Dit stappenplan maakt deel uit van het Handboek Omgevingsveiligheid en licht toe wat gelijkwaardigheid is en hoe gelijkwaardigheid in het explosievoorschriftengebied technisch kan worden beoordeeld.

Wanneer een (deel van een) explosieaandachtsgebied in het Omgevingsplan is aangewezen als explosievoorschriftengebied dient bij nieuwbouw voldaan te worden aan de aanvullende bouweisen uit het Bbl. De Omgevingswet biedt de mogelijkheid  om maatregelen in te zetten die niet (volledig) voldoen aan de bouweisen uit het Bbl, maar wel ten minste een gelijk niveau van bescherming  bieden.
Door hiervan gebruik te maken krijgt de initiatiefnemer de mogelijkheid om in overleg met de gemeente het meest passende maatregelpakket te kiezen, zonder dat hiervoor het in het Omgevingsplan opgenomen voorschriftengebied hoeft te worden aangepast.

Om met alternatieve maatregelen een gelijkwaardige bescherming te realiseren in  explosievoorschriftengebieden moet een aanvraag worden gedaan voor de inzet van gelijkwaardige maatregelen. Deze aanvraag maakt onderdeel uit van de aanvraag omgevingsvergunning. Het is aan de gemeente om te besluiten of de voorgestelde maatregel gelijkwaardig is.

Het stappenplan kent de volgende stappen:

De Omgevingswet biedt de mogelijkheid  om maatregelen in te zetten die niet (volledig) voldoen aan de bouweisen uit het Bbl, maar wel ten minste een gelijk niveau van bescherming  bieden.

Artikel 5.14 van het Bkl Besluit kwaliteit leefomgeving (Besluit kwaliteit leefomgeving) schrijft voor dat in een omgevingsplan een brandvoorschriftengebied en een explosievoorschriftengebied kan worden aangewezen en geometrisch begrensd als op die locaties een brandaandachtsgebied of explosieaandachtsgebied aanwezig is. In voorschriftengebieden moeten nieuw te bouwen beperkt kwetsbare, kwetsbare en zeer kwetsbare gebouwen voldoen aan de bouweisen van artikel 4.90, eerste lid, van het Bbl. Deze bouweisen hebben tot doel om de gevolgen van een brand of explosie van buitenaf voor mensen in een gebouw binnen het voorschriftengebied te beperken. De bouweisen zijn verder uitgewerkt in artikel 4.91 tot en met 4.96 van het Bbl.

Op grond van artikel 4.7, eerste lid, van de Omgevingswet kan in plaats van een bouwmaatregel die voldoet aan de bouweisen uit het Bbl op aanvraag toestemming worden verleend om een andere, gelijkwaardige maatregel te treffen. Met de gelijkwaardige maatregel moet ten minste hetzelfde resultaat worden bereikt als met de voorgeschreven maatregel is beoogd.

Gelijkwaardigheid houdt in dat aanvullende bouweisen (artikel 4.90 van het Bbl) uitwisselbaar zijn met andere maatregelen zolang de aanwezige mensen in een gebouw binnen het voorschriftengebied ten minste in een gelijke mate beschermt worden tegen de gevolgen van een van buiten komende brand of explosie.
In de praktijk betekent dit dat andere omgevings-of bouwmaatregelen met een zelfde resultaat in termen van bescherming, toegepast kunnen worden in plaats van de bouweisen uit artikel 4.90.
Zo kan een aarden wal of een opvanggeul voor uitstromende brandbare vloeistoffen mogelijk worden aangemerkt als een gelijkwaardige maatregel voor een brandwerende gevel. Of dat ook zo is, is afhankelijk van de locatie.

