïsoleerde stuwwallen | 28 | 41 | <0.05 | 27 | 0,156 | 64 |
10. keileemgebieden | 37 | 40 | <0.05 | 12 | 0,156 | 78 |
11. Utrechtse Heuvelrug en Veluwe | 17 | 17 | <0.05 | 71 | 0,156 | 6 |
12. Centrale Slenk | 21 | 21 | NA | NA | 0,156 | 81 |
13. zuidwestelijk zandgebied | 16 | 16 | <0.05 | 6 | 0,156 | 56 |
14. Peelhorst en oude rivierterrassen | 22 | 22 | <0.05 | 5 | 0,156 | 68 |
15. krijt- en lössgebied | 3 | 3 | <0.05 | 67 | 0,156 | 0 |
Homogene gebieden
Figuur 3. Spreiding van de mediane ammoniumconcentratie per gebied in het ondiepe grondwater, homogene gebieden, 2015-2018.
Tabel 5. Statistische gegevens bij figuur 3.
Percentiel | 10% | 25% | 50% | 75% | 90% |
---|---|---|---|---|---|
1. bos, natuur/duinzand | 0,078 | 0,146 | 0,187 | 0,349 | 0,349 |
2. gras-mais/veen | 0,567 | 2,788 | 5,581 | 12,330 | 18,281 |
3. gras-mais/zeeklei | 2,134 | 3,519 | 12,170 | 17,292 | 21,828 |
4. akkerbouw/zeeklei | 0,330 | 6,493 | 11,062 | 26,820 | 50,731 |
5. stedelijk geb./antropogeen (laag NL) | 2,070 | 6,167 | 10,734 | 19,323 | 27,350 |
6. gras-mais/rivierklei | 0,046 | 0,305 | 1,142 | 2,779 | 4,381 |
7. gras-mais/zand | 0,025 | 0,049 | 0,338 | 0,860 | 1,931 |
8. akkerbouw/zand | 0,025 | 0,032 | 0,069 | 0,616 | 0,616 |
9. bos, natuur/zand | 0,025 | 0,025 | 0,049 | 0,132 | 0,178 |
10. stedelijk gebied/zand | 0,025 | 0,025 | 0,025 | 0,159 | 0,287 |
11. gras-mais/moerig | 0,052 | 0,720 | 0,939 | 3,043 | 4,295 |
12. stedelijk geb./antropogeen (hoog NL) | 0,025 | 0,102 | 0,611 | 1,453 | 2,868 |
Tabel 6. Aanvullende data bij de mediane ammoniumconcentratie per gebied in het ondiepe grondwater, homogene gebieden, 2015-2018.
Homogeen gebied | Aantal unieke filters | Aantal waarnemingen 2015-2018 | Rapportage-grens | Percentage waarnemingen onder de rapp. grens | Norm (mg N/l) | Percentage waarnemingen boven de norm |
---|---|---|---|---|---|---|
1. bos, natuur/duinzand | 9 | 27 | NA | NA | 0,156 | 67 |
2. gras-mais/veen | 16 | 34 | NA | NA | 0,156 | 100 |
3. gras-mais/zeeklei | 13 | 21 | NA | NA | 0,156 | 100 |
4. akkerbouw/zeeklei | 24 | 41 | NA | NA | 0,156 | 100 |
5. stedelijk geb./antropogeen (laag NL) | 7 | 14 | NA | NA | 0,156 | 100 |
6. gras-mais/rivierklei | 14 | 28 | <0.05 | 7 | 0,156 | 93 |
7. gras-mais/zand | 76 | 222 | <0.05 | 27 | 0,156 | 62 |
8. akkerbouw/zand | 9 | 26 | <0.05 | 31 | 0,156 | 44 |
9. bos, natuur/zand | 47 | 137 | <0.05 | 50 | 0,156 | 21 |
10. stedelijk gebied/zand | 8 | 24 | <0.05 | 71 | 0,156 | 25 |
11. gras-mais/moerig | 9 | 23 | <0.05 | 4 | 0,156 | 89 |
12. stedelijk geb./antropogeen (hoog NL) | 14 | 40 | <0.05 | 22 | 0,156 | 64 |
Figuur 4. Spreiding van de mediane ammoniumconcentratie per gebied in het middeldiepe grondwater, homogene gebieden, 2015-2018.
