Aluminium komt van nature veel voor in de bodem. Normoverschrijdingen van aluminium in het grondwater komen met name voor in zandgebieden. Het betreft zandgebieden met uiteenlopend landgebruik (bebouwing, akkerbouw, natuur) door heel Nederland. Voornamelijk in het ondiepe grondwater (ca. 10 meter diepte) worden normoverschrijdingen aangetroffen. De lage pH van ondiep grondwater in zandgronden leidt tot het oplossen van aan de bodem gebonden aluminium in grondwater.

Inleiding

Van alle metalen aanwezig in gesteenten is aluminium het meest voorkomende metaal. Aluminium is onder andere aanwezig in de vorm van aluminiumsilicaat (veldspaat). Aluminium is een stof met zowel zure als basische eigenschappen. Door de grote affiniteit voor zuurstof komt aluminium in de natuur alleen in de geoxideerde vorm voor. Hoge concentraties aluminium zijn toxisch voor flora en fauna.

Met name de oplosbaarheid van aluminium bij lage pH-waarden is van belang in de natuur. Bij pH 7 komt aluminium vrijwel niet voor in opgeloste vorm. In gebieden met een geringe buffercapaciteit verzuurt de bodem door atmosferische depositie van stikstof- en zwavelverbindingen, waardoor aluminium oplost. Het opgeloste aluminium kan worden afgevoerd naar het grondwater. Bovendien vormt aluminium complexen met organische stoffen in de bodem, waardoor het in oplossing kan gaan. In zandgebieden is het ondiepe grondwater zuurder dan het middeldiepe grondwater. Hierom worden in zandgebieden in het ondiepe grondwater hogere concentraties aluminium aangetroffen dan in het middeldiepe grondwater. [1]

Toestand

Bij de ecodistrictsgroepen worden de hoogste mediane concentraties aluminium in het ondiepe grondwater (ca. 10 meter diepte) gevonden in de Peelhorst en oude rivierterrassen. Ook in het zuidwestelijk zandgebied zijn hoge mediane concentraties aluminium gemeten.

Bij de homogene gebieden worden de hoogste mediane concentraties aluminium in het ondiepe grondwater gevonden in akkerbouw op zand en stedelijk gebied op zand.

In het middeldiepe grondwater (ca. 25 meter diepte) liggen de mediane concentraties van de ecodistrictsgroepen in dezelfde orde van grootte. Kijkend naar de 75-percentielen zijn de hoogste concentraties aangetroffen in het hoogveengebied, de keileemgebieden en het zuidwestelijk zandgebied.

Ook in het middeldiepe grondwater bij de homogene gebieden liggen de mediane concentraties in dezelfde orde van grootte. De hoogste 75-percentielen zijn aanwezig in akkerbouw op zand en stedelijk gebied op zand. Verder is het 75-percentiel relatief hoog in gras/maïs op moerige grond.

De gebruikte norm voor aluminium is de drinkwaternorm (zie Tabel 2 in Metingen: waar, wat en hoe?). Bij de ecodistrictsgroepen in het ondiepe grondwater zijn met name normoverschrijdingen in het zuidwestelijk zandgebied (44 %) en de Peelhorst en oude rivierterrassen (36 %). Hiernaast zijn er relatief hoge percentages normoverschrijdingen in het hoogveengebied (26 %), de Utrechtse Heuvelrug en Veluwe (26 %) en de beekdalcomplexen (22 %). In het middeldiepe grondwater zijn de percentages normoverschrijdingen het hoogst in de duinen en strandwallen (7 %) en de laagveengebieden (7 %).

Bij de homogene gebieden in het ondiepe grondwater is het percentage normoverschrijdingen het hoogst in stedelijk gebied op zand (38 %). Ook in bos/natuur op zand (23 %) en akkerbouw op zand (22 %) zijn relatief veel overschrijdingen van de norm. In het middeldiepe grondwater zijn de percentages normoverschrijdingen het hoogst in stedelijk gebied in laag Nederland (17 %) en stedelijk gebied op zand (12 %).

Kaarten, boxplots en tabellen

In de onderstaande uitklapschermen staan de kaarten, boxplots en tabellen voor aluminium 2015-2018.  

