Verschillende risico- en beschermende factoren beïnvloeden kwetsbaarheid tijdens de zwangerschap en in de gezinssituatie. Deze factoren zijn zowel medisch als sociaal. Het RIVM onderzoekt of het mogelijk is om vanuit bestaande gegevens over risico- en beschermende factoren meer inzicht te krijgen in kwetsbaarheid. Hiervoor wordt gebruikgemaakt van DIAPER. Het onderzoek bestaat uit verschillende onderdelen en beantwoordt verschillende vragen. Deze staan hieronder.
Er zijn verschillende publicaties binnen en buiten Nederland die meer inzicht geven in kwetsbaarheid. Al deze inzichten gebruiken we in het onderzoek. Zo hebben de gemeente Rotterdam en het Erasmus MC (Erasmus University Medical Center) samen een definitie van kwetsbaarheid geformuleerd. Hieruit blijkt dat kwetsbaarheid ontstaat wanneer risicofactoren (zoals een ongezonde leefstijl en armoede) en beschermende factoren (zoals een ondersteunend sociaal netwerk) uit balans zijn. Dat kunnen medische factoren zijn, maar ook sociale factoren, zoals stress of leefomgeving. Het model vanuit het rapport Vibrant and Healthy Kids laat ook factoren zien die de gezondheid en ontwikkeling beïnvloeden. Het model beschrijft dat wetten en regelgevingen van invloed zijn op sociale determinanten van gezondheid. Deze gaan over de omgeving waarin mensen opgroeien, leven en werken. Voorbeelden zijn inkomen, opleiding, werk, zorg, huisvesting en de fysieke en sociale leefomgeving. Ze beïnvloeden direct de dagelijkse ervaring van kinderen. Al deze samenhangende factoren zijn van invloed op de individuele ontwikkeling en gezondheid tijdens de levensloop en die van toekomstige generaties (intergenerationele effecten). Ook weten we dat kwetsbaarheid dynamisch is. Verschillende situaties en gebeurtenissen kunnen kwetsbaarheid beïnvloeden.
We deden onderzoek onder 4172 zwangere vrouwen die 1 of 2 jaar daarvoor deelnamen aan de Gezondheidsmonitor 2016. Dit is een vragenlijstonderzoek over leefstijl en ervaren gezondheid onder een selectie van de Nederlandse bevolking. Van deze vrouwen zijn gegevens beschikbaar over 42 variabelen die mogelijk invloed hebben op kwetsbaarheid. Dit zijn gegevens uit DIAPER en de Gezondheidsmonitor 2016 over leefstijl, huishoudsamenstelling, individuele kenmerken, sociaaleconomische factoren, psychosociale factoren, zelf-gerapporteerde gezondheid, zorggebruik, levensgebeurtenissen en leefomstandigheden. Op basis van data zijn in de analyse groepen gevonden van vrouwen die op elkaar lijken omdat ze dezelfde risico- en beschermende factoren voor kwetsbaarheid hebben.
De eerste groep had verschillende risicofactoren voor kwetsbaarheid op verschillende domeinen tegelijk (meervoudige kwetsbaarheid). Denk aan geen inkomen of een uitkering en een grotere kans op depressieve of angstige klachten. 3 andere groepen delen risicofactoren op 1 specifiek domein: hoog zorggebruik, psychosociale kwetsbaarheid en sociaaleconomische kwetsbaarheid. De laatste groep wordt omschreven als ‘gezond en sociaaleconomisch stabiel’; zij delen vooral beschermende factoren zoals een goede ervaren gezondheid en een betaalde baan. De vrouwen met meervoudige kwetsbaarheid bleken, vergeleken met de gezond en sociaaleconomisch stabiele groep, vaker slechtere gezondheidsuitkomsten te hebben. Denk aan vroeggeboorte, laag geboortegewicht voor de duur van de zwangerschap, of een keizersnede. De andere 3 groepen hadden geen slechtere gezondheidsuitkomsten. Dat komt mogelijk door de beschermende factoren die zij hebben op andere domeinen. Het kan ook zijn dat vooral de combinatie van risicofactoren in verschillende domeinen zorgt voor negatieve uitkomsten. Risicofactoren in 1 domein betekent dan niet automatisch een slechtere uitkomst.
We voerden dit onderzoek uit samen met het Erasmus MC (Erasmus University Medical Center) en de Health Campus Den Haag (LUMC (Leids Universitair Medisch Centrum)). Meer informatie hierover is te vinden in de YouTube-video 'Inzicht in kwetsbaarheid (Pharos) of de wetenschappelijke publicatie Kwetsbaarheid tijdens de zwangerschap.
