De Nederlandse overheid vindt het belangrijk dat de kwaliteit van het grondwater goed blijft. Om deze kwaliteit te monitoren is in 1979 het Landelijk Meetnet Grondwaterkwaliteit (LMG Landelijk Meetnet Grondwaterkwaliteit (Landelijk Meetnet Grondwaterkwaliteit)) opgericht.

Het RIVM is verantwoordelijk voor de manier waarop de waterkwaliteit gemeten wordt. Dit heet de meetstrategie. Ook gaat het RIVM over de controle en analyse van de data, en de rapportage. De veldonderzoekers van het RIVM nemen de watermonsters voor het LMG Landelijk Meetnet Grondwaterkwaliteit (Landelijk Meetnet Grondwaterkwaliteit). De laboratoriumanalyses worden gedaan door Eurofins Omegam.

Meerdere doelen

Het LMG heeft gegevens over de grondwaterkwaliteit over ongeveer 40 jaar. Deze gegevens worden voor meerdere doelen binnen het RIVM gebruikt:

De LMG-gegevens worden ook voor doelen buiten het RIVM gebruikt, zoals beleidsevaluaties, wettelijke (Europese) verplichtingen en onderzoek. Ook dienen ze als referentiedata bij resultaten van andere meetnetten of modelstudies. Dat betekent dat ze worden gebruikt om andere data beter te kunnen begrijpen.

De meetpunten van het LMG worden ook ingezet bij andere onderzoeken. Zo gebruikte het RIVM de putten in 2021 om een landelijk beeld van PFAS Per- en polyfluoralkylstoffen (Per- en polyfluoralkylstoffen ) in grondwater te maken.

Andere meetnetten

Alle provincies hebben sinds 1989 een eigen Provinciale Meetprogramma Grondwaterkwaliteit (PMG) opgericht. In de PMG’s worden zowel putten van het LMG als provinciale putten gebruikt.

Naast het LMG en de PMG’s bestaat er een meetprogramma voor de Kaderrichtlijn water (KRW Kaderrichtlijn Water (Kaderrichtlijn Water)). De KRW is een Europese richtlijn voor de kwaliteit van het oppervlaktewater en grondwater. Nederland is verplicht om de kwaliteit van deze wateren te monitoren. Dat gebeurt met het Kaderrichtlijn Water Monitoringsprogramma Grondwaterkwaliteit (KMG). Het KMG gebruikt een deel van de LMG-putten en een deel van de provinciale putten.

Het is belangrijk dat de verschillende organisaties de grondwaterkwaliteit zoveel mogelijk op dezelfde manier monitoren. Daarom is er regelmatig overleg tussen het RIVM en de provincies. Dat gebeurt in het platform meetnetbeheerders bodem en grondwaterkwaliteit.