Tabel 7. Statistische gegevens bij figuur 4.
Percentiel | 10% | 25% | 50% | 75% | 90% |
---|---|---|---|---|---|
1. bos, natuur/duinzand | 0,190 | 0,663 | 0,901 | 4,224 | 8,685 |
2. gras-mais/veen | 0,725 | 2,644 | 3,843 | 6,572 | 7,527 |
3. gras-mais/zeeklei | 0,208 | 3,353 | 5,898 | 8,753 | 15,667 |
4. akkerbouw/zeeklei | 0,416 | 3,748 | 8,103 | 16,354 | 30,276 |
5. stedelijk geb./antropogeen (laag NL) | 1,308 | 2,996 | 5,502 | 15,423 | 24,467 |
6. gras-mais/rivierklei | 0,086 | 0,380 | 0,540 | 1,025 | 1,928 |
7. gras-mais/zand | 0,025 | 0,175 | 0,350 | 0,621 | 1,256 |
8. akkerbouw/zand | 0,077 | 0,264 | 0,288 | 2,390 | 5,261 |
9. bos, natuur/zand | 0,025 | 0,038 | 0,144 | 0,454 | 0,772 |
10. stedelijk gebied/zand | 0,032 | 0,032 | 0,041 | 0,138 | 0,186 |
11. gras-mais/moerig | 0,032 | 0,460 | 1,469 | 2,535 | 2,566 |
12. stedelijk geb./antropogeen (hoog NL) | 0,076 | 0,128 | 0,370 | 2,192 | 2,814 |
Tabel 8. Aanvullende data bij de mediane ammoniumconcentratie per gebied in het middeldiepe grondwater, homogene gebieden, 2015-2018.
Homogeen gebied | Aantal unieke filters | Aantal waarnemingen 2015-2018 | Rapportage-grens | Percentage waarnemingen onder de rapp. grens | Norm (mg N/l) | Percentage waarnemingen boven de norm |
---|---|---|---|---|---|---|
1. bos, natuur/duinzand | 9 | 9 | NA | NA | 0,156 | 100 |
2. gras-mais/veen | 16 | 19 | NA | NA | 0,156 | 100 |
3. gras-mais/zeeklei | 12 | 13 | NA | NA | 0,156 | 100 |
4. akkerbouw/zeeklei | 23 | 24 | NA | NA | 0,156 | 100 |
5. stedelijk geb./antropogeen (laag NL) | 6 | 6 | NA | NA | 0,156 | 100 |
6. gras-mais/rivierklei | 14 | 14 | NA | NA | 0,156 | 93 |
7. gras-mais/zand | 75 | 86 | <0.05 | 13 | 0,156 | 76 |
8. akkerbouw/zand | 9 | 9 | NA | NA | 0,156 | 78 |
9. bos, natuur/zand | 43 | 47 | <0.05 | 32 | 0,156 | 47 |
10. stedelijk gebied/zand | 8 | 8 | <0.05 | 50 | 0,156 | 12 |
11. gras-mais/moerig | 8 | 10 | <0.05 | 20 | 0,156 | 88 |
12. stedelijk geb./antropogeen (hoog NL) | 14 | 17 | NA | NA | 0,156 | 64 |
[1] Van Vliet, M. E., Vrijhoef, A., Boumans, L. J. M., & Wattel-Koekkoek, E. J. W. (2010). De kwaliteit van ondiep en middeldiep grondwater in Nederland: In het jaar 2008 en de verandering daarvan in 1984-2008. RIVM rapport 680721005.
[2] Dassen, T., & Van Veen, M. (2012). Balans van de Leefomgeving 2012. Planbureau voor de Leefomgeving.
[3] Emissieregistratie, 2021. Ter reproductie van de gebruikte grafieken/kaarten, volg de stappen: 1) selecteer “N - Totaal” onder Stof; 2) selecteer alle beschikbare jaren onder Jaar; 3) selecteer Bodem onder Compartiment en 4) klik op “Weergeven in grafiek >” of “Weergeven in kaart >”.