Gelijkwaardige bescherming tegen explosie

Wanneer er binnen een explosieaandachtsgebied een explosievoorschriftengebied is aangewezen, is het aan de initiatiefnemer van een te ontwikkelen (beperkt kwetsbaar/kwetsbaar/zeer kwetsbaar) gebouw om bouwmaatregelen te treffen om te voldoen aan de aanvullende bouweisen uit het Bbl. De bouweisen ter beperking van de gevolgen van een explosie zijn nader uitgewerkt in de artikel 4.96 Bbl. Dit artikel bevat bouweisen met betrekking tot scherfwerking. Op basis van het gelijkwaardigheidsbeginstel (artikel 4.7 Omgevingswet) heeft de initiatiefnemer de mogelijkheid om andere maatregelen voor te stellen, mits deze (minstens) evenveel bescherming bieden tegen scherfwerking - het effect van explosie waartegen bescherming nodig is - als de aanvullende bouweisen uit het Bbl.

Of een maatregel een gelijkwaardige mate van bescherming biedt als de bouweisen uit het Bbl wordt beoordeeld door het bevoegd gezag. Het bevoegd gezag moet toestemming verlenen voor het gebruik van gelijkwaardige maatregelen.

Een explosie is het vrijkomen van een drukgolf als gevolg van een chemische reactie of het bezwijken van een drukvat. De kracht van de vrijkomende drukgolf is bepalend voor het gevaar voor de omgeving. De drukgolf en het veroorzaakte vliegvuil (brokstukken/scherfwerking) kan tot op honderden meters gevaarlijk zijn voor mensen.

BLEVE boiling liquid expanding vapour explosion (boiling liquid expanding vapour explosion)

Een BLEVE is een bijzonder soort explosie die zowel een drukgolf als warmtestraling veroorzaakt. De drukgolf komt vanaf het bezwijkende drukvat, bijvoorbeeld de tankwagen, en de warmtestraling komt vanaf de ‘opstijgende vuurbal’ (de warmte komt dus vaak van boven). De drukgolf bereikt de omgeving eerder dan de warmtestraling (wel vrijwel tegelijk). Die combinatie maakt dat zwakkere gebouwdelen, zoals ramen, kunnen bezwijken als gevolg van de drukgolf voorafgaand aan (en deels tijdens) de warmte-effecten. Deze delen bieden dan geen bescherming meer tegen de warmtestraling.

Bepalen omvang beschermingsopgave

Om te kunnen bepalen welke alternatieve maatregelen op basis van het gelijkwaardigheidsbeginsel kunnen worden ingezet, is kennis nodig over de beschermingsopgave. De beschermingsopgave is het verschil tussen de reeds aanwezige bescherming op een locatie tegen de effecten van de op die plek mogelijke ongevalscenario’s  enerzijds en de benodigde bescherming anderzijds. Dit kan per locatie verschillen. De beschermingsopgave hangt af van meerdere factoren, waaronder de benodigde bescherming die voortkomt uit de wettelijke verplichtingen uit de Omgevingswet en de bijbehorende besluiten en het lokale omgevingsveiligheidsbeleid,  de overdruk en scherfwerking op de locatie die worden bepaald door de risicovolle activiteiten, de bijbehorende explosie scenario’s en de reeds aanwezige bescherming.

Bij een explosievoorschriftengebied gebaseerd op een BLEVE boiling liquid expanding vapour explosion (boiling liquid expanding vapour explosion) scenario (Artikel 5.12, lid 2a Bkl Besluit kwaliteit leefomgeving (Besluit kwaliteit leefomgeving)) is het belangrijk om rekening te houden met het gecombineerde gevaar explosie en (een korte) brand. Daarbij is de bescherming tegen de explosie belangrijk omdat die voorkomt dat de effecten van de brand (warmtestraling)  binnendringen in gebouwen.

Het aangewezen explosievoorschriftengebied kan het gehele explosieaandachtsgebied behelzen of een deel daarvan (artikel 5.14 Bkl, derde lid). Tevens is het mogelijk dat alleen een aantal locaties binnen een explosieaandachtsgebied worden aangewezen als explosievoorschriftengebied. Voor zeer kwetsbare gebouwen in een explosieaandachtsgebied geldt dat deze altijd moeten worden aangewezen als explosievoorschriftengebied (artikel 5.14 Bkl, derde lid).

Het gelijkwaardigheidsbeginsel gaat niet op voor de bescherming van mensen in bestaande gebouwen, aangezien bouweisen niet worden opgelegd bij bestaande gebouwen. Mensen in bestaande gebouwen kunnen mogelijk wel beschermd worden middels omgevingsmaatregelen.  Zie hiervoor het stappenplan groepsrisico.

