De bemonstering van de LMG-meetpunten wordt uitgevoerd volgens een werkinstructie. Hierin staat beschreven wat de veldonderzoekers moeten doen vanaf de voorbereiding tot het vervoer van de watermonsters naar het laboratorium.

Het gaat om de volgende werkzaamheden:

  • Voorbereiding

Voordat we beginnen, doen we voorbereidingen in het veld. We meten bijvoorbeeld de hoogte van de beschermkoker en de peilbuisdiepte. Dat doen we om op een later moment te controleren of de data bij het juiste meetpunt staat. (zie Kwaliteit en Controle)

  • Schoonspoelen

Voordat we monsters nemen uit de put, pompen we de put goed door. Dat doen we om schoon grondwater te kunnen bemonsteren.

  • Monstername

We nemen watermonsters voor de verschillende laboratoriumanalyses.

  • Veldmetingen

Na de monstername doen we enkele veldmetingen. We meten de zuurgraad (pH, elektrische geleidbaarheid (EC European Commission (European Commission)), zuurstof en bicarbonaat van het water. Dat doen we in het veld, omdat deze waarden na monstername door de omstandigheden kunnen veranderen in het watermonster.

  • Conserveren en vervoer

Om te voorkomen dat de kwaliteit van de watermonsters minder wordt, conserveren we de monsters in het veld. Daarna sturen we de monsters naar het laboratorium.

Laboratoriumanalyses

In het laboratorium worden de watermonsters van de bemonsterde LMG Landelijk Meetnet Grondwaterkwaliteit (Landelijk Meetnet Grondwaterkwaliteit)-putten geanalyseerd. Hier worden de volgende stoffen/ componenten bepaald: 

  • macrocomponenten: nitraat, sulfaat, ammonium, chloor, kalium, natrium, magnesium, calcium, ijzer, mangaan, totaal fosfor en opgelost organisch koolstof. 
  • anorganische microcomponenten: barium, strontium, zink, aluminium, cadmium, nikkel, chroom, koper, arseen en lood. 

Kwaliteit en controle

We controleren en beoordelen de kwaliteit van de grondwatergegevens die we in het LMG verzamelen met het validatieprotocol dat bij de start van het LMG is ontwikkeld. Het validatieprotocol is een soort checklist, waarbij onder andere de volgende controles worden uitgevoerd:

  • Komt de meetopstelling (diepte, coördinaten, et cetera) overeen met de gegevens zoals bij ons bekend? 
  • Zijn er afwijkingen gevonden tijdens de bemonstering? 
  • Is de data volledig? 
  • Zijn er afwijkingen in de chemische samenstelling van het monster?  
  • Komen de metingen overeen met wat logisch is op basis van metingen uit het verleden?

Het validatieprotocol is sinds de start van het LMG steeds verder verbeterd. Het vormt de basis voor het KRWQC-protocol. Dat is het gezamenlijke validatieprotocol van het platform meetnetbeheerders.