Lukt het mensen om de gedragsregels toe te passen?
Sinds half maart gelden in ons land diverse gedragsregels die erop gericht zijn dat tijdens contacten met anderen het coronavirus niet wordt overgedragen (bijvoorbeeld 1,5 meter afstand houden en de hygiënemaatregelen). Als mensen denken dat de gedragsregels helpen om besmettingen van zichzelf of anderen te voorkómen kan dit hun motivatie versterken. Echter, de huidige situatie vraagt ook veel van mensen: de maatregelen beperken onze vrijheid en mogelijkheden. Dit kan impact hebben op onze mentale, fysieke, en sociale gezondheid. En op de verwachting hoe lang mensen de maatregelen steunen. Deze inzichten helpen de overheid om burgers beter te kunnen ondersteunen en informeren om de gedragsregels op te blijven volgen.
Let op: de vragenlijst is afgenomen tussen 11 en 15 november. In deze periode gold een tijdelijke verzwaring van de gedeeltelijke lockdown (4-18 november). Sommige vragen gaan over het gedrag van deelnemers in de week voor het invullen van de vragenlijst, toen was de tijdelijke verzwaring van de lockdown dus van kracht. Andere vragen gaan over een periode van 6 weken voorafgaand aan het invullen van de vragenlijst. Voor elk onderwerp wordt aangegeven over welke periode de vragen zijn gesteld.
Het gedragsonderzoek van meetronde 8 laat zien dat ‘geen handen schudden’ nog altijd de maatregel is die het meest wordt nageleefd, 99% van de deelnemers zegt geen handen meer te schudden. Van het totaal aantal keren dat mensen in een situatie zijn waarin ze hun handen moeten wassen, doen ze dit gemiddeld in 78% van die situaties. Wanneer ze moeten niezen of hoesten, doen ze dat gemiddeld in 73% van de gevallen in de elleboog. Als we aan mensen vragen hoe vaak per dag ze denken dat ze hun handen wassen, rapporteert 38% dit frequent (vaker dan 10 keer per dag) te hebben gedaan met water en zeep of met desinfecterende handgel. 76% van de deelnemers geeft aan altijd een mondkapje te gebruiken in publieke binnenruimtes. Als we kijken naar maatregelen die het aantal contacten tussen mensen zouden moeten beperken, geeft 91% van de deelnemers aan niet meer dan het maximale aantal mensen op bezoek te hebben ontvangen. 67% van de deelnemers zegt in de week voorafgaand aan het onderzoek drukke plekken te hebben vermeden (niet op een te drukke plek geweest of direct omgekeerd wanneer het ergens wel te druk was). Daarnaast geven deelnemers aan in de week voor het invullen van de vragenlijst gemiddeld 12 keer naar buiten te zijn geweest.
Verandering in het houden aan de gedragsregels
Voor veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan alle meetrondes hebben meegedaan. Het afstand houden lijkt weer beter te gaan. Na een continue afname in de eerste vijf meetronden, is in de laatste drie meetronden een verbetering te zien in het voldoende afstand houden: een toename van bijna 8 procentpunt ten opzichte van de vijfde meetronde. Het aantal deelnemers dat niet op een te drukke plek is geweest, is ten opzichte van de vorige meetronde gestegen met ruim 9 procentpunt. De regel om een maximum aantal bezoekers thuis te ontvangen lijkt, met een toename van bijna 9 procentpunt ten opzichte van meetronde 5, beter te worden nageleefd (NB: wat het maximum aantal bezoekers was, is afhankelijk van de toen geldende maatregel en verschilt dus per meetronde. Naleving wordt berekend volgens de toen geldende maatregel). Het percentage deelnemers dat aangeeft zich te houden aan de hygiënemaatregelen, zoals handen wassen en hoesten of niezen in de elleboog, is stabiel gebleven.
Ten opzichte van de vorige meetronde is het percentage deelnemers dat minimaal 1 keer per week bezoek heeft ontvangen met 60% ongeveer gelijk gebleven. Het aantal keer dat iemand de deur uit ging in de afgelopen 7 dagen is over de tijd niet veel veranderd.