Bij een explosiescenario is bescherming nodig tegen overdruk en scherfwerking. Bij een overdruk groter dan 10 kPa zijn maatregelen nodig om mensen die zich in gebouwen bevinden te beschermen. Bij een warmtestraling van meer dan 30 kPa storten (delen van) gebouwen in en zijn mensen ook binnen in een aangepast gebouw niet beschermd. De beschermingsopgave van mensen in nieuw te bouwen gebouwen binnen een explosieaandachtsgebied richt zich daarom op de zone waarbij de overdruk tussen de 30 en 10 kPa ligt. Welke maatregelen voldoende bescherming bieden binnen deze zone hangt af van locatie van het gebouw in relatie tot de hoeveelheid overdruk (impuls) die het gebouw op deze locatie kan bereiken. Maatregelen die bescherming bieden bij een overdruk van 10 kPa hoeven niet ook effectief te zijn bij een overdruk van 20 kPa.

Technische uitleg beoordeling beschermende maatregel

De afweging of en welke maatregelen ten minste een gelijkwaardige mate van bescherming bieden als de bouweisen uit het Bbl is locatiespecifiek. Maatregelen die in een bepaald gebied gelijkwaardige bescherming bieden, kunnen in andere gebieden niet effectief zijn door de specifieke kenmerken van het gebied, bijvoorbeeld door hoogteverschillen. Er zijn meerdere kenmerken waar bij de afweging rekening mee gehouden moet worden. Het gaat hierbij om:

  • Type scenario;
  • Afstand tot risicobron;
  • Kenmerken gebied.

Type scenario

Om te kunnen bepalen of maatregelen gelijkwaardige bescherming bieden, is het van belang om te bepalen van wat voor soort gevaar er sprake is: moeten de aanwezigen beschermd worden tegen een brand, explosie of gifwolk? Pas als het gevaar waar aanwezigen tegen beschermd moeten worden, bekend is, kan bepaald worden of maatregelen tegen deze gevaren gelijkwaardige bescherming bieden. Hierbij is het van belang dat er ook een overlap kan zijn van aandachtsgebieden, waardoor er meerdere gevaren in dat gebied kunnen optreden. Bij de beoordeling of maatregelen gelijkwaardig zijn, moet hiermee rekening gehouden worden.

Afstand tot risicobron

Bij het bepalen of maatregelen gelijkwaardige bescherming bieden, is het van belang dat de effecten binnen een voorschriftengebied kunnen verschillen. Nabij een risicobron is bij een explosie bijvoorbeeld de overdruk doorgaans hoger dan op grotere afstand en bij een brand de warmtestraling. Maatregelen kunnen daarmee aan de rand van een voorschriftengebied gelijkwaardige bescherming bieden, maar nabij een risicobron minder of niet effectief zijn. Zo kan een aarden wal aan de rand van een voorschriftengebied mogelijk wel bestand zijn tegen de drukgolf of warmtestraling en een gelijkwaardige bescherming bieden als bijvoorbeeld een explosie-/brandwerende gevel, maar kan de wal bij een hogere overdruk of warmtestraling bezwijken.

Kenmerken gebied

Een gebied kan specifieke kenmerken hebben die van invloed zijn op de effectiviteit van maatregelen en daarmee de mate waarin maatregelen gelijkwaardige bescherming kunnen bieden. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om:

  • Al aanwezige maatregelen, zoals geluidswal, drempels. greppels, etc.
  • Natuurlijke barrières, zoals rivieren, heuvels, etc. 
  • Inrichting gebied, zoals aanwezige gebouwen en infrastructuur.

Bepalen bescherming tegen explosie geboden door de aanvullende bouweisen

Wanneer helder is wat de (omvang van de) beschermingsopgave is op de locatie waar het beperkt kwetsbaar, kwetsbaar of zeer kwetsbaar gebouw toegestaan wordt, kan worden bepaald welke bouwmaatregelen (conform de bouweisen uit het Bbl) nodig zijn om de mensen in de te bouwen gebouwen bescherming te bieden.

