Bloed in de ontlasting kan komen door darmkanker of poliepen. Er kunnen ook andere oorzaken zijn. Er is vervolgonderzoek nodig om te kijken waardoor er bloed in de ontlasting zit. Het vervolgonderzoek bestaat uit een gesprek (intake) en een kijkonderzoek van de dikke darm (een coloscopie). U krijgt twee aparte afspraken. 

Gesprek (intake)

U heeft eerst een gesprek met een arts of verpleegkundige in het ziekenhuis of coloscopiecentrum. U bespreekt samen of een coloscopie zinvol en mogelijk bij u is. 

Tijdens het gesprek neemt een arts of verpleegkundige uw medische gegevens met u door. Uw medische gegevens die belangrijk zijn voor dit onderzoek, moeten dan in het ziekenhuis zijn.

Vraag daarom aan uw huisarts vóór u naar het gesprek in het ziekenhuis gaat, om gegevens over:

  • Uw medicijnen. Noteert u ook de zelfzorggeneesmiddelen die u gebruikt? Dit zijn medicijnen als paracetamol, diarreeremmers en laxeermiddelen, die u zonder doktersrecept kunt kopen bij een drogist.
  • Uw allergieën.
  • Uw medische voorgeschiedenis. Vooral eerdere ziekten/problemen met uw hart, longen, hersenen of nieren zijn belangrijk om te weten.

Kijkonderzoek van de dikke darm (coloscopie)

Een coloscopie is een onderzoek waarbij de arts de binnenkant van uw darm goed onderzoekt. De arts gebruikt hiervoor een kijkinstrument: de endoscoop. Een endoscoop is een flexibele slang die ongeveer zo dik is als een vinger. 

De arts schuift de endoscoop via de anus in uw darm. Zo kan de arts in uw darm kijken. Aan het uiteinde van de slang zitten een lampje en een camera. Het lampje zorgt ervoor dat de arts de binnenkant van uw darm goed kan bekijken. De beelden die de camera maakt, zijn te zien op een monitor.

Met een coloscopie kan een arts bijna alle darmafwijkingen opsporen. Voorbeelden van afwijkingen zijn poliepen, tumoren, ontstekingen en zweertjes. Met de coloscopie ontdekt de arts vaak de oorzaak van het bloed dat in uw ontlasting is gevonden.
Een groot voordeel van een inwendig kijkonderzoek is dat de arts direct ook kleine  behandelingen kan uitvoeren. 

Voor de coloscopie: darmen leeg maken

Voordat u een coloscopie kunt ondergaan, moet uw darm helemaal schoon en leeg zijn. De arts kan dan meestal zonder problemen de binnenkant van uw darm goed onderzoeken.

Als voorbereiding op de coloscopie drinkt u thuis sterk laxerende vloeistof. Hierdoor wordt uw ontlasting heel dun en moet u vaak naar het toilet. U mag een aantal uren voor het onderzoek niets eten. 

Poliepen verwijderen of weefsel wegnemen

Als tijdens de coloscopie afwijkingen worden gezien, kan de arts vrijwel altijd direct kleine behandelingen doen. In uitzonderlijke gevallen kan een tweede coloscopie nodig zijn.

De meest voorkomende behandelingen zijn:

  • Een poliep verwijderen. 
  • Een stukje weefsel (biopt) uit de darmwand wegnemen. De arts kan stukjes weefsel wegnemen voor verder onderzoek.

Een laboratorium onderzoekt  het weefsel of de poliep. Er wordt gekeken of het om onrustige cellen of om darmkanker gaat. Ook kunnen ziektes zoals de ziekte van Crohn, colitis ulcerosa of andere darmontstekingen vastgesteld worden. 

De ingrepen zijn vrijwel pijnloos.  Wel is er een kleine kans op complicaties. 

De kans op complicaties

Zoals bij elke medische behandeling kunnen bij een coloscopie complicaties voorkomen. 
De kans op een complicatie is groter als een poliep of stukje weefsel weggehaald moet worden. In 2022 kwamen bij 36 op de 10.000 coloscopieën complicaties voor.

