In veel onderzoeken gebruikt het RIVM de Levenscyclus Analyse (LCA Life Cycle Analyses (Life Cycle Analyses)). Vaak worden de LCA over milieubelasting van voedingsmiddelen gebruikt in combinatie met gegevens uit de Voedselconsumptiepeiling (VCP) en de studie European Prospective Investigation into Cancer and Nutrition-Nederland (EPIC-NL). Hieronder geven we een beknopte samenvatting van de meeste recente onderzoeken weer. 

De verhouding dierlijk en plantaardig voedsel, eiwitten en milieubelasting (2023)

Tussen 2012 en 2016 aten we in Nederland ongeveer evenveel plantaardig als dierlijk voedsel. De Nederlandse bevolking kreeg in die periode per dag meer dierlijke eiwitten binnen (61%) dan plantaardige (39%). De belangrijkste eiwitbronnen waren vlees, brood, granen, pasta en rijst en zuivel. Meer dan de helft van de plantaardige eiwitten kregen we binnen via brood en andere graanproducten. Wat de milieubelasting betreft waren de consumptie van vlees, kaas en zuivel de belangrijkste bronnen voor de uitstoot van broeikasgassen, landgebruik, verzuring en vermesting van zoet- en zoutwater. De consumptie van fruit en olijven, vruchten- en groentesappen, koffie en thee en vlees waren de belangrijkste bronnen voor het waterverbruik. Het RIVM heeft voor dit onderzoek informatie uit de Voedselconsumptiepeiling van 2012-2016 en de Database milieubelasting voedingsmiddelen van het RIVM gebruikt. Komend jaar krijgt dit onderzoek een update met VCP Voedselconsumptiepeiling (Voedselconsumptiepeiling)-gegevens uit 2019-2021.

Effecten van sterk bewerkt voedsel op milieu en gezondheid (2023)

De nadelige gezondheidseffecten van het eten van sterk bewerkt voedsel en drank zijn goed gedocumenteerd, maar de milieubelasting van dit voedsel is nog nauwelijks onderzocht. De LCA Life Cycle Analyses (Life Cycle Analyses)-gegevens zijn in deze studie gebruikt om in het EPIC-NL-cohort de associatie tussen de consumptie van sterk bewerkt voedsel en dranken en de milieubelasting te onderzoeken.
Een hogere consumptie van sterk bewerkte dranken, zoals frisdranken en alcoholische dranken, is gerelateerd aan meer milieubelasting vergeleken met een lagere consumptie van. Het meer eten van sterk bewerkt voedsel gaat gepaard met minder milieubelasting. Het verminderen van de consumptie van sterk bewerkt voedsel en dranken kan de milieueffecten verlagen. Het vervangen van sterk bewerkt voedsel door onbewerkt voedsel kan onbedoelde negatieve effecten op het milieu hebben, namelijk een hogere milieubelasting.

 

Blauw water verbruik van het Nederlandse voedingspatroon: waterschaarste en herkomst (2020)

Landbouw is, als grootste gebruiker van blauw water, verantwoordelijk voor ongeveer 70% van de wereldwijde waterschaarste. Naast de hoeveelheid waterverbruik voor de voedselproductie, is ook de locatie van waterverbruik belangrijk voor het in kaart brengen van lokale waterschaarste. In deze publicatie zijn de LCA Life Cycle Analyses (Life Cycle Analyses)-gegevens gebruikt om het waterverbruik en locatie van waterverbruik te berekenen voor het gemiddelde Nederlandse voedingspatroon voor personen tussen de 19 en 79 jaar. Het waterverbruik is voor mannen 160 liter en voor vrouwen 153 liter per dag. Vergelijkbaar met een kliko van 120 liter is dit ongeveer 30 tot 40 liter meer dan een volledig gevulde kliko met water. Wat we in Nederland eten gaat ten koste van de watervoorraad in Nederland zelf, maar ook in landen waar waterschaarste heerst. Denk aan Spanje, Zuid-Afrika, Chili, India en de Verenigde Staten. 