De bouweisen ter beperking van de gevolgen van een explosie zijn weergegeven in artikel 4.96 Bbl. Dit artikelen bevat bouweisen met betrekking bescherming tegen scherfwerking (Nota van toelichting Bbl, paragraaf 4.2.14).

Een initiatiefnemer van een bouwwerk kan verschillende bouwkundige maatregelen treffen om aan deze bouweis te kunnen voldoen. Onderstaand is een  aantal voorbeelden opgenomen van bouwkundige maatregelen die ingezet kunnen worden om de gevolgen van een explosie te beperken. 

Bij een explosie is bescherming nodig tegen de vrijkomende drukgolf (impuls) en de scherfwerking. Eventueel aanwezige bescherming kan falen doordat de plek waar mensen zich bevinden, bezwijkt of doordat er vliegvuil (scherven) binnendringt. In het explosievoorschriftengebied geldt een aanvullende bouweis die bijdraagt aan de geboden bescherming. Deze eis staat omschreven in artikel 4.96 van het Bbl. Dit artikel bevat de volgende verplichting: "In een explosiegebied gelegen beglazing is zodanig dat bij een explosie letsel door scherfwerking wordt voorkomen." Concreet betekent dit dat de beglazing wel mag bezwijken, maar geen gevaarlijke scherven mag veroorzaken of doorlaten. 

De aanvullende bouweis die geldt in het explosievoorschriftengebied kan effectief zijn op plekken waar de aanwezige gebouwen niet bezwijken. Dat is het deel van het aandachtsgebied waar een overdruk van minder dan 30 kPa is te verwachten. Verder is oplettendheid nodig bij combinaties van gevaren (explosie en brand, of explosie en gifwolk). Omdat de beglazing wel mag bezwijken (en aan andere gebouwdelen geen aanvullende eisen worden gesteld) bieden gebouwen na een explosie geen bescherming meer tegen brand of gifwolk. Daarnaast is beglazing die specifiek bescherming biedt tegen explosie in de regel minder geschikt om bescherming te bieden tegen warmtestraling, waardoor maatwerk nodig kan zijn. 

Voorbeelden van bouwmaatregelen ten behoeve van bescherming tegen een explosie van buitenaf

Bouwmaatregelen Uitleg maatregel
Materiaalkeuze Om mensen te beschermen tegen de gevolgen van een explosie zijn materialen die geen scherfwerking geven, zoals daktegels, beter dan materialen die wel scherfwerking geven, zoals glas, vliesgevel of grind.
Dikke gevel Een dikkere gevel kan bescherming bieden tegen een explosie.
Stevige wanden Wanden voorzien van blastproof wallpaper kunnen het risico op verwondingen door rondvliegend puin beperken.
Stevige gevel Door de gevel te bekleden met cortenstaal kan deze explosiebestendig gemaakt worden.
Gesprinkelde buitengevel Bij een gesprinkelde buitengevel wordt water automatisch over de gevel gespoten in geval van nood.
Explosiewerend glas Explosiewerende gelaagde veiligheidsbeglazingen blijven op hun plaats in de sponning na een schokgolf als gevolg van een explosie van buitenaf.

Glas is één van de zwakste schakels van een bouwwerk wanneer het wordt blootgesteld aan een drukgolf. Om de mate van bescherming van glas te beoordelen, is het van belang niet alleen te kijken naar de eigenschappen van het glas zelf, maar ook naar:

  • hoe de krachten die op het glas komen worden overgebracht op het kozijn
  • hoe de krachten die op het kozijn komen, worden overgebracht op het binnen- en buitenblad van de gevel
  • wat de weerstand is die de gevel zelf kan bieden
  • hoe de hoofddraagconstructie de extra belasting van de gevel kan opvangen
  • wat de meest ideale vorm van de kapconstructie is in het kader van weerstand tegen explosies

Bepalen bescherming tegen explosie geboden door alternatieve maatregel

Bij de aanvraag voor de toepassing van een gelijkwaardige maatregel doet de initiatiefnemer een voorstel voor een alternatieve maatregel die (minstens) evenveel bescherming biedt als de bouwmaatregel(en) die toegepast zou worden conform de bouweisen uit het Bbl. De bouweisen uit artikel 4.90 kunnen in de praktijk uitgewisseld worden met omgevingsmaatregelen of bouwmaatregelen die niet voldoen aan de bouweisen uit artikel 4.90 Bbl, maar wel hetzelfde resultaat in termen van bescherming beogen.

