What we eat in the Netherlands (2012–2016): the ratio between animal and plant-based food products, protein and environmental impacts

What we eat in the Netherlands (2012–2016): the ratio between animal and plant-based food products, protein and environmental impacts

Go to abstract

Samenvatting

De productie en consumptie van voedsel belasten het milieu. Een van de manieren om het milieu minder te belasten is om minder dierlijk voedsel te eten, zoals vlees, kaas en zuivel en meer plantaardig voedsel zoals (volkoren) graanproducten, peulvruchten, groenten, fruit en noten en zaden. Dit is ook goed voor de gezondheid. Een voedingspatroon met veel plantaardig voedsel beschermt namelijk tegen overgewicht en ziekten zoals diabetes type 2, hart- en vaatziekten en kanker.

Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit)) wil dat de bevolking in Nederland evenveel dierlijk als plantaardig eiwit binnenkrijgt in 2030. Het RIVM heeft daarom in kaart gebracht hoeveel dierlijk en plantaardig voedsel we eten. Ook is berekend hoeveel dierlijke en plantaardig eiwitten we via dat voedsel binnenkrijgen. Ten slotte is berekend in welke mate de productie en consumptie van voedsel het milieu belast, zoals via de uitstoot van broeikasgassen. Dit is bepaald voor de totale bevolking en voor groepen daarin, naar leeftijd en geslacht, opleidingsniveau en gewicht.

Tussen 2012 en 2016 aten we in Nederland ongeveer evenveel plantaardig als dierlijk voedsel. Dierlijk voedsel bevat per kilogram meer eiwit dan plantaardig voedsel. De Nederlandse bevolking kreeg in die periode per dag meer dierlijke eiwitten binnen (61 procent) dan plantaardige (39 procent). De belangrijkste eiwitbronnen waren vlees, brood, granen, pasta en rijst en zuivel.

Meer dan de helft van de plantaardige eiwitten kregen we binnen via brood en andere graanproducten. Zes procent van de plantaardige eiwitten kregen we binnen via groenten, noten en zaden, peulvruchten en vlees- en zuivelvervangers. Wat er werd gegeten en hoeveel eiwitten we daarbij binnenkregen verschilde tussen de onderzochte groepen.

Wat de milieubelasting betreft waren de consumptie van vlees, kaas en zuivel de belangrijkste bronnen voor de uitstoot van broeikasgassen, landgebruik, verzuring en vermesting van zoet- en zoutwater. De consumptie van fruit en olijven, vruchten- en groentesappen, koffie en thee en vlees waren de belangrijkste bronnen voor het waterverbruik.

Het RIVM heeft voor dit onderzoek informatie uit de Voedselconsumptiepeiling (VCP Voedselconsumptiepeiling (Voedselconsumptiepeiling)) van 2012-2016 en de database milieubelasting voedingsmiddelen van het RIVM gebruikt. In 2023 krijgt dit onderzoek een update met VCP-gegevens uit 2019-2021.

Abstract

Food production and consumption have a significant impact on the environment. One of the ways to reduce the burden on the environment is to consume less animal-based foods such as meat, cheese and dairy and more plant-based foods such as (wholegrain) cereal products, legumes, vegetables, fruit, nuts and seeds. This has health benefits as well: a diet that is largely plant-based reduces the risk of obesity and diseases like type 2 diabetes, cardiovascular disease and cancer.

By 2030, the Ministry of Agriculture, Nature and Food Quality would like the Dutch population to ingest equal amounts of animal and plant-based proteins. To that end, RIVM investigated the amount of animal and plant-based foods we eat. It also calculated the ratio of animal and plant-based proteins we ingest through those products. Finally, it calculated the extent to which food production and consumption harm the environment, for instance through greenhouse gas emissions. It did this both for the Dutch population as a whole and for several subsets, which were grouped by age, gender, level of education and weight status.

Between 2012 and 2016, the amount of animal and plant-based food consumed in the Netherlands was roughly similar. Animal-based foods contain more protein per kilogram than plant-based foods. The Dutch population ingested more animal-based proteins (61%) than plantbased proteins (39%) per day during that period. The major sources of protein were meat, bread, cereals, pasta and rice and dairy.

More than half of all plant-based proteins were ingested through bread and other cereal products. Six percent of plant-based proteins were ingested through vegetables, nuts and seeds, legumes and meat and dairy substitutes. The types of foods consumed and the amounts of protein ingested varied between the studied subsets.

In terms of environmental burden, the consumption of meat, cheese and dairy accounted for most of the greenhouse gas emissions, land use, acidification and fresh and marine water eutrophication. The consumption of fruit and olives, fruit and vegetable juices, coffee and tea and meat were the leading causes of water consumption.

For this study, RIVM used data from the Dutch National Food Consumption Survey 2012–2016 and RIVM’s own database on the environmental burden caused by food products. In 2023, the study will be updated with data from the Dutch National Food Consumption Survey 2019–2021.

Uitgever

Instituut
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM

Resterend

Grootte
13415 kb