Naar de leeswijzer bij de resultaten

Ecodistrictgebieden

Kaart 1. Mediane aluminiumconcentratie per gebied in het ondiepe grondwater t.o.v. grondwaterkwaliteitsnorm, ecodistrictgebieden, 2015-2018.

Kaart van Nederland met mediane aluminiumconcentratie per gebied in het ondiepe grondwater in ecodistrictgebieden in de periode 2015-2018

Figuur 1. Spreiding van de mediane aluminiumconcentratie per gebied in het ondiepe grondwater, ecodistrictgebieden, 2015-2018.

Figuur waarop de spreiding van de gebiedsgemiddelde aluminiumconcentratie in het ondiepe grondwater in ecodistrictgebieden in de periode 2015-2018 wordt getoond

Tabel 1. Statistische gegevens bij figuur 1.

Percentiel 10% 25% 50% 75% 90%
1. duinen en strandwallen 5,0 5,0 5,0 13,1 15,0
2. laagveengebieden 5,0 5,0 5,0 11,1 20,0
3. polders en droogmakerijen 5,0 5,0 5,0 5,0 5,0
4. zeekleigebieden 5,0 5,0 5,0 5,0 5,0
5. rivierkleigebieden 5,0 5,0 5,0 5,0 5,0
6. beekdalcomplexen 5,0 5,2 29,0 71,5 71,5
7. hoogveengebied 5,0 18,9 34,1 184,3 207,5
8. Gelderse Vallei en Veluwezoom 5,0 5,0 5,0 6,8 6,8
9. oostelijk dekzandgebied met geïsoleerde stuwwallen 5,0 5,0 5,0 7,5 10,9
10. keileemgebieden 5,0 5,0 26,6 103,5 206,5
11. Utrechtse Heuvelrug en Veluwe 5,0 5,0 7,3 445,7 859,0
12. Centrale Slenk 5,0 5,0 5,0 36,5 58,8
13. zuidwestelijk zandgebied 5,0 6,3 67,2 1665,8 3500,0
14. Peelhorst en oude rivierterrassen 5,0 5,0 131,4 393,3 519,0
15. krijt- en lössgebied 5,0 5,0 5,0 5,0 5,0

 

Tabel 2. Aanvullende data bij de mediane aluminiumconcentratie per gebied in het ondiepe grondwater, ecodistrictgebieden, 2015-2018.

Ecodistrictgroep Aantal unieke filters Aantal waarnemingen 2015-2018 Rapportage-grens (ug/l) Percentage waarnemingen onder de rapp. grens Norm (ug/l) Percentage waarnemingen boven de norm
1. duinen en strandwallen 15 45 <10 78 200 0
2. laagveengebieden 27 59 <10 71 200 0
3. polders en droogmakerijen 17 32 <10 100 200 0
4. zeekleigebieden 41 70 <10 86 200 0
5. rivierkleigebieden 28 58 <10 97 200 0
6. beekdalcomplexen 9 27 <10 41 200 22
7. hoogveengebied 19 49 <10 22 200 26
8. Gelderse Vallei en Veluwezoom 10 27 <10 85 200 0
9. oostelijk dekzandgebied met geïsoleerde stuwwallen 29 86 <10 79 200 0
10. keileemgebieden 38 112 <10 40 200 8
11. Utrechtse Heuvelrug en Veluwe 19 54 <10 48 200 26
12. Centrale Slenk 22 60 <10 67 200 9
13. zuidwestelijk zandgebied 16 48 <10 35 200 44
14. Peelhorst en oude rivierterrassen 22 63 <10 25 200 36
15. krijt- en lössgebied 4 8 <10 100 200 0

Kaart 2. Mediane aluminiumconcentratie per gebied in het middeldiepe grondwater t.o.v. grondwaterkwaliteitsnorm, ecodistrictgebieden, 2015-2018.

Kaart van Nederland met mediane aluminiumconcentratie per gebied in het middeldiepe grondwater in ecodistrictgebieden in de periode 2015-2018

Figuur 2. Spreiding van de mediane aluminiumconcentratie per gebied in het middeldiepe grondwater, ecodistrictgebieden, 2015-2018.

Figuur waarop de spreiding van de gebiedsgemiddelde aluminiumconcentratie in het diepe grondwater in ecodistrictgebieden in de periode 2015-2018 wordt getoond

Tabel 3. Statistische gegevens bij figuur 2.