Handen wassen
Aan de deelnemers van het onderzoek is gevraagd om in te schatten hoe vaak ze handen wassen in situaties waarin dat moet. Van de situaties waarin er handen wordt gewassen blijkt dat mensen duidelijk de gewoonte hebben om hun handen te wassen na een toiletbezoek: 93% van de deelnemers geeft aan hun handen dan vaak tot altijd te wassen. Bijna 75% van de deelnemers geeft aan vaak tot altijd hun handen te wassen na thuiskomst. De gewoonte is een stuk minder sterk in de andere situaties, zoals vóórdat mensen naar buiten gaan (37%), als mensen bij anderen op bezoek gaan (63%) of na het snuiten van de neus (65%).
Verandering in het handen wassen
Voor veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan alle meetrondes hebben meegedaan. Voor de meeste situaties zijn er geen grote verschillen ten opzichte van de eerdere metingen omtrent handen wassen.
De dalende trend van deelnemers tussen de eerste en vijfde meetronde die aangeven handen te wassen voordat zij bij iemand op bezoek gaan en wanneer zij weer thuis komen lijkt verder gestabiliseerd in deze meetronde. In de overige gevallen geven de deelnemers aan nog ongeveer even vaak handen te wassen als in het begin van de coronapandemie.
Afstand houden
Het blijft lastig om in een aantal situaties 1,5 meter afstand te realiseren. Met name bij het boodschappen doen en buitenshuis werken of naar school gaan ervaren mensen dat anderen te dichtbij komen. Bij het boodschappen doen rapporteert 21% van de deelnemers dat mensen zelden tot nooit te dichtbij komen. Zo'n 30% geeft aan dat mensen zelden tot nooit te dichtbij komen wanneer zij naar buiten gaan voor werk of school. Bij een feestje (zoals een verjaardag of bruiloft) of bezoek thuis ontvangen gaat het om respectievelijk 50 en 52%.
Thuiswerken
Deze meetronde is gevraagd in hoeverre de deelnemers thuis kunnen werken en dat dan vervolgens ook doen. Van de deelnemers die werk hebben, geeft 35% aan niet thuis te kunnen werken. Dit is hetzelfde gebleven vergeleken met de vorige ronde. Degenen die wel thuis kunnen werken, werken meer dan driekwart (76%) van hun wekelijkse werkuren thuis. Vergeleken met vorige ronde is het percentage uren dat mensen thuis werken met 5 procentpunt gestegen.
Mensen met klachten die zich hebben laten testen
Van de mensen die hebben deelgenomen aan meetronde 8, heeft 38% klachten of in de afgelopen 6 weken klachten gehad die kunnen wijzen op een besmetting met het coronavirus. In de vorige meetronde was dit 35%. Van de mensen met klachten geeft deze ronde 43% aan dat deze klachten (waarschijnlijk) komen door een onderliggende aandoening en 57% heeft nieuwe klachten.
Van de mensen met verkoudheidsklachten heeft 46% zich laten testen. Van de deelnemers met klachten die (waarschijnlijk) niet komen door een andere aandoening, heeft 58% zich laten testen. Van de mensen met klachten die (waarschijnlijk) wel komen door een onderliggende langdurige aandoening, heeft 29% zich laten testen. Van de mensen die zich hebben laten testen heeft 87% dat binnen 4 dagen gedaan en 58% binnen 2 dagen na aanvang van de klachten.
De meeste deelnemers (81%) hebben zich bij de GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) Teststraat laten testen op het coronavirus. 10% van de deelnemers heeft zich via de prioriteitsregeling voor zorgmedewerkers en leraren laten testen bij de GGD Teststraat. Het aantal mensen dat zich buiten de reguliere teststraten heeft laten testen, is verdubbeld van 6 naar 12%.
De meest voorkomende reden die mensen noemen waarom ze zich niet hebben laten testen is dat ze heel milde klachten hebben en denken niet besmet te zijn met het coronavirus (deze reden wordt door 61% genoemd).
Verandering in mensen die zich laten testen met klachten
In de achtste ronde is er een duidelijke stijging te zien van het percentage mensen dat zich laat testen met verkoudheidsklachten (14 procentpunt). Vooral onder mensen met klachten die (waarschijnlijk) niet door een andere onderliggende aandoening komen, is het percentage dat zich heeft laten testen gestegen vergeleken met de vorige ronde (16 procentpunt). Maar ook onder degenen met klachten waarvan ze denken dat een bestaande aandoening de oorzaak is, is het percentage dat zich heeft laten testen toegenomen (9 procentpunt).
