Ratten kunnen ziekteverwekkers zoals virussen, bacteriën of parasieten bij zich dragen waar mensen ziek van kunnen worden. Op deze pagina vind je informatie over het onderzoek dat het RIVM uitvoert naar deze ziekteverwekkers. Ook beheert het RIVM de Rattenmonitor, voor de monitoring van rattenpopulaties.

Heb je overlast van ratten? Ga dan na wat je zelf nog kunt doen om dit tegen te gaan. Als dit niet helpt, kun je voor informatie en hulp bij preventie- en bestrijdingsmaatregelen contact opnemen met professionele plaagdierbeheersers van je gemeente, plaagdierbeheersbedrijven of het Kennis- en Adviescentrum Dierplagen.

Ziekteverwekkers bij ratten

Ratten kunnen verschillende ziekteverwekkers bij zich dragen. Ziekteverwekkers komen via urine, keutels en speeksel van ratten in de omgeving terecht. Sommige ziekteverwekkers zijn zeldzaam. Of soms is de kans veel groter om met de ziekteverwekker in contact te komen via andere routes, bijvoorbeeld via voedsel. Een bekende ziekte die ratten kunnen overdragen is de ziekte van Weil (leptospirose). De ziekte van Weil komt over de hele wereld voor. In Nederland is het aantal mensen dat ziek wordt door de Ziekte van Weil beperkt. Oppervlaktewater dat besmet is door rattenurine is de grootste risicobron voor de mens.

Ook bij ratten die als huisdier of als voederdier worden gehouden kunnen ziekteverwekkers voorkomen. Naast de ziekteverwekker die de ziekte van Weil veroorzaakt, is bijvoorbeeld ook seoulvirus bij gehouden ratten in Nederland gevonden.

Onderzoek naar ratten in de stad

Het RIVM doet onderzoek naar de ziekteverwekkers die ratten in de stad bij zich dragen. Dit doen we in 2020 op verschillende locaties in Amsterdam en Eindhoven.  Ook kijken we welke factoren bepalend zijn voor het aantal ratten op een locatie. Met deze kennis kan beter advies worden gegeven over gerichte (preventieve) maatregelen tegen rattenoverlast.

Rattenpopulaties in Nederland

Kennis over de Nederlandse wilde rattenpopulaties is beperkt. Van 2014 tot 2018 heeft het RIVM in samenwerking met 20 tot 30 Nederlandse gemeentes en plaagdierbeheersbedrijven meldingen van rattenoverlast verzameld. Van 25 gemeentes waren genoeg gegevens om trends te kunnen onderzoeken. Van de 25 gemeentes lieten 12 een significante stijging zien en 3 een significante daling. Het aantal gemeentes is echter te beperkt om goed uitspraken te kunnen doen op landelijk niveau. Het uitbreiden van het aantal deelnemende gemeentes lukte slechts matig. Daarom is in opdracht van de ministeries van VWS Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport) en I&W Ministerie van Infrastructuur & Waterstaat (Ministerie van Infrastructuur & Waterstaat) een nieuwe monitoring ontwikkeld met verschillende stakeholders (veldpartijen en kennisinstituten): de Rattenmonitor.

Rattenmonitor

De Rattenmonitor registreert meldingen van rattenoverlast in Nederland van professioneel plaagdierbeheersers. Deze kunnen werkzaam zijn bij zowel de gemeente als bij commerciële bedrijven. Alle meldingen worden anoniem op wijkniveau in kaart gebracht. Hiermee wordt naar verspreiding en veranderingen van rattenpopulaties gekeken. De verzamelde gegevens kunnen worden gebruikt door gemeentes, plaagdierbeheersbedrijven en onderzoeksinstituten.

Uitleg kaart: deze kaart toont de meldingen van ratten(overlast) in Nederland door professioneel plaagdierbeheersers. De meldingen worden op wijkniveau weergegeven. Hoe donkerder de kleur van de wijk, hoe meer rattenmeldingen er zijn uit die wijk. Hoe meer actieve deelnemers, hoe betrouwbaarder de resultaten. Momenteel is het aantal deelnemers aan de Rattenmonitor nog groeiende en dienen conclusies met betrekking tot de rattenoverlast terughoudend te worden gemaakt.  De kaart kan via het linker menu gecombineerd worden met andere relevante kaarten. Op www.atlasleefomgeving.nl kan deze kaart van rattenmeldingen gecombineerd worden met nog meer kaarten.