Omgevingsmaatregelen zijn maatregelen die in het gebied tussen de risicobron en de (bebouwde) omgeving kunnen worden getroffen ter bescherming van gebouwen of locaties, zoals woningen, kantoren en recreatieterreinen of vitale infrastructuur, zoals waterwingebieden. Door omgevingsmaatregelen wordt de omgeving van de te beschermen gebouwen en locaties zodanig aangepast dat deze meer wordt beschermd tegen de mogelijke effecten van een explosie. Een omgevingsmaatregel kan heel concreet en fysiek zichtbaar zijn, zoals een wal of een greppel, maar ook organisatorisch van aard zijn zoals voorbereiding van hulpdiensten, heldere risicocommunicatie en het onderhoud van schuilplaatsen en vluchtwegen.

Bescherming tegen explosies

Voor het bieden van bescherming tegen explosies zijn slechts beperkte mogelijkheden. In het gebied direct rondom de explosie is de overdruk zo krachtig dat bescherming bijna onmogelijk is, omdat de impuls zorgt voor het wegduwen en instorten van (delen van) constructies. Door het creëren van afstand wordt het gevaar kleiner. Daarnaast kan schaduwwerking van gebouwen worden gebruikt om de aanwezigen in de omgeving meer tijd te bieden om te vluchten naar veiligere plekken.

Maatregelen Uitleg maatregel
Creëren/benutten hoogteverschillen Door hoogteverschillen in de omgeving te creëren of te benutten kan schaduwwerking en afbuiging van een drukgolf gerealiseerd worden om de overdruk waar mensen aan worden blootgesteld in te perken. Hoogteverschillen kunnen bijvoorbeeld gecreëerd worden door het aanbrengen van een wal met voldoende massa en profiel.
Bouwwerken als afscherming Ook door middel van bouwwerken, zoals gebouwen of tunnels, kan schaduwwerking gerealiseerd worden. Een gebouw waar de verblijfstijd van mensen niet samenvalt met de risicovolle activiteit, kan geplaatst worden tussen de risicobron en kwetsbare objecten/vluchtroutes als afscherming. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan het plaatsen van een kantoorpand tussen een spoorlijn (waar alleen ’s nachts vervoer van gevaarlijke stoffen plaatsvindt) en een ziekenhuis.

Besluit over gelijkwaardigheid

Of een maatregel gelijkwaardig is aan de bouweisen uit het Bbl wordt beoordeeld door het bevoegd gezag.

De Omgevingswet biedt veel ruimte voor het bevoegd gezag om binnen kaders eigen afwegingen te maken om de regelgeving toe te spitsen op de lokale situatie. Zo ook bij de beoordeling van aanvragen om in plaats van de bouweisen uit het Bbl een gelijkwaardige maatregel te treffen. Voorwaarde hierbij is dat met de gelijkwaardige maatregel ten minste hetzelfde resultaat moet worden bereikt als met de voorgeschreven maatregel is beoogd. Daarnaast dient te zijn geborgd dat de alternatieve maatregel in stand blijft.

Ter illustratie: een initiatiefnemer kan een aanvraag indienen om voor de bescherming van mensen tegen explosie in plaats van een bouwmaatregel (bijvoorbeeld explosie werende ramen), een omgevingsmaatregel (zoals een aarden wal) te plaatsen. Het bevoegd gezag moet hiervoor toestemming verlenen. Het is hierbij aan de initiatiefnemer om aan te tonen dat met de alternatieve maatregelen een gelijkwaardig beschermingsniveau wordt bereikt.

In het omgevingsplan kan het bevoegd gezag (van de gemeente) een checklist opnemen hoe gelijkwaardigheid te beoordelen.