In het eerdere onderzoek is veel data gebruikt van een kleine en selectieve groep, namelijk vrouwen die deelnamen aan de Gezondheidsmonitor 2016 en daarna zwanger werden. Het onderzoek is voortgezet onder alle zwangere vrouwen met uitsluitend routinematig verzamelde data in DIAPER. Hierbij is dus geen gebruikgemaakt van de data uit de Gezondheidsmonitor 2016 over leefstijl en ervaren gezondheid. Het bleek mogelijk om met alleen de routinematig verzamelde data in kaart te brengen hoeveel vrouwen te maken hebben met meervoudige kwetsbaarheid. Dit is onderzocht door verschillende regressieanalyses uit te voeren. De berekening kan worden gebruikt om op populatieniveau de prevalentie (een percentage), trends en geografische verschillen in kwetsbaarheid te laten zien. De cijfers worden gebruikt in de landelijke monitor Kansrijke Start indicatoren en zijn binnenkort beschikbaar bij Regiobeeld.nl.
We hebben ook gekeken naar de toegevoegde waarde in de voorspellingen van zelf-gerapporteerde data uit de Gezondheidsmonitor 2016. Ondanks dat de voorspellingen zonder deze data al goed zijn, vonden we dat zelf-gerapporteerde gegevens de voorspellingen beter kunnen maken. Daarnaast onderzochten we belangrijke voorspellers van kwetsbaarheid. Dit waren gegevens over zelf-gerapporteerde gezondheid, sociaaleconomische karakteristieken en zorggebruik.
Een meervoudig kwetsbare situatie gaat mogelijk gepaard met hoger of lager zorggebruik en zorguitgaven. We onderzochten daarom in hoeverre het zorggebruik en de zorguitgaven verschilt tussen vrouwen die te maken hebben met een meervoudig kwetsbare situatie vergeleken met vrouwen die dat niet hebben. Het onderzoek vond plaats onder alle vrouwen die zijn bevallen in de laatste 3 maanden van 2016, met een vervolgperiode van 4 jaar en een terugkijkperiode van 2 jaar. We onderzochten ook het zorggebruik en de zorguitgaven van kinderen van deze vrouwen.
De resultaten laten zien dat vrouwen die te maken hebben met een meervoudig kwetsbare situatie vaker gebruikmaken van zorg vergeleken met vrouwen die niet te maken hebben met een meervoudig kwetsbare situatie. Dit geldt zowel voor de periode voor, tijdens als na de zwangerschap voor het gebruik van huisartsenzorg, medisch specialistische zorg, medicatie en GGZ (geestelijke gezondheidszorg). Ook zijn de zorguitgaven van vrouwen die te maken hebben met een meervoudig kwetsbare situatie over het algemeen hoger.
Kinderen van vrouwen die te maken hebben met een meervoudig kwetsbare situatie maken ook vaker gebruik van zorg vanaf de geboorte en hebben hogere zorguitgaven in vergelijking met kinderen van vrouwen die hier niet mee te maken hebben. Dit geldt bijvoorbeeld voor huisartsenzorg, medisch specialistische zorg en medicatie. Bij tandheelkundige zorg is het anders. Kinderen van vrouwen die te maken hebben met een kwetsbare situatie maken minder gebruik van tandheelkundige zorg, maar hebben gemiddeld wel toenemende hogere uitgaven voor tandheelkundige zorg.
Meer informatie hierover vind je in de YouTube-video: Impact van kwetsbaarheid op zorggebruik en zorguitgaven (Pharos).
De komende tijd wordt het volgen van de omvang en kenmerken van gezinnen in een kwetsbare situatie op landelijk, regionaal, gemeente- of wijkniveau verder uitgewerkt. In verder onderzoek gaat het om vragen als Wat is de rol van de vader of partner van de zwangere vrouw wat betreft kwetsbaarheid? En hoe kunnen we de dynamiek rond zwangerschap en geboorte meenemen? Kwetsbaarheid is dynamisch. Iemand kan zich in een kwetsbare situatie bevinden voor de zwangerschap, maar dat kan ook ontstaan of veranderen tijdens de zwangerschap, bevalling of na de geboorte. Op basis van deze vervolgonderzoeken kan de berekening van het percentage kwetsbaarheid in de toekomst worden verbeterd.
Gedeeltes van de onderzoeken en resultaten zijn ook beschreven in factsheets van Monitor Kansrijke Start 2021, 2022 en 2023.