Infectieziekten Bulletin, maart 2024

Auteurs

Mare de Boer, sociaal verpleegkundige Infectieziektebestrijding GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) Haaglanden

Dianne van der Zande, arts Maatschappij & Gezondheid Infectieziektebestrijding GGD Haaglanden

Jacqueline van der Marel, beleidsadviseur GGD Haaglanden

 

In 2014 is het werkproces rondom titercontroles bij kinderen van hepatitis B-draagsters na afronding van hun vaccinatieserie geëvalueerd. Daaruit bleek dat er geen goede opvolging van deze titercontroles via de huisarts plaatsvond1. In 2017 schatte de Dienst Vaccinvoorziening en Preventieprogramma's (DVP Dienst Vaccinvoorziening en Preventieprogramma's (Dienst Vaccinvoorziening en Preventieprogramma's)) dat bij slechts 30% de terugkoppeling van de titeruitslag bekend was. Hierdoor is er onvoldoende zicht op de bescherming tegen hepatitis B bij deze groep kinderen.  

Binnen de groep van hepatitis B-positieve zwangeren hebben (hoog besmettelijke) HBeAG hepatitis B-e-antigeen (hepatitis B-e-antigeen)-positieve moeders een verhoogd risico op transmissie van het virus naar hun kind. In het huidige werkproces bij JGZ Jeugdgezondheidszorg (Jeugdgezondheidszorg)-organisaties is de HBeAG-status niet bekend en wordt dit gegeven niet meegenomen in het belang van de titercontrole.  

De afdeling infectieziektebestrijding (IZB Infectieziektebestrijding (Infectieziektebestrijding)) van de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) heeft veel ervaring met contactopvolging bij hepatitis B. De zwangere draagster van hepatitis B wordt tijdens de zwangerschap bij de afdeling IZB gemeld of is al bekend vanuit een eerdere melding. Hun kinderen zijn bovendien nieuwe contacten. Voor deze contacten wordt in de LCI Landelijke coördinatie infectieziektebestrijding (Landelijke coördinatie infectieziektebestrijding)-richtlijn Hepatitis B2 serologische controle aanbevolen na vaccinatie. 

Doel van het project 

In het kader van een RIVM-regioproject heeft de GGD Haaglanden (hierna: de GGD) in samenwerking met een lokale Jeugdgezondheidszorg-organisatie (JGZ) het werkproces gewijzigd door de titercontroles over te nemen van de huisarts en deze actief te vervolgen. Het doel van dit project was om te komen tot een verbetering van het werkproces rondom de titercontrole van kinderen van hepatitis B-draagsters, door samenwerking van JGZ en IZB, om te kijken of dit tot beter inzicht leidt of deze kinderen na de vaccinatieserie ook daadwerkelijk beschermd zijn. 

Opzet en uitvoering van het onderzoek 

In samenwerking met de lokale JGZ-organisatie in Den Haag, het Centrum voor Jeugd en Gezin Den Haag (hierna CJG Local Youth and Family Centres (Local Youth and Family Centres)), is besloten een aangepast werkproces te ontwikkelen. In dit werkproces wordt de taak van de huisarts, het laten uitvoeren van het bloedonderzoek, overgenomen door de afdeling IZB van de GGD. Bij dit bloedonderzoek wordt standaard de anti-HBs hepatitis B surface antigeen (hepatitis B surface antigeen) en de HBsAg hepatitis B surface antigeen (hepatitis B surface antigeen) aangevraagd. Het nieuwe werkproces is in onderstaand blok weergegeven. 

Het nieuwe werkproces

  • Het CJG Local Youth and Family Centres (Local Youth and Family Centres) vraagt toestemming aan ouders voor gegevensoverdracht tussen CJG en GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)
  • Het CJG meldt het kind aan bij de afdeling IZB Infectieziektebestrijding (Infectieziektebestrijding) van de GGD
  • Tijdens het 11 maandenconsult bij het CJG, wordt een informatiebrief en een  laboratoriumformulier van de GGD (aanvrager van het onderzoek) meegegeven aan ouders/verzorgers
  • De afdeling IZB van de GGD belt ouders/verzorgers ter herinnering aan het laboratoriumonderzoek en geeft uitleg over de titerbepaling:
    • 6 weken na de 4e vaccinatie: als er nog geen titeruitslag bekend is
    • 2 weken na het eerste contact: als er nog geen titeruitslag bekend is
    • 4 weken na het eerste contact: als er nog geen titeruitslag bekend is

            Zes weken na het eerste contact met ouders wordt de casus gesloten als er nog geen uitslag bekend is.

  • De afdeling IZB van de GGD bespreekt de uitslag met ouders/verzorgers en koppelt deze per mail terug aan de CJG-arts.
  • Het CJG koppelt de uitslag terug aan het DVP Dienst Vaccinvoorziening en Preventieprogramma's (Dienst Vaccinvoorziening en Preventieprogramma's).

