De zomereditie van het Infectieziekten Bulletin besteed onder meer aandacht aan kinkhoest, psittacose, norovirus en hiv (humaan immunodeficientievirus).
Kinhoest
De vraag uit de praktijk is gewijd aan kinkhoest: Moet bij kinkhoestverdenking direct behandeld moet worden of gewacht op de uitkomst van diagnostiek? Het RIVM adviseert om bij een sterke verdenking op kinkhoest in een gezin met een niet of onvolledig gevaccineerde zuigeling meteen te starten met profylaxe en niet te wachten op de uitslag van laboratoriumonderzoek, als dat het inzetten van de behandeling vertraagt. Lees meer
Psittacose
Het veldbericht ‘Multidisciplinaire samenwerking bij de bestrijding van psittacose’ beschrijft een praktijkvoorbeeld van een bijna fataal verlopen infectie met Chlamydia psittaci bij een man met verminderde weerstand. De bron van de infectie waren zijn parkieten. Verschillende overheidsinstanties zijn betrokken geweest bij deze casus en door goede samenwerking konden effectieve bestrijdingsmaatregelen genomen worden en kon het gezin worden begeleid. Lees meer
Norovirus
Norovirusinfecties zijn vaak de oorzaak van gastro-enteritis in groepen mensen die dicht op elkaar leven. Uitbraken van norovirus komen dan ook regelmatig voor in ziekenhuizen, verzorgingshuizen en op cruiseschepen. In deze casus was sprake van een uitbraak met dit virus in een veel minder gebruikelijke omgeving: een bedrijventerrein waarop veel hulpverleners werkzaam waren na een grote chemische brand. Lees meer
Hiv (humaan immunodeficientievirus) na PEP
Tussen 2000 en 2009 is het aantal PEP verzoeken sterk gestegen. De hivincidentie onder MSM (mannen die seks hebben met mannen) na PEP was in de meest recente jaren meer dan 4 maal zo hoog als onder de MSM in de Amsterdamse Cohort Studie. Dit wijst op aanhoudend risicogedrag nadat de PEP-kuur is beëindigd. De beschikbaarheid van PEP na een risicovol contact is blijkbaar niet voldoende om hivinfecties onder deze groep te voorkomen. Wereldwijd zijn er nu onderzoeken gaande of pre-expositieprofylaxe hivinfecties voorkomt. Zulke trials vergen onderzoekspopulaties met een hoge hivincidentie. Mogelijk dat MSM die een PEP-verzoek hebben gedaan voor een dergelijke trial in aanmerking zouden kunnen komen. Lees meer