De jongeren die invulden dat ze wel eens of vaker denken aan zelfdoding (13%) kregen in maart 2024 extra vragen over het zoeken naar hulp hierbij. Van de jongeren met zelfdodingsgedachten heeft 42% hulp. Ook wil 4% hulp gaan zoeken en 22% vult in dat ze niet weten waar ze terecht kunnen. Daarnaast krijgt of zoekt 33% geen hulp. Bij al deze groepen geven hun open antwoorden of antwoorden op vervolgvragen inzicht in welke hulp ze willen of waarom ze geen hulp zoeken.

Bronnen van steun bij zelfdodingsgedachten

De jongeren die al hulp krijgen, hebben meestal contact met een psycholoog, maar ook ouders en vrienden zijn belangrijke bronnen van steun (zie grafiek). Bij anders, namelijk… noemen deelnemers andere familie (partner, opa, zusje) en andere hulpverleners (autismecoach, psychiater, ambulant begeleider, kindercoach, crisisdienstmedewerkers). Ook medicatie zien jongeren als bron van hulp.

Onder jongeren die hulp willen zoeken is de voorkeur voor hulp van een psycholoog nog meer uitgesproken dan bij wie al hulp krijgen (zie de grafiek hieronder). 

Degenen die niet weten waar ze terecht kunnen, zijn minder uitgesproken in hun voorkeur. De grafiek hieronder laat zien dat deze groep ook vaker neigt naar een anonieme hulplijn dan de jongeren die al hulp hebben of willen.

Waarom 1 op de 3 jongeren met zelfdodingsgedachten geen hulp zoekt

Voor het antwoord op de vraag waarom een derde van de jongeren met zelfdodingsgedachten geen hulp zoekt, geven hun antwoorden inzicht in hun gedachtegang daarbij of de drempels die ze ervaren. Bij de vraag 'Krijg je hulp voor suicidale gedachten of zou je hulp willen?' gaven 182 jongeren antwoord 'Nee, want...'. De belangrijkste redenen waarom jongeren geen hulp zoeken is dat ze de ernst van hun gedachten relativeren of dat ze het zelf willen oplossen.  

Jongeren die hun gedachtes relativeren zeggen bijvoorbeeld “het was maar even,” “het was niet ernstig” of “het gaat al beter.” Bij een aantal antwoorden klinkt door dat deze jongeren slechts een enkele keer aan zelfdoding dachten. Anderen hebben deze gedachtes wel vaker, maar vinden dat “het normaal is om er af en toe aan te denken,” hopen dat “het vanzelf beter wordt” of zeggen “somberheid hoort erbij voor mij.” 

De tweede grote groep wil geen hulp omdat ze het zelf kunnen of willen oplossen. Deze groep ziet de zelfdodingsgedachten als hun eigen verantwoordelijkheid. Een deel vindt dat ze het zelf wel redden of had weinig aan eerder ontvangen hulp waardoor ze het zelf willen oplossen. Ze zeggen dat “het op dit moment niet nodig is om hier hulp bij te zoeken” of “onnodig, kom er meestal zelf wel uit.” Een paar mensen ervaren voldoende steun vanuit familie. Een ander deel heeft genoeg aan eerder ontvangen hulp om met hun gedachten om te gaan. Ze zeggen "genoeg hulp gehad, ook EMDR, ik kan het zelf nu" en "ik heb eerder hulp gezocht bij een psycholoog en ik weet hoe ik met die gedachten moet omgaan."

Sommige jongeren hebben geen vertrouwen in hulp. Ze zijn overtuigd dat hulp niet gaat helpen. Meestal omdat eerdere hulp niet hielp, waardoor ze soms ook zeggen dat ze het zelf willen oplossen, zoals hierboven beschreven. Een jongere vertelt bijvoorbeeld dat “ik jaren in de jeugdzorg heb gezeten en allerlei/veel niet passende hulp kreeg opgedrongen. Ga ik hulp vragen, willen mensen het wiel helemaal opnieuw uitvinden. Geen behoefte aan.” Een enkeling kreeg hulp die gestopt is omdat het behandeltraject afliep of omdat ze verhuisden. Een ander krijgt nu hulp die ze als niet helpend ervaart. Verder konden 2 deelnemers nergens terecht, waarvan 1 van hen zegt dat “ik om hulp gevraagd heb, maar ze vonden me te jong.” 

Verder geven sommige jongeren aan dat ze zich schamen voor hun zelfdodingsgedachten of er eigenlijk niet op zitten te wachten dat ze moeten praten met anderen. Iemand zegt dat “ik dit liever niet deel,” en iemand anders zegt: “ik zoek hier geen hulp voor, schaam mij voor deze gedachten en houd het voor mezelf.” Een ander “wil het gezeik niet wat komt met hulp vragen,” en nog iemand schrijft dat “ik geen hulp durf te vragen.” 

Dan zijn er nog een paar onderwerpen die maar door een paar mensen genoemd worden. Van de 182 noemen 11 jongeren randvoorwaarden als reden dat ze geen hulp zoeken, zoals dat hulp duur is, ze zelf te druk zijn en dat er wachtlijsten zijn. Er zijn 5 jongeren die geen hulp zoeken omdat ze dat al hebben gedaan. Ze staan op de wachtlijst of hun psycholoog is tijdelijk afwezig. Nog 4 anderen gaan hulp zoeken als de gedachten terugkomen of erkennen dat het wel fijn zou zijn om hulp te krijgen. 

Vergelijkbare uitkomsten onderzoek 113 

113 Zelfmoordpreventie deed onderzoek naar mensen met zelfdodingsgedachten en hun belemmeringen om contact op te nemen met de hulplijn. Deelnemers aan dat onderzoek noemden belemmeringen die sterk overeenkomen met de resultaten hierboven. De link naar het onderzoek staat onderaan de pagina Catalogus onderzoek suïcide Nederland | 113 Zelfmoordpreventie.