Thuisquarantaine
In deze meetronde is voor zes situaties waarbij het advies is om in thuisquarantaine of -isolatie te gaan, gevraagd aan de deelnemers of ze dat ook hebben gedaan:
- Bij klachten
- Bij een positieve coronatest
- Als een huisgenoot koorts heeft of benauwd is met verkoudheidsklachten en zich (nog) niet heeft laten testen
- Als een huisgenoot positief getest is op het coronavirus
- Na een melding van de GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) door nauw contact met een besmet persoon
- Na een melding van de CoronaMelder door nauw contact met een besmet persoon
Bij een thuisquarantaine is de regel dat je thuis moet blijven (met als uitzondering je eigen buitenplaats zoals tuin of balkon) en geen bezoek mag ontvangen.
Bij een positieve coronatest wordt de thuisquarantaine het beste nageleefd. Bij degenen die zelf positief zijn getest, rapporteert 73% thuis te blijven en 98% geen bezoek te ontvangen. Als mensen zelf verkoudheidsklachten hebben die waarschijnlijk niet vanwege een onderliggende aandoening zijn, blijft 31% thuis en ontvangt 67% geen bezoek. Bij degenen die een huisgenoot hebben die positief is getest, rapporteert 57% thuis te blijven en 94% geen bezoek te ontvangen.
Van de mensen die in het kader van bron- en contactonderzoek van de GGD benaderd zijn omdat ze in nauw contact zijn geweest met een besmet persoon is 61% thuis gebleven en 87% heeft geen bezoek ontvangen. Na een melding van de CoronaMelder omdat iemand in nauw contact is geweest met een besmet persoon is 50% van de mensen thuis gebleven en 85% heeft geen bezoek ontvangen.
De belangrijkste reden om uit huis te gaan met verkoudheidsklachten is boodschappen doen, gevolgd door het laten afnemen van een coronatest. Mensen die aangeven alleen voor een coronatest naar buiten te zijn gegaan, worden niet meegerekend in de cijfers over ‘naar buiten gaan in quarantainesituaties’. Een deel (23%) van de deelnemers met klachten gaat naar hun werk. Als huisgenoten klachten hebben of positief getest zijn gaat rond 2 tot 3 op de 10 van de ondervraagden nog boodschappen doen of een frisse neus halen en als iemand gewaarschuwd is door de GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) of CoronaMelder is dit 3 tot 4 op de 10 (cijfers niet in figuur).
Bij ondervraagden die positief zijn getest op het coronavirus daalt het percentage dat naar buiten gaat om boodschappen te doen naar 3% en om te werken naar minder dan 1%. 17% van de mensen gaat wel naar buiten om even een frisse neus te halen (cijfers niet in figuur).
Voorbereiden op thuisquarantaine
Volgens de huidige richtlijnen moeten mensen in bepaalde situaties in thuisquarantaine. Dat kan heel plotseling zijn, bijvoorbeeld als ze ineens verkouden wakker worden of een melding krijgen van de GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) dat ze in nauw contact zijn geweest met een besmet persoon. Aan de deelnemers van het onderzoek is gevraagd in hoeverre ze voorbereid zijn op dit soort situaties.
Een groot deel (74%) van de ondervraagden geeft aan dat ze voldoende boodschappen in huis hebben om een paar dagen vooruit te komen. Daarnaast heeft meer dan de helft (58%) al precies bedacht wie ze kunnen inschakelen om boodschappen te doen als dat nodig is. Andere plannen voor het regelen van praktische zaken (zoals het uitlaten van de hond) en afspraken over het overdragen van werk en mantelzorgtaken buitenshuis hebben minder mensen klaar liggen.
Plannen met feestdagen
Aan de deelnemers van het onderzoek is gevraagd of ze al plannen of ideeën hebben voor het vieren van de feestdagen (Kerstmis en oud & nieuw). 31% van de deelnemers geeft aan dat ze al een idee hebben hoe ze de feestdagen gaan vieren op een aangepaste manier. Een klein aantal van de deelnemers (7%) geeft aan dat ze de feestdagen gaan doorbrengen zoals ze dat altijd gedaan hebben. 8% zegt de feestdagen dit jaar niet te vieren vanwege corona. Van de mensen die al plannen of ideeën hebben, geeft 38% aan dat ze de dagen thuis met gasten, 32% thuis zonder gasten en 34% bij vrienden of familie zullen vieren.