Verantwoording
Aanleiding
Het aanbod van zorg en ondersteuning moet aansluiten op de behoeftes die mensen hebben. Een gedeeld beeld van de sociale en gezondheidssituatie van de bevolking is daarvoor onmisbaar. Net als zicht op de zorgvraag die daar per regio uit voortkomt. Deze regiobeelden kunnen het sociale domein, de curatieve zorg, langdurige zorg en de jeugdzorg omvatten. Dit regiobeeld is geen doel op zich. Het is een middel voor de regio om gezamenlijk richting te geven aan noodzakelijke actie. Het regiobeeld kan gebruikt worden om antwoord te vinden op vragen als:
- Wat doen we al goed in de regio en wat kan beter?
- Welke zorg hebben we in onze regio in de toekomst nodig en hoe anticiperen we daarop met elkaar?
Op basis van dit regiobeeld kan een breed gedragen regiovisie worden opgesteld. Daarnaast kan elke betrokken partij (zoals een zorgverlener, gemeente of zorgverzekeraar) vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid afspraken maken over zorgorganisatie en zorginkoop. De gemeenschappelijke opgave geeft daarmee richting aan de inkoop door gemeenten, zorgverzekeraars en zorgkantoren. Ook geeft het richting aan de manier waarop aanbieders zorg en ondersteuning organiseren en professionals zorg verlenen.
Bètaversie
De website is op dit moment nog in ontwikkeling en een prototype, daarom zal deze constant verbeterd worden. Hiervoor is uw feedback van harte welkom. Lees meer over de bètaversie.
Thema’s
De thema’s voor deze webpagina (zie Tabel 1) zijn geselecteerd op basis van de vragen vanuit de regio’s. De behoeften van zorgprofessionals, beleidsmakers, zorgverzekeraars en inwoners zijn opgehaald gedurende vijf regiobijeenkomsten verspreid door Nederland.
Thema |
Indicator |
Bron |
---|---|---|
Zorggebruik |
Huisartscontacten |
Nivel Zorgregistraties |
Spoed eisende hulp bezoeken |
Letsel Informatiesysteem VeiligheidNL |
|
Zorgzwaartepakketten 5 |
Monitor Langdurige Zorg (CBS) |
|
Aantal ziekenhuisbezoeken |
RIVM via microdata CBS* |
|
DBC gebruik per aandoening |
Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2018 (RIVM) |
|
GGZ-trajecten |
RIVM via microdata CBS* |
|
WMO-cliënten |
Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein – Wet Maatschappelijke Ondersteuning (CBS) |
|
Jeugdhulp trajecten |
RIVM via microdata CBS* |
|
Zorgaanbod |
Nabijheid zorgvoorzieningen |
Centraal Bureau voor de Statistiek |
Mantelzorgpotentieel |
Planbureau voor de Leefomgeving/Centraal Bureau voor de Statistiek |
|
Aandeel 55-plussers met een baan in de zorg |
AZWinfo |
|
Gezondheid en leefstijl |
(Zeer) goed ervaren gezondheid |
Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2016 van GGD'en, CBS en RIVM |
Prevalentie van aandoening |
Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2018 |
|
Leefstijlindicatoren |
Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2018 |
|
Co-morbiditeit |
Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2018 |
|
Bevolkingsontwikkeling |
Bevolkingsontwikkeling |
Planbureau voor de Leefomgeving en Centraal Bureau voor de Statistiek |
Vergrijzing |
Planbureau voor de Leefomgeving en Centraal Bureau voor de Statistiek |
|
Demografische druk |
Planbureau voor de Leefomgeving en Centraal Bureau voor de Statistiek |
|
Bevolkingspiramide |
Planbureau voor de Leefomgeving en Centraal Bureau voor de Statistiek |
|
Sociale omgeving |
Eenzaamheid |
Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2016 van GGD’en , CBS en RIVM |
Regie over het eigen leven |
Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2016 van GGD’en , CBS en RIVM |
|
Sociaal kapitaal |
Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2016 van GGD’en, CBS en RIVM |
|
Fysieke omgeving |
- |
- |
CBS = Centraal Bureau Statistiek voor de Statistiek, GGD = Gemeentelijke Gezondheidsdienst, RIVM = Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu
* RIVM op basis van niet-openbare microdata van het CBS betreffende zorgkosten, zorggebruik en inkomen in de periode van 2011-2016
Meer informatie
- Nivel Zorgregistraties
- Monitor Langdurige Zorg (CBS)
- Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2018 (RIVM)
- Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein – Wet Maatschappelijke Ondersteuning (CBS)
- Letsel Informatiesysteem VeiligheidNL
- AZWInfo
- Bevolkingsgegevens (CBS)
- Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2016 (GGD’en, CBS en RIVM)
- Gezondheidsenquête (CBS)
Methoden
Projecties (VTV 2018)
Voor het maken van toekomstprojecties analyseren we eerst historische data. De input voor deze analyses worden zoveel mogelijk gehaald uit nationale databronnen. In Tabel 2 is een verkort overzicht gegeven van de meest gebruikte bronnen voor de analyses en de projecties. Op VZinfo.nl staat een overzicht en verantwoording van de meeste bronnen.