Percentiel 10% 25% 50% 75% 90%
1. duinen en strandwallen 4,5 5,1 5,2 5,7 5,9
2. laagveengebieden 5,0 5,0 5,0 5,0 5,0
3. polders en droogmakerijen 5,0 5,0 5,0 5,0 5,0
4. zeekleigebieden 5,0 5,0 5,0 5,0 5,0
5. rivierkleigebieden 5,0 5,0 5,0 5,0 5,0
6. beekdalcomplexen 4,5 5,0 5,2 6,0 6,1
7. hoogveengebied 4,5 5,0 5,6 20,4 21,3
8. Gelderse Vallei en Veluwezoom 5,0 5,0 5,0 5,2 5,2
9. oostelijk dekzandgebied met geïsoleerde stuwwallen 5,0 5,0 5,0 5,1 5,2
10. keileemgebieden 4,5 5,0 5,8 20,0 40,0
11. Utrechtse Heuvelrug en Veluwe 4,5 4,5 5,0 5,5 6,1
12. Centrale Slenk 5,0 5,3 5,5 6,0 6,2
13. zuidwestelijk zandgebied 4,5 5,2 6,0 20,4 20,7
14. Peelhorst en oude rivierterrassen 4,5 5,0 5,6 6,4 6,7
15. krijt- en lössgebied 5,0 5,0 5,0 5,0 5,0

 

Tabel 4. Aanvullende data bij de mediane aluminiumconcentratie per gebied in het middeldiepe grondwater, ecodistrictgebieden, 2015-2018.

Ecodistrictgroep Aantal unieke filters Aantal waarnemingen 2015-2018 Rapportage-grens (ug/l) Percentage waarnemingen onder de rapp. grens Norm (ug/l) Percentage waarnemingen boven de norm
1. duinen en strandwallen 15 15 <10 80 200 7
2. laagveengebieden 27 32 <10 91 200 7
3. polders en droogmakerijen 17 16 <10 94 200 0
4. zeekleigebieden 37 39 <10 95 200 0
5. rivierkleigebieden 28 29 <10 100 200 0
6. beekdalcomplexen 9 14 <10 93 200 0
7. hoogveengebied 18 21 <10 57 200 0
8. Gelderse Vallei en Veluwezoom 10 10 <10 90 200 0
9. oostelijk dekzandgebied met geïsoleerde stuwwallen 28 41 <10 98 200 0
10. keileemgebieden 37 40 <10 55 200 3
11. Utrechtse Heuvelrug en Veluwe 17 17 <10 88 200 0
12. Centrale Slenk 21 21 <10 86 200 0
13. zuidwestelijk zandgebied 16 16 <10 56 200 6
14. Peelhorst en oude rivierterrassen 22 22 <10 82 200 5
15. krijt- en lössgebied 3 3 <10 100 200 0

Homogene gebieden

Figuur 3. Spreiding van de mediane aluminiumconcentratie per gebied in het ondiepe grondwater, homogene gebieden, 2015-2018.

Figuur waarop de spreiding van de gebiedsgemiddelde aluminiumconcentratie in het ondiepe grondwater in homogene gebieden in de periode 2015-2018 wordt getoond

Tabel 5.  Statistische gegevens bij figuur 3.

Percentiel 10% 25% 50% 75% 90%
1. bos, natuur/duinzand 5,0 5,0 5,0 15,0 15,0
2. gras-mais/veen 5,0 5,0 5,0 11,8 21,9
3. gras-mais/zeeklei 5,0 5,0 5,0 11,3 15,0
4. akkerbouw/zeeklei 5,0 5,0 5,0 5,0 5,0
5. stedelijk geb./antropogeen (laag NL) 5,0 5,0 5,0 6,9 8,8
6. gras-mais/rivierklei 5,0 5,0 5,0 5,0 5,0
7. gras-mais/zand 5,0 5,0 5,0 48,2 111,8
8. akkerbouw/zand 5,0 42,3 78,0 136,5 204,3
9. bos, natuur/zand 5,0 5,0 21,0 173,8 393,3
10. stedelijk gebied/zand 5,0 36,7 71,6 633,1 743,8
11. gras-mais/moerig 5,0 10,5 12,5 21,9 21,9
12. stedelijk geb./antropogeen (hoog NL) 5,0 5,0 7,3 89,3 193,8

 

Tabel 6. Aanvullende data bij de mediane aluminiumconcentratie per gebied in het ondiepe grondwater, homogene gebieden, 2015-2018.

