In 2023 sportte 56% van de Nederlandse bevolking van 4 jaar of ouder minstens 1 keer per week. Dit percentage is hoger dan in 2022, toen was dit nog 53%.

Sinds 2020 voldoen steeds minder Nederlanders van 4 jaar en ouder aan de beweegrichtlijnen. In 2022 bewoog ruim 44,3% nog voldoende. Vooral jongeren, jongvolwassenen, mensen met betaald werk en hoger opgeleiden bewogen minder dan in 2019.

Biociden zijn veelgebruikte en vaak noodzakelijke bestrijdingsmiddelen. In ziekenhuizen en bij het vervoer van vee, voorkomen desinfectiemiddelen de verspreiding van ziektes. Ook bij de bestrijding van ratten en andere plaagdieren zijn biociden onmisbaar.

In 2022 voldeed 44% van de Nederlandse bevolking van 4 jaar of ouder aan de Beweegrichtlijnen. In 2021 was dit nog 47%. Dat blijkt uit de resultaten van de Gezondheidsenquête/Leefstijlmonitor van het CBS in samenwerking met het RIVM.

Door de coronapandemie kwamen er meer en nieuwe desinfectiemethoden beschikbaar. Deze vallen niet allemaal onder dezelfde wetgeving. Hierdoor zijn er producten op de markt waarvan de werkzaamheid en veiligheid niet door een onafhankelijke instantie is beoordeeld.

Het RIVM heeft voor 18 werkzame stoffen in bestrijdingsmiddelen risicogrenzen bepaald voor oppervlaktewater. Op basis van deze risicogrenzen kan het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat normen bepalen voor de waterkwaliteit.

In Nederland gebruikt bijna een derde (30%) van de fietsers van 12 jaar en ouder een elektrische fiets. Ouderen (65 jaar en ouder) doen dit het meest: ruim de helft van deze groep fietst alleen maar elektrisch. Dat blijkt uit onderzoek van het RIVM onder bijna 7000 mensen. De ruime meerderheid van de deelnemers (70%) kiest voor de e-bike ‘om makkelijker te fietsen’.

Het RIVM onderzocht of er op dit moment stoffen zitten in gewasbeschermingsmiddelen die qua chemische structuur lijken op 5 verboden stoffen. Er zijn sterke aanwijzingen dat deze stoffen neurodegeneratieve ziekten (zoals de ziekte van Parkinson en Alzheimer) kunnen veroorzaken.

Uit onderzoek van het RIVM onder 7000 amateursporters blijkt dat een kwart tot een derde wel eens sportsupplementen gebruikt. Dit gebeurt vooral bij krachtsport, fitness, wielrennen en hardlopen.