Bij het analyseren van historische trends wordt er bepaald welke veranderingen er zijn geweest over de tijd. Deze veranderingen zijn geanalyseerd met verschillende regressiemethoden. Met regressiemethoden kunnen verklarende variabelen worden geïdentificeerd die gerelateerd zijn aan een uitkomstvariabele. Op basis van één of meer (onafhankelijke) verklarende variabelen kan dan een projectie gemaakt worden voor een (afhankelijke) uitkomstvariabele.
Onderwerp |
Databron |
Jaren |
Analyse |
Standaardisatie-jaar |
---|---|---|---|---|
Sterfte en doodsoorzaken |
CBS Doodsoorzakenstatistiek |
1996-2015 |
Regressie |
2015 |
Beperkingen en ervaren gezondheid |
CBS Gezondheidsenquête |
1990-2015 |
Regressie |
2015 |
Eenzaamheid |
Gezondheidsmonitor 2012 |
2012 |
n.v.t. |
n.v.t. |
Eigen regie |
Gezondheidsmonitor 2016 |
2016 |
n.v.t. |
n.v.t. |
Incidentie, prevalentie |
NIVEL Zorgregistraties eerste lijn IKNL, LIS, SCP |
Afhankelijk van bron |
Afhankelijk van bron |
2015 |
Vóórkomen chronische aandoening en multimorbiditeit |
NIVEL Zorgregistraties eerste lijn |
2015 |
n.v.t. |
n.v.t. |
Correlatie chronische ziekte, ervaren gezondheid beperkingen, eenzaamheid |
Gezondheidsmonitor 2012 |
2012 |
n.v.t. |
n.v.t. |
Roken, overgewicht, alcoholgebruik, beweeggedrag |
CBS Gezondheidsenquête en Leefstijlmonitor CBS/RIVM/Trimbos-instituut |
1990-2014 |
Regressie |
2011 |
Zorguitgaven |
CBS zorgrekening, Kosten van Ziektestudie RIVM |
1999, 2003, 2007, 2011, 2015 |
Jaarlijkse groei |
n.v.t. |
De projecties zijn beleidsarm uitgevoerd. Dat wil zeggen dat het bestaande beleid doorgaat en nieuw beleid niet wordt meegenomen. Daarmee wordt er in de analyses van historische data een inherente, impliciete trend van (historisch) beleid meegenomen. Het effect dat het beleid gehad heeft op de historische trends, verschilt per onderwerp. Zo is het effect van het beleid in de afgelopen jaren op zorguitgaven waarschijnlijk groter dan bijvoorbeeld het beleid op overgewicht. Echter, in de historische analyses kunnen de effecten van beleid niet worden onderscheiden van andere effecten zoals inkomensontwikkelingen. Beleidsarm in de projecties houdt dan ook in dat er wel sprake is van historisch, trendmatig beleid maar dat er geen nieuw of additioneel beleid wordt ingevoerd.