Ter voorbereiding op het nieuwe werkproces hebben projectmedewerkers van de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) presentaties gegeven op verschillende CJG Local Youth and Family Centres (Local Youth and Family Centres)-locaties. De looptijd van het project bedroeg augustus 2019 t/m september 2021. Er zijn in deze periode 69 kinderen, in de leeftijd tussen 0 en 2 jaar*, geïncludeerd in het onderzoek. Het project is uitgevoerd volgens de geplande methode. De looptijd van het project is toegenomen door de coronapandemie.

* Regulier moment 6 weken na 4e vaccinatie (rond 11 maanden). Zie ook kader. Door coronapandemie wat uitloop.

Resultaten werkproces:

  • Bij 40% van de kinderen lieten de ouders/verzorgers op basis van de informatie van het CJG het bloedonderzoek uitvoeren. De GGD nam bij deze ouders/verzorgers alleen contact op over de uitslag.
  • Bij 45% van de kinderen was één telefoongesprek met ouders/verzorgers voldoende om hen te herinneren aan en te motiveren voor het bloedonderzoek.
  • Met de overige 15% heeft de GGD op meerdere momenten contact gezocht/gehad. Bij een kwart van deze groep heeft dit alsnog geleid tot het doen van bloedonderzoek.
  • Alle uitslagen en de betekenis daarvan zijn telefonisch en per brief teruggekoppeld aan de ouders/verzorgers en het CJG. Indien nodig werden de ouders gebeld met ondersteuning van de tolkentelefoon.

Resultaten titerbepaling

Door de gekozen werkwijze - het telefonisch contact opnemen met de ouders na de vaccinatieserie - is bij 60 van de 69 kinderen (89%) de titeruitslag bekend. Alle bekende titeruitslagen zijn > 10 IU/l. Dat wil zeggen dat de kinderen voldoende bescherming hebben opgebouwd tegen hepatitis B. Ook is er een goede respons gezien bij kinderen van HBeAg hepatitis B-e-antigeen (hepatitis B-e-antigeen)-positieve moeders. Dit aantal was echter klein (N=5). Daarnaast zijn er geen kinderen gevonden met een positieve HBsAg hepatitis B surface antigeen (hepatitis B surface antigeen).

Conclusie

Het actief contact opnemen met de ouders/verzorgers na de vaccinatieserie leidt tot een hoger percentage kinderen waarbij een titerbepaling bekend is. Het aanvragen van het bloedonderzoek door de afdeling IZB Infectieziektebestrijding (Infectieziektebestrijding) lijkt hieraan bij te dragen.

Discussie en aanbevelingen

Het actief contact opnemen met de ouders/verzorgers kan uitgevoerd worden door zowel de JGZ Jeugdgezondheidszorg (Jeugdgezondheidszorg) als de afdeling IZB van de GGD. Bij de JGZ is het van belang dat er een verpleegkundige is met kennis over hepatitis B voor het beantwoorden van inhoudelijke vragen en het zorgen voor borging en opvolging van het proces. Bij IZB moeten heldere afspraken gemaakt worden rondom de uitwisseling van kindgegevens met JGZ en DVP Dienst Vaccinvoorziening en Preventieprogramma's (Dienst Vaccinvoorziening en Preventieprogramma's). De aanpassing van het werkproces vraagt tijdsinvestering vanuit de partij (JGZ/IZB) die de actieve rol op zich neemt.

Dit project richtte zich op het werkproces. Echter viel ook op dat alle uitslagen voldoende respons op de hepatitis B-vaccinatieserie lieten zien. Dit komt overeen met eerdere onderzoeken naar de effectiviteit van hepatitis B-vaccinaties bij zuigelingen van hepatitis B-positieve moeders in Nederland3,4. Deze resultaten roepen bij de onderzoekers daarom de vraag op of het wel noodzakelijk is om bij alle kinderen van moeders met hepatitis B een titerbepaling te doen. Een aanbeveling voor de DVP is om te overwegen de titerbepaling te beperken tot risicogroepen, bijvoorbeeld kinderen waarbij de procedure (immunoglobuline en vaccinaties) niet goed verlopen is en kinderen van HBeAg-positieve moeders.

Dit project/onderzoek werd mede mogelijk gemaakt door financiële steun vanuit het programmabudget van de Regionale Ondersteuning van het RIVM Centrum Infectieziektebestrijding.

  1. F.M. van Heiningen, Y.H.H.M Wijnands, I.K. Veldhuijzen, S.J.M. Hahné.
  2. 2015 Verbeterslag nodig in de uitvoering van hepatitis B-serologie bij kinderen van moeders met hepatitis B. Infectieziekten Bulletin. Jaargang 27, nr. 4 (2016): 131-133
  3.  Hepatitis B | LCI richtlijnen (rivm.nl)
  4. Steenbergen J.E. et al. Evaluation of the hepatitis B antenatal screening en neonatal immunization program in Amsterdam, 1993- 1998. Vaccine 2001. Oct 12;20(1-2):7-11)
  5. Geelen S.P.M. Aanpassing van het hepatitis B-vaccinatieschema voor zuigelingen van hepatitis B (HBsAg hepatitis B surface antigeen (hepatitis B surface antigeen))-positieve moeders per 1 januari 2006. Ned Tijdschr Geneesk 2006;150(8):415-18.