De Zweedse belangenorganisatie ChemSec heeft koolstofnanobuisjes opgenomen in de ‘Substitute It Now’-lijst’. De stoffen op deze lijst ziet ChemSec als een bedreiging voor de gezondheid van mens en milieu. ChemSec roept de industrie op om deze te vervangen door veiligere stoffen. We lichten de redenen van ChemSec toe en belichten wat dit voor beleidsmakers kan betekenen.

De Zweedse belangenorganisatie ChemSec heeft koolstofnanobuisjes opgenomen in de ‘Substitute It Now’-lijst (SIN-list). Hiermee is voor het eerst een nanomateriaal in de lijst opgenomen. De stoffen op deze lijst ziet ChemSec als een bedreiging voor de gezondheid van mens en milieu.

ChemSec kiest ervoor alle koolstofnanobuisjes als één groep van ongewenste materialen op te nemen. Volgens ChemSec lijken de gevaarseigenschappen van de meeste typen koolstofnanobuisjes namelijk op elkaar. De belangenorganisatie wil op deze manier voorkomen dat bedrijven een ongewenst materiaal vervangen door een (mogelijk) net zo ongewenst materiaal.

ChemSec is een onafhankelijke organisatie die zich inzet om het gebruik van gevaarlijke chemische stoffen uit te bannen. De organisatie probeert invloed uit te oefenen op Europese beleidsmakers en bedrijven. Ook biedt de belangenorganisatie internettools om bedrijven te helpen om gevaarlijke stoffen te identificeren en te vervangen. De meest bekende hiervan is de ‘Substitute It Now’-lijst van stoffen.

De Europese chemicaliënwetgeving REACH Registration, Evaluation, Authorisation and restriction of Chemicals (Registration, Evaluation, Authorisation and restriction of Chemicals) kent ook een lijst van risicovolle stoffen: de lijst van zeer zorgwekkende stoffen. Dit zijn stoffen die voor de mens als kankerverwekkend, schadelijk voor DNA deoxyribonucleic acid (deoxyribonucleic acid) of giftig voor de voortplanting kunnen worden ingedeeld. In het milieu gaat het om stoffen die slecht afbreken, stapelen in de voedselketen en schadelijk voor plant of dier zijn. Deze stoffen kunnen leiden tot milieueffecten op de lange termijn. Een derde categorie zijn stoffen die evenveel zorgen baren als stoffen uit de eerste twee categorieën. Dit zijn bijvoorbeeld hormoonverstorende stoffen.

Onder voorwaarden kunnen bedrijven deze zeer zorgwekkende stoffen soms nog wel voor enige tijd gebruiken. Het gaat dan om toepassingen waar geen alternatieven beschikbaar zijn. Voor toelating moet blootstelling van mens of milieu zo veel mogelijk wordt voorkomen. Ook moeten bedrijven actief op zoek naar alternatieven.

ChemSec gebruikt dezelfde eigenschappen als chemicaliënwetgeving REACH. Hiermee duidt de belangenorganisatie stoffen aan als ‘Substitute It Now’-stoffen voor de SIN-lijst. In de beoordeling werkt ChemSec samen met wetenschappelijke experts. Ook laat ChemSec zich adviseren door organisaties die zich inzetten voor milieu, gezondheid en consumenten. De benodigde gegevens verzamelt de organisatie uit betrouwbare openbare bronnen.

Voor koolstofnanobuisjes geeft ChemSec de volgende reden voor opname in de lijst:

  • Het kankerinstituut van de Wereldgezondheidsorganisatie, IARC, benoemt een bepaald type van koolstofnanobuisjes als mogelijk kankerverwekkend voor de mens. Dit type koolstofnanobuisjes kan tot kanker leiden in proefdieren. Volgens IARC International Agency for Research on Cancer (International Agency for Research on Cancer) zijn er onvoldoende gegevens om een conclusie te trekken over andere koolstofnanobuisjes.
  • Onder chemicaliënwetgeving REACH zijn er aanwijzingen dat een ander type koolstofnanobuisjes schadelijk is voor de voortplanting.
  • Ook zijn er aanwijzingen dat koolstofnanobuisjes zeer slecht afbreekbaar zijn in het milieu. Dit kan leiden tot milieueffecten in de toekomst.

De ‘Substitute It Now’-lijst van stoffen bevat momenteel bijna 1.000 stoffen. Dat zijn er ongeveer drie keer zoveel als in de lijst van REACH. Voor dat verschil wijst ChemSec de traagheid van REACH-processen als belangrijkste oorzaak aan. In tegenstelling tot ChemSec bieden de REACH-processen bijvoorbeeld mogelijkheden tot inspraak voor industrie en Europese lidstaten.