Voor het doen van een projectie worden er de volgende methoden toegepast:
- Demografische projecties: Hierbij worden op basis van alleen toekomstige veranderingen van de omvang en leeftijdsopbouw van de bevolking projecties gemaakt terwijl de relatieve geslachts- en leeftijdsspecifieke cijfers (bijvoorbeeld van prevalentie) uit het beginjaar van de projectie constant worden gehouden. Deze methode wordt toegepast als er geen historische reeksen beschikbaar zijn (bijv. bij de meeste incidentie en prevalentie data) of als de analyses van de historische data geen veranderingen over de tijd hebben aangetoond, of als deze veranderingen onvoldoende robuust zijn. Hiermee worden de toekomstige veranderingen volledig bepaald door de enerzijds de omvang van de bevolking en anderzijds door de veranderende leeftijdsstructuur zoals de vergrijzing.
- Demografische + Epidemiologische projecties: Als er wel veranderingen zijn gevonden in de relatieve geslachts- en leeftijdsspecifieke cijfers zijn deze veranderingen geprojecteerd naar de toekomst. Deze toekomstige veranderingen komen dan bovenop de eerder genoemde demografische veranderingen
De projecties in de meeste thema’s zijn gebaseerd op een combinatie van demografische en epidemiologische projecties. Daar waar geen adequate historische trenddata beschikbaar zijn, wordt alleen een demografische projectie gedaan.
Voor de projecties wordt er veelvuldig gebruik gemaakt van de bevolkingsprognose van het CBS, de Kernprognose 2016-2060. Zo worden de toekomstige bevolkingsomvang en -structuur als onderlegger gebruikt voor bijvoorbeeld incidentie en prevalentie projecties en zorguitgaven. De Kernprognose 2016–2060 beschrijft de verwachte ontwikkeling van de Nederlandse bevolking tussen 2016 en 2060 op basis van veronderstellingen voor kindertal, migratie en sterfte, en is een update van de Bevolkingsprognose 2014–2060, die in december 2014 werd gepubliceerd. De sterfteprognose van de Kernprognose wordt gebruikt als uitgangspunt voor het projecteren van doodsoorzaak-specifieke sterfte en ook de bijbehorende levensverwachting wordt overgenomen uit de bevolkingsprognose van het CBS.
SMAP
In het kader van de Gezondheidsmonitor zijn via vragenlijsten gegevens over gezondheid en leefstijl verzameld over volwassenen van 19 jaar en ouder. De ruim 457.000 deelnemers aan de Gezondheidsmonitor zijn anoniem in een beveiligde omgeving gekoppeld aan registratiebestanden van het CBS. Deze bestanden bevatten informatie over een reeks achtergrondkenmerken, zoals leeftijd, geslacht, herkomst, huishoudsamenstelling, opleidingsniveau, inkomen en woningtype. Er is een statistisch model gebruikt om de gezondheid en leefstijl te relateren aan deze achtergrondkenmerken. Ook wordt informatie uit de naastgelegen gebieden meegenomen. Door middel van deze relatie is het daarna mogelijk om voor alle volwassenen hun verwachte gezondheid en leefstijl te berekenen. De uitkomsten worden vervolgens gemiddeld over de betreffende wijk of buurt.
De cijfers op wijk- en buurtniveau moeten met voorzichtigheid worden gebruikt. Met het model wordt de werkelijkheid zo goed mogelijk benaderd, maar de cijfers blijven schattingen van de werkelijkheid. Daarom worden de uitkomsten ook als hele cijfers (dus zonder decimalen) gepresenteerd.
De cijfers uit de Gezondheidsmonitor die zijn verkregen met behulp van weegmethoden zijn echter ook een benadering van de werkelijkheid. De weging is nodig vanwege o.a. selectieve non-respons. Net zoals bij de berekeningen van de wijk- en buurtcijfers zijn de weegfactoren van het CBS ook gebaseerd op achtergrondkenmerken van de respondenten.
Een uitgebreide toelichting op de gebruikte methode is beschreven in een wetenschappelijk artikel. Voor de cijfers van 2016 zijn enkele aanpassingen gedaan aan het model.