Het doel van de monitor is om beleidsmakers en professionals op lokaal, regionaal en nationaal niveau te ondersteunen bij het maken van beleid. Met de resultaten is het mogelijk om een passend zorg- en ondersteuningsaanbod op te zetten zodat negatieve gezondheidseffecten beperkt kunnen worden. Daarnaast leggen de resultaten ook bestaande gezondheidsrisico’s en kwetsbaarheden bloot die ook los van deze crisis aandacht verdienen. Op deze pagina staan de belangrijkste punten naar aanleiding van meetronde 1 van het kwartaalonderzoek.
De resultaten van meetronde 1 van het kwartaalonderzoek zijn besproken in een onlinebijeenkomst met de werkgroep Beleidsadvisering Jeugd 1. Deze werkgroep bestaat uit onderzoekers, beleidsmakers, professionals (in mindere mate) en vertegenwoordigers van jongeren. Tijdens deze bijeenkomst zijn de resultaten uit het eerste kwartaalonderzoek gedeeld. Er is besproken in hoeverre het beeld uit het onderzoek overeenkomt met dat van de deelnemers en welke betekenis dit heeft voor de beleidspraktijk en op de mogelijkheden hier invloed op uit te oefenen. Geprobeerd is ook om punten die mogelijk gemist worden boven tafel te krijgen en suggesties voor het aanhaken van lokale beleidmakers en –uitvoerders.
Hieronder de belangrijkste uitkomsten van de bijeenkomst van de werkgroep beleidsadvisering Jeugd 1.
De pandemie en maatregelen hebben invloed
Jongeren voelden overwegend gezond en gelukkig, gaven aan weinig last te hebben van de overheidsmaatregelen en gaan ook ongeveer even vaak met klachten naar de huisarts als in het laatste jaar voor de uitbraak van de coronapandemie. Deelnemers van de werkgroep herkenden dit beeld over het algemeen niet.
Het welbevinden van jongeren is deels onderhevig aan de coronasituatie en de overheidsmaatregelen. De periode van het eerste kwartaalonderzoek kenmerkte zich door een dalend aantal besmettingen en versoepelde maatregelen. Het is waarschijnlijk dat verschillen in ervaren geluk en gezondheid met andere onderzoeken (deels) worden veroorzaakt door verschillen in de coronasituatie en de van kracht zijnde maatregelen. Daarnaast kunnen verschillen in vraagstelling ook leiden tot interpretatieverschillen. Kijk op onderzoek gevolgen coronatijd voor suggesties voor ander onderzoek onder kinderen/jongeren tijdens de coronapandemie.
Niet alle jongeren herstellen op eigen kracht
Het is belangrijk zicht te krijgen op degenen die niet in staat zijn op eigen kracht of met hulp van naasten te herstellen. Jongeren leven op dit moment in uitzonderlijke omstandigheden en daar horen bepaalde reacties bij. Soms uit zich dat in (tijdelijk) verminderd welbevinden. Veel jongeren blijken in staat op eigen kracht of met hulp van naasten te herstellen. In sommige gevallen is het echter noodzakelijk om direct in actie te komen en stevige handvatten te bieden voor herstel.
Kwetsbare groepen
Met een aantal groepen (meisjes, de oudere leeftijdsgroep, uitwonenden, jongeren wonend in een stedelijk gebeid) gaat het slechter dan met andere groepen. Jongeren met bestaande problematiek blijken vaak ook extra hard geraakt te worden. Tegelijkertijd is het voor hen lastiger om te herstellen. Het kwartaalonderzoek kan sturing geven aan de focus op specifieke individuen en groepen.
Integrale basis voor signalering en ondersteuning
In aanvulling op het vorige punt kwam vanuit de werkgroep ook de suggestie om in te zetten op een integrale basis: iedereen die zicht heeft op de groepen (of individuen) die het moeilijk hebben, kunnen ook tijdens perioden met strenge maatregelen signalen opvangen. Denk aan zoals sportverenigingen, jongerenwerkers, ouders, familieleden, mentoren op scholen, stagebegeleiders, ggz (geestelijke gezondheidszorg)-professionals etc. Creëer overzicht van wie dit zijn en geef hen ook de tools om actie te kunnen ondernemen.
Aansluiten bij bestaande netwerken
Er wordt al veel gedaan om de gezondheid van kinderen en jongeren te bevorderen. Op landelijk, regionaal en lokaal niveau bestaan netwerken en initiatieven die hier vol op inzetten. Aansluiting hierbij biedt niet alleen mogelijkheden om de kennis opgedaan middels de Integrale Gezondheidsmonitor ook te vertalen naar regionale en lokale inzet. Het biedt bestaande netwerken en initiatieven ook kans hun inzet te verbeteren en bij te sturen wanneer dat nodig blijkt. Een overzicht van alle netwerken en initiatieven kan hierbij helpen.
Wanneer een centraal overzicht van de opgevangen signalen en ingezette acties beschikbaar is, wordt het makkelijker om te bepalen wanneer de signalen niet meer alleen individuen betreffen, maar een groep. Inzet op groepsniveau kan dan gerealiseerd worden.
Sommige groepen niet in beeld
Het is bekend dat mbo (middelbaar beroepsonderwijs)-studenten en/of minder opgeleiden bij panelonderzoeken vaak ondervertegenwoordigd zijn. Deze groep is moeilijk te bereiken terwijl bij hen juist vaak grote gezondheidsverschillen worden geconstateerd. Het is belangrijk deze groep tijdens en na de coronapandemie beter in beeld te krijgen en ook hun behoeften mee te nemen in het ondersteuningsaanbod.