Homogeen gebied Aantal unieke filters Aantal waarnemingen 2015-2018 Rapportage-grens Percentage waarnemingen onder de rapp. grens Norm (ug/l) Percentage waarnemingen boven de norm
1. bos, natuur/duinzand 9 27 <10 70 200 0
2. gras-mais/veen 16 34 <10 74 200 0
3. gras-mais/zeeklei 13 21 <10 71 200 0
4. akkerbouw/zeeklei 24 41 <10 93 200 0
5. stedelijk geb./antropogeen (laag NL) 7 14 <10 79 200 0
6. gras-mais/rivierklei 14 28 <10 93 200 0
7. gras-mais/zand 76 222 <10 60 200 12
8. akkerbouw/zand 9 26 <10 12 200 22
9. bos, natuur/zand 47 137 <10 47 200 23
10. stedelijk gebied/zand 8 24 <10 12 200 38
11. gras-mais/moerig 9 23 <10 43 200 11
12. stedelijk geb./antropogeen (hoog NL) 14 40 <10 58 200 7

Figuur 4. Spreiding van de mediane aluminiumconcentratie per gebied in het middeldiepe grondwater, homogene gebieden, 2015-2018.

Figuur waarop de spreiding van de gebiedsgemiddelde aluminiumconcentratie in het diepe grondwater in homogene gebieden in de periode 2015-2018 wordt getoond

Tabel 7.  Statistische gegevens bij figuur 4.

Percentiel 10% 25% 50% 75% 90%
1. bos, natuur/duinzand 5,0 5,0 5,4 5,9 5,9
2. gras-mais/veen 5,0 5,0 5,0 5,0 5,0
3. gras-mais/zeeklei 5,0 5,0 5,0 5,0 5,0
4. akkerbouw/zeeklei 5,0 5,0 5,0 5,0 5,0
5. stedelijk geb./antropogeen (laag NL) 5,0 5,0 5,0 6,2 6,2
6. gras-mais/rivierklei 5,0 5,0 5,0 5,0 5,0
7. gras-mais/zand 4,5 5,0 5,2 6,2 6,3
8. akkerbouw/zand 4,5 5,0 5,6 19,5 19,9
9. bos, natuur/zand 4,5 5,0 5,3 6,2 6,7
10. stedelijk gebied/zand 4,5 4,5 5,2 19,8 20,1
11. gras-mais/moerig 4,5 5,2 5,4 15,2 20,8
12. stedelijk geb./antropogeen (hoog NL) 4,5 5,0 5,2 5,6 5,6

 

Tabel 8. Aanvullende data bij de mediane aluminiumconcentratie per gebied in het middeldiepe grondwater, homogene gebieden, 2015-2018.

Homogeen gebied Aantal unieke filters Aantal waarnemingen 2015-2018 Rapportage-grens Percentage waarnemingen onder de rapp. grens Norm (ug/l) Percentage waarnemingen boven de norm
1. bos, natuur/duinzand 9 9 <10 78 200 0
2. gras-mais/veen 16 19 <10 95 200 0
3. gras-mais/zeeklei 12 13 <10 92 200 0
4. akkerbouw/zeeklei 23 24 <10 96 200 0
5. stedelijk geb./antropogeen (laag NL) 6 6 <10 83 200 17
6. gras-mais/rivierklei 14 14 <10 100 200 0
7. gras-mais/zand 75 86 <10 79 200 1
8. akkerbouw/zand 9 9 <10 67 200 0
9. bos, natuur/zand 43 47 <10 83 200 2
10. stedelijk gebied/zand 8 8 <10 62 200 12
11. gras-mais/moerig 8 10 <10 70 200 0
12. stedelijk geb./antropogeen (hoog NL) 14 17 <10 82 200 0

[1] Van Vliet, M. E., Vrijhoef, A., Boumans, L. J. M., & Wattel-Koekkoek, E. J. W. (2010). De kwaliteit van ondiep en middeldiep grondwater in Nederland: In het jaar 2008 en de verandering daarvan in 1984-2008. RIVM rapport 680721005.