De meest voorkomende complicatie is een bloeding. De bloeding kan direct na het onderzoek optreden, maar ook in de eerste week na het onderzoek. De arts kan de bloeding vrijwel altijd stoppen tijdens dezelfde of een nieuwe coloscopie.

Een zeldzame, maar zeer ernstige complicatie is een darmperforatie. Dit is een gaatje of scheurtje in de wand van de darm. Ontlasting kan op dat moment in de buikholte terecht komen. Hierdoor kan een buikvliesontsteking ontstaan. Dit is een gevaarlijke situatie, waarbij vaak een spoedoperatie nodig is.

Er is een heel kleine kans op overlijden als gevolg van een coloscopie. De kans op een fatale complicatie wordt op basis van onderzoek geschat op 0,23 tot maximaal 0,91 per 10.000 deelnemers die een coloscopie ondergaan binnen het bevolkingsonderzoek.

De uitslag van de coloscopie

Direct na de coloscopie hoort u wat de arts heeft gezien. Als er poliepen zijn gevonden, dan zijn deze meestal verwijderd. Ook kan de arts stukjes weefsel hebben weggehaald. De verwijderde poliepen en stukjes weefsel worden onderzocht in het laboratorium. U krijgt de uitslag van dat onderzoek na ongeveer een week.
 

Er zijn vier verschillende uitslagen mogelijk:

Afbeelding 1: geen poliep

Tekst 1: geen poliep

De arts vindt geen poliepen.
U hoeft de komende tien jaar na het kijkonderzoek niet mee te doen aan het bevolkingsonderzoek.
Dat komt omdat darmkanker heel langzaam ontstaat.
Daarna krijgt u vanzelf weer een uitnodiging om mee te doen, tenzij u dan ouder bent dan 75 jaar.

Afbeelding 2: een of meer kleine poliepen

Tekst 2: een of meer kleine poliepen

De arts vindt één of meer kleine poliep(en).
De arts verwijdert de poliep(en).
De arts spreekt met u over het vervolg.
 

Afbeelding 3: een of meer grote poliepen

Poliepen

Tekst 3: een of meer grote poliepen

De arts vindt één of meer grote poliepen.
De arts verwijdert de poliep(en).
Het is belangrijk om te controleren of opnieuw poliepen in uw dikke darm groeien.
De arts spreekt met u over het vervolg.
 

Afbeelding 4: darmkanker

darmkanker

Tekst 4: darmkanker

De arts heeft darmkanker gevonden.
De arts bespreekt met u welke behandeling het beste voor u is.

Wat is de kans op deze uitslagen?

Als 100 mensen een vervolgonderzoek ondergaan, worden bij 28 van hen geen poliepen gevonden. 40 van de 100 mensen hebben één kleine poliep, 27 van de 100 mensen hebben één of meer grote poliepen. Bij 5 mensen wordt darmkanker gevonden.

Geen volledige zekerheid

De coloscopie geeft geen volledige zekerheid. Er is een kans dat darmkanker of poliepen niet worden gevonden. Bijvoorbeeld als de darm niet goed schoon is. Het is daarom belangrijk om bij klachten aan de darmen altijd uw huisarts te bellen. 

Klachten na coloscopie

Na de coloscopie hebben veel mensen een tijdje klachten, zoals buikpijn, darmkrampen, een opgeblazen gevoel en winderigheid. Ook kunt u wat slijm en vocht verliezen via uw anus. 

Als uw arts een poliep of een stukje weefsel heeft weggehaald, kunt u wat bloed verliezen via de anus. Dit is normaal en stopt meestal een paar dagen na het onderzoek.

Duurt het bloedverlies langer of worden de bloedingen heviger? Neem dan contact op met  het coloscopiecentrum. 

Worden de klachten erger, of krijgt u koorts? Neem dan direct contact op met de dienstdoende maag-darm-leverarts (via de Spoedeisende Hulp van het ziekenhuis in uw buurt).
 

Video: Zo gaat de coloscopie

Wat houdt vervolgonderzoek in? Bekijk de film over het intakegesprek en het inwendig kijkonderzoek: de coloscopie.