Draagvlak voor de maatregelen
Draagvlak kan een belangrijke aanwijzing zijn of mensen maatregelen vol gaan houden of niet. We kijken hier naar de mate waarin mensen achter de maatregelen staan op het moment van invullen van de vragenlijst. Voor veel van de maatregelen is het draagvlak relatief hoog. Van de deelnemers staat 89 tot 94% achter de hygiënemaatregelen, zoals 20 seconden handen wassen en geen handen schudden. Ook voor de maatregelen met betrekking tot het verminderen van contacten (drukte vermijden, zoveel mogelijk thuis blijven, afstand houden en thuiswerken) is het draagvlak hoog (75 tot 92%). Dit geldt ook voor de verschillende quarantainemaatregelen zoals thuisblijven bij verkoudheidsklachten of na nauw contact met een besmet persoon (83 tot 90%). Ook het draagvlak voor het dragen van een mondkapje in de publieke binnenruimte en in het openbaar vervoer is hoog (respectievelijk 84 en 88% staat hier achter). Een relatief lager draagvlak zien we voor de maatregelen ‘een maximum van 2 personen of 1 huishouden binnen en buiten’, ‘sporten met maximaal 2 personen op 1,5 meter afstand’ en ‘ontvang een maximaal aantal bezoekers thuis en houd dan 1,5 meter afstand’ (62 tot 70%).
In deze meetronde is aan de deelnemers gevraagd in hoeverre ze staan achter de landelijke en regionale invoering van bepaalde maatregelen in het geval van toenemende besmettingen. Voor alle maatregelen geldt dat er meer draagvlak is voor regionale invoering dan voor landelijke invoering. Zowel landelijk als regionaal is het draagvlak voor de maatregel ‘verbod op sportactiviteiten binnen’ het hoogst (59 en 65%). Voor ‘het sluiten van winkels’ en ‘het sluiten van middelbare scholen’ is het draagvlak relatief het laagst, zowel landelijk (44% voor beide maatregelen) als regionaal (respectievelijk 52% en 54%).
Verandering in draagvlak
Voor veranderingen in draagvlak over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan alle meetrondes hebben meegedaan. Het gaat hier om het draagvlak voor de maatregelen op het moment van invullen van de vragenlijst. Ten opzichte van de vorige meting is het draagvlak voor de meeste maatregelen gelijk gebleven. Zo is het draagvlak voor de hygiënemaatregelen onveranderd hoog gebleven (rond de 90%). De toename in het draagvlak voor het dragen van een mondkapje in het openbaar vervoer zet ook deze meetronde door (stijging van 19 procentpunt vanaf de vierde meetronde). Ten opzichte van de vorige meting is de grootste verandering in draagvlak te zien voor de maatregel ‘quarantaine na bezoek aan een hoog risicogebied’ welke met 5 procentpunt gestegen is.
Verandering: draagvlak maatregelen
Sla de grafiek Verandering in draagvlak over en ga naar de datatabelDeze grafiek toont de resultaten uit rondes 1 (17-24 april), ronde 2 (7-12 mei), ronde 3 (27 mei-1 juni), ronde 4 (17-21 juni), ronde 6 (19-23 augustus), ronde 7 (30 september - 4 oktober) en ronde 8 (11-15 november). In ronde 5 (8-12 juli) is deze vraag niet gesteld. Tussen meetpunt 4 en 5 zitten dus 9 weken, in plaats van 3.
Wat als de maatregelen langer gaan duren
In de vragenlijst is het draagvlak voor de maatregelen ook uitgevraagd als de maatregelen nog zes maanden zouden duren. Dit geeft de mate weer waarin mensen zichzelf de maatregelen nog voor langere tijd zien volhouden.
Voor vrijwel alle maatregelen daalt het draagvlak als ze langer gaan duren. Het draagvlak voor maatregelen die te maken hebben met beperkingen in samenkomsten, waaronder een beperkt aantal gasten thuis, maximaal 2 personen of 1 huishouden binnen of buiten, zo veel mogelijk thuisblijven en sporten met maximaal 2 personen op 1,5 meter afstand daalt het meest (met 19 tot 14 procentpunt), als ze nog zes maanden gaan duren. De maatregel om niet naar het buitenland te reizen kan ook rekenen op een grote daling in draagvlak (14 procentpunt), als deze nog zes maanden zou duren. Voor de hygiënemaatregelen geldt dat de daling in draagvlak minimaal is: een grote meerderheid blijft hier op de langere termijn even sterk achter staan.
Vaccineren tegen het coronavirus
Deze meetronde is de deelnemers gevraagd of zij zich willen laten vaccineren tegen het coronavirus als er een vaccin is. Van de deelnemers geeft 51% aan zich te willen laten vaccineren, en 5% wil zich laten vaccineren maar wil eerst weten of zij corona hebben gehad. Van de deelnemers geeft 12% aan zich niet te willen laten vaccineren. Daarnaast geeft 1% van de deelnemers aan zich niet te willen laten vaccineren omdat zij al corona hebben gehad. De overige deelnemers (32%) geven aan nog niet te weten of zij zich willen laten vaccineren tegen het coronavirus.