Lukt het mensen om de gedragsregels toe te passen?

Sinds half maart gelden in ons land diverse gedragsregels die erop gericht zijn dat tijdens contacten met anderen het coronavirus niet wordt overgedragen (bijvoorbeeld door 1,5 meter afstand houden en de hygiënemaatregelen). Als mensen denken dat de gedragsregels helpen om besmettingen van zichzelf of anderen te voorkómen kan dit hun motivatie versterken. Echter, de huidige situatie vraagt ook veel van mensen: de maatregelen beperken onze vrijheid en mogelijkheden. Dit kan impact hebben op onze mentale, fysieke, en sociale gezondheid. En op de verwachting hoe lang mensen de maatregelen steunen. Deze inzichten helpen de overheid om burgers beter te kunnen ondersteunen en informeren om de gedragsregels op te blijven volgen.

Het gedragsonderzoek laat zien dat 51% van de deelnemers in de week voorafgaand aan het onderzoek niet op een drukke plek is geweest waar ze geen 1,5 meter afstand konden houden. Van degenen die wel op een te drukke plek zijn geweest besloot 30% van hen rechtsomkeert te maken. Het niet meer handen schudden is de meest makkelijk na te leven regel. 98% van de deelnemers zegt geen handen meer te schudden. Daarnaast geeft 72% aan in de elleboog te  hoesten en niezen. Van het totaal aantal keren dat mensen in een situatie belanden waarin ze handen moeten wassen, lukt dit gemiddeld in 77% van die situaties. Als we aan mensen vragen hoe vaak per dag ze denken dat ze hun handen wassen rapporteert 39% dit frequent (vaker dan 10 keer per dag) te hebben gedaan. Ruim 84% geeft aan niet meer dan 3 mensen op bezoek te ontvangen en bijna 80% zegt geen mensen met een kwetsbare gezondheid te bezoeken. 

Verandering in het houden aan de gedragsregels

Voor veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan alle meetrondes hebben meegedaan. Het percentage deelnemers dat aangeeft zich te houden aan de hygiënemaatregelen, zoals handen wassen en hoesten of niezen in de elleboog, is redelijk stabiel gebleven. In voorgaande rondes gaven steeds minder deelnemers aan zich aan de 1,5 meter afstand te houden, nu is er een kleine toename van 3 procentpunt vergeleken met de vorige ronde. Net voor de zesde vragenlijst zijn de maatregelen over het ontvangen van bezoek aangescherpt naar maximaal zes bezoekers. Het percentage mensen dat bezoek ontvangt of op bezoek gaat bij personen van 70 jaar en ouder of met een kwetsbare gezondheid is ongeveer gelijk gebleven. Het aantal deelnemers dat niet op drukke plekken is geweest is iets toegenomen na de daling tussen de voorgaande rondes.  

Handen wassen

Aan de deelnemers van het onderzoek is gevraagd om in te schatten hoe vaak ze handen wassen in situaties waarin dat moet. Van de situaties waarin er handen wordt gewassen blijkt dat mensen duidelijk de gewoonte hebben om hun handen te wassen na een toiletbezoek: 93% van de mensen geeft aan hun handen dan vaak tot altijd te wassen. Ongeveer 73% van de mensen geeft aan vaak tot altijd hun handen te wassen na thuiskomst. De gewoonte is een stuk minder sterk in de andere situaties, zoals na het neus snuiten of bij anderen op bezoek gaan. Vóórdat mensen naar buiten gaan wast 38% van de mensen vaak tot altijd hun handen.

Verandering in het handen wassen

Voor veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan alle meetrondes hebben meegedaan. Voor de meeste situaties zijn er geen grote verschillen ten opzichte van de eerdere metingen omtrent handen wassen. De dalende trend van deelnemers tussen de eerste en vijfde ronde die aangeven handen te wassen als zij bij iemand op bezoek gaan en wanneer zij weer thuis komen lijkt in deze ronde te stabiliseren. In de overige gevallen geven de deelnemers aan nog ongeveer even vaak handen te wassen als in het begin van de coronacrisis. 

Afstand houden

Het blijft lastig om 1,5 meter afstand te realiseren. Voorbeelden van situaties zijn boodschappen doen, buiten sporten, bezoek bij familie of vrienden of een bezoek aan de horeca. Bij het boodschappen doen rapporteert 13% van de deelnemers dat mensen zelden tot nooit te dichtbij komen. Zo'n 25% geeft aan dat mensen zelden tot nooit te dichtbij komen wanneer zij naar buiten gaan voor werk. Bij bezoek aan een feestje (zoals een verjaardag of bruiloft), het bezoeken van vrienden/ familie of bezoek thuis ontvangen gaat het om respectievelijk 31, 33 en 44%. Tijdens een bezoek aan een culturele instelling (zoals een bioscoop of theater) geeft 67% van de respondenten aan dat mensen nooit of zelden te dichtbij komen.