Het verschil tussen SIN -lijst en de REACH-lijst van Zeer Zorgwekkende Stoffen heeft ook andere oorzaken. Sommige stoffen op de SIN-lijst vallen niet onder de registratieplicht van REACH. Ook zijn er stoffen die alleen als tussenproduct in gesloten systemen worden gebruikt.

Ondanks de verschillen tussen de lijsten ziet ChemSec REACH als een belangrijke verordening om de gezondheid van mens en milieu te verbeteren. Ook stimuleert REACH de innovatie van bedrijven, bijvoorbeeld door ze te dwingen op zoek te gaan naar veiliger alternatieven. ChemSec wil vooral dat processen in REACH sneller gaan. Het Europees Agentschap voor Chemische Stoffen (ECHA) is al bezig met het verbeteren van processen in REACH.

RIVM/KIR kennis- en informatiepunt risico’s van nanotechnologie (kennis- en informatiepunt risico’s van nanotechnologie)-overweging

De SIN-lijst geeft een belangrijk signaal over gevaarseigenschappen van stoffen. Volgens ChemSec gebruiken bedrijven de lijst dan ook om te zien welke stoffen ze beter kunnen vermijden. Ook voor beleidsmakers kan de lijst nuttig zijn. Ze kunnen bijvoorbeeld kandidaten voor de REACH-lijst van Zeer Zorgwekkende Stoffen selecteren.

Ook het RIVM ziet dat een deel van de koolstofnanobuisjes stofeigenschappen heeft die gevaren voor de menselijke gezondheid kunnen geven. Voor andere koolstofnanobuisjes zijn in veel gevallen onvoldoende gegevens om hierover een conclusie te trekken. Ook kankerinstituut IARC wijst op dit tekort aan gegevens. Uit voorzorg zou je er dan voor kunnen kiezen om – net als ChemSec – alle koolstofnanobuisjes zeer zorgwekkende stoffen te noemen.

Er zijn echter veel verschillende vormen van koolstofnanobuisjes. Ze kunnen verschillen in lengte, dikte en buigzaamheid. Alleen onbuigzame typen van een zekere lengte en dikte lijken kankerverwekkend te zijn. Buigzame koolstofnanobuisjes klitten vaak in elkaar tot een bolletje. Deze gedragen zich heel anders dan de kankerverwekkende vezels. Er zijn dus aanwijzingen dat niet alle koolstofnanobuisjes kanker veroorzaken. Uit voorzorg alle koolstofnanobuisjes als kankerverwekkend beschouwen lijkt dan te voorzichtig.

Extra aandacht om gegevens over mogelijke risico’s te verkrijgen is dus minstens zo belangrijk. Deze informatie kan dan een bedrijf bijvoorbeeld helpen in een safe-by-design benadering. Op deze manier kunnen bedrijven dan wellicht veiliger koolstofnanobuisjes of juist veilige alternatieve materialen ontwikkelen.

Ook in andere Europese landen zijn er vragen over de veiligheid van koolstofnanobuisjes. Duitsland is in 2019 gestart met een stofevaluatie voor koolstofnanobuisjes. Als aanleiding noemt Duitsland onder andere mogelijk kankerverwekkende eigenschappen. Het stofevaluatieproces is een REACH-proces. Hierin kijkt een land eerst kritisch naar de informatie die de industrie heeft aangeleverd. Hiermee gaat het land na of de zorgen over het veilig gebruik terecht zijn. Het land zal ook overleggen met bedrijven en andere lidstaten. Uitkomsten van deze Duitse stofevaluatie worden vanaf 2021 verwacht.

Duitsland heeft in 2019 ook een voorstel ingediend om een bepaald type koolstofnanobuisjes in te delen als verondersteld kankerverwekkend voor de mens. Het Europese risicobeoordelingscomité (RAC) moet dit voorstel nog bespreken. Pas daarna kan deze indeling van kracht worden.

ChemSec kiest ervoor om alle koolstofnanobuisjes als groep op te nemen als zeer zorgwekkende stoffen. Deze aanpak is binnen de wetgeving van REACH minder gemakkelijk. De chemicaliënwetgeving REACH gaat uit van de registratie van individuele stoffen. Toch zoekt het Europees Agentschap ECHA European Chemicals Agency (European Chemicals Agency) naar manieren om stoffen – en ook nanomaterialen – in groepen te behandelen. Zo kan ECHA de processen versnellen. Bovendien kan dit mogelijk voorkomen dat de industrie een gevaarlijke stof vervangt door een vergelijkbare stof die net zo schadelijk is.