Milieubelasting van Nederlandse voedselconsumptie (2019)

De LCA Life Cycle Analyses (Life Cycle Analyses)-gegevens zijn in deze studie gebruikt om milieugegevens te verbinden aan gegevens over de dagelijkse voedselconsumptie in Nederland. Voor de Nederlandse voedselconsumptie in 2012-2016 is in kaart gebracht wat de milieubelasting per dag is. Ook is gekeken naar welke consumptiemomenten en voedingsmiddelen de grootste bijdrage leveren aan de dagelijkse milieubelasting. De Nederlandse voedselconsumptie is met informatie over leeftijd, geslacht en consumptiemoment beoordeeld op de milieu en gezondheidsinvloed. Voor broeikasgasemissies zijn de belangrijkste voedingsgroepen vlees, zuivel en dranken en voor (blauw) watergebruik dranken, noten en fruit. Tot slot: gezondere voedingspatronen volgens de Richtlijn Gezonde Voeding 2015 hebben gemiddeld een lagere broeikasgasemissie en een hoger (blauw) watergebruik. 

Worden onze voedingspatronen gezonder en duurzamer? (2019)

Inzichten van het Europese prospectieve onderzoek in kanker en voeding – Nederland (EPIC-NL)-cohort

De LCA Life Cycle Analyses (Life Cycle Analyses)-gegevens zijn in deze studie gebruikt om verschillen in de emissies van broeikasgassen door voedselconsumptie in kaart te brengen. De EPIC-NL-studie heeft 40.000 Nederlanders, vanaf 1993 tot 1997, voor een periode van 20 jaar gevolgd. Er is gekeken naar het verschil in voedselconsumptie en de gezondheid hiervan. De broeikasgasemissie nam onder mannen toe met 5% per 1000 kcal kilocalorie (kilocalorie) en bleef onder vrouwen gelijk. Dit kwam vooral door de verhoogde consumptie van (schaaldieren)vis, noten(pasta), zaden, gevogelte en rood vlees met een hogere broeikasgasemissie, zoals rund. De broeikasgasemissie van de consumptie van totaal plantaardige voeding nam voor mannen en vrouwen licht toe. Tot slot: een lagere consumptie van dierlijke voedingsmiddelen is nodig om gezondere en duurzame voedingspatronen te krijgen. 

Gezonde voedingspatronen met een verminderde milieubelasting? (2017)

De broeikasgasemissie van verschillende voedingspatronen welke voldoen aan de Nederlandse voedingsrichtlijnen

De LCA Life Cycle Analyses (Life Cycle Analyses)-gegevens zijn in deze studie gebruikt om verschillen in milieubelasting van het Nederlandse voedingspatroon in 2007-2010 (Voedselconsumptiepeiling) en mogelijke voedingspatronen met elkaar te vergelijken. Een van de mogelijke voedingspatronen, is het voedingspatroon aangepast naar de Schijf van Vijf met als doel een lagere milieubelasting. De broeikasgasemissie van deze voedingspatronen schommelen tussen min 13% voor mannen van 31 tot 50 jaar en plus 5% voor vrouwen van 19 tot 30 jaar. Het vervangen van vlees en/of het eten van voedingsmiddelen met een lage broeikasgasemissie zorgt voor gemiddeld 28 tot 48% minder emissie. Het weglaten van vlees of het eten van alleen voedingsmiddelen met een lage broeikasgasemissie zorgt voor een afname van ongeveer een derde.

Opleidingsniveau verschillen in milieubelasting onder Nederlandse volwassenen (2020)

De LCA Life Cycle Analyses (Life Cycle Analyses)-gegevens zijn in deze studie gebruikt om het verschil van duurzaamheid tussen voedingspatronen bij Nederlandse volwassenen op onderwijsniveau te laten zien. Uit het onderzoek blijkt dat er geen duidelijk verschil is. Voedingsgroepen met de meeste broeikasgassenemissies zijn vooral dierlijke voedingsmiddelen, zoals vlees, zuivel, vis en eieren. Bovendien verschillen de bronnen van broeikasgasemissies tussen de onderwijsgroepen. De emissies door groenten en vruchtgroenten zijn gemiddeld een kwart hoger bij mensen met een hoog onderwijsniveau vergeleken met mensen met een laag onderwijsniveau.