Verandering in het dichtbij komen

Voor de veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan alle meetrondes hebben meegedaan. In vergelijking met de eerste meting is een toename te zien van het aantal mensen dat dichtbij komt. Niet alleen op plekken waar veel andere mensen zijn, ook bij het bezoeken van vrienden of familie of bezoek thuis, waar mensen vaak langere tijd (binnen) in elkaars gezelschap zijn. In de eerste meting gaf 63% van de deelnemers aan dat mensen zelden tot nooit te dichtbij kwamen wanneer zij vrienden of familie bezochten. We zagen het percentage dalen in de voorgaande metingen en nu zien we dit juist weer toenemen naar 34%. Ook het percentage mensen dat voldoende afstand bewaart wanneer thuis bezoek wordt ontvangen is weer toegenomen naar 46% nadat er eerst een dalende trend te zien was.

Sinds de versoepelingen van 1 juli jl. zijn horeca gelegenheden en culturele instellingen weer geopend en is sporten in georganiseerd verband weer mogelijk. Net als in de bovenstaande situaties lijken de voorheen dalende aantallen deelnemers die voldoende afstand houden ook in deze situaties voorzichtig toe te nemen.

Testen

Over de zes weken tussen meting 5 en 6 van de vragenlijst, rapporteert 26% van de mensen klachten zoals een loopneus, hoesten/niezen, keelpijn, moeilijk ademen, verhoging en koorts. Van deze mensen heeft 32% zich tijdens deze zes weken laten testen.

Ruim de helft (54%) van de mensen met klachten denkt dat dit (waarschijnlijk) komt door een onderliggende langdurige aandoening, zoals astma of allergie. Toch heeft 21% van deze mensen zich voor de zekerheid laten testen. Van de mensen met nieuwe klachten, geeft 45% aan zich in de afgelopen zes weken getest te hebben. 85% van de mensen met klachten die zich hebben laten testen, geeft aan zich binnen 4 dagen getest te hebben en 59% zelfs binnen 2 dagen. 

In ronde 5 van het onderzoek gaf 18% van de mensen met klachten aan zich te hebben laten testen. Dat waren mensen die op het moment van afname van de vragenlijst klachten hadden en die zich in de drie weken voorafgaand aan de afname van de vragenlijst hebben laten testen. Een zoveel mogelijk vergelijkbaar gemaakt cijfer over ronde 6 komt uit op 31%. Daarmee ligt het testpercentage in ronde zes van dit onderzoek 13 procentpunt hoger dan in de voorgaande ronde. De meting van het testpercentage in ronde vijf vond plaats voordat het aantal afgenomen tests halverwege juli toenam.

Van de mensen die zich tijdens de zes weken tussen meting 5 en 6 van de vragenlijst hebben laten testen, geeft 88% aan zich nog een keer te zullen laten testen als ze de komende weken opnieuw corona-gerelateerde klachten zouden krijgen. Ook aan mensen zonder klachten is gevraagd of ze zich zouden laten testen als ze corona-gerelateerde klachten zouden hebben. 83% geeft aan dit te zullen doen. De intentie om te gaan testen is vanaf ronde vijf toegenomen met 7 procentpunt.

Thuis blijven bij klachten

Van de mensen met symptomen die kunnen wijzen op COVID-19, volgt een groot deel het advies om thuis te blijven niet op. Mensen met klachten, zoals een loopneus, hoesten/niezen, keelpijn, moeilijk ademen, verhoging en koorts gaan ongeveer even veel naar buiten als mensen zonder klachten. Aan de deelnemers van het onderzoek is gevraagd of ze in de afgelopen 7 dagen naar buiten zijn geweest. 90% van de mensen met klachten heeft ten minste een keer boodschappen gedaan, 64% heeft minstens een keer vrienden of familie bezocht en 43% is een keer naar het werk gegaan.

Contact met de GGD en thuisblijven

De GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) voert bron- en contactonderzoek uit als iemand positief getest is voor het coronavirus. Deelnemers zijn gevraagd of ze benaderd zijn door de GGD omdat ze in nauw contact zijn geweest met iemand die besmet was met het coronavirus. Van alle ondervraagden gaf 0,4% (189 personen) aan dat zij sinds 1 juni benaderd zijn door de GGD. Daarvan geeft 55% aan dat zij in de 14 dagen daarna niet uit huis zijn geweest en 93% geeft aan dat zij in de 14 dagen na het contact met de GGD geen bezoek hebben ontvangen.

Op vakantie

Op 15 juni zijn de meeste grenzen binnen Europa weer opengesteld. Gedurende de uitvraag (19 t/m 23 augustus) was 37% van de respondenten sinds het openstellen van de grenzen op vakantie geweest en 5,5% was op vakantie op dat moment. Van de deelnemers die op vakantie zijn geweest vierde 57% deze vakantie in eigen land, 48% binnen Europa en 0,3% erbuiten.