We onderzochten of jongeren behoefte hadden aan extra hulp of steun tijdens de coronaperiode. Als jongeren hulp nodig hadden bij schoolwerk of omdat zij niet lekker in hun vel zaten, vroegen wij hen ook of ze deze hulp gekregen hebben. Hier bespreken we de resultaten van het derde kwartaalonderzoek (maart 2022). Dat is onderdeel van het Gezondheidsonderzoek COVID-19.  

Rectificatie Jeugd ronde 3

Het RIVM heeft na verdiepende analyses ontdekt dat er fouten zaten in de geleverde data. Daarom zijn op 31 augustus 2022 de percentages bijgesteld (de hoofdboodschap blijft hetzelfde).

Meeste jongeren behoefte aan extra hulp

Jongeren vertelden of zij extra hulp of steun nodig hadden tijdens de coronaperiode. Ze konden aangeven aan welke steun of hulp zij behoefte hadden. De meerderheid van de jongeren (51%) heeft 1 of meerdere hulpbehoeften aangevinkt. In december 2021 was dit 18% en in september 2021 37%. Jongeren hadden het vaakst behoefte aan mentale hulp (24%), aan hulp met school (19%) en aan hulp om met de drukte van werk/studie en privéleven om te gaan (15%). De grafiek hieronder laat zien aan welke extra hulp jongeren behoefte hadden. 

Meisjes en 18-25 jarigen gaven vaker aan dat ze mentale hulp nodig hadden. Ook jongeren die niet meer bij hun ouders wonen en jongeren die nog last hadden van een meegemaakte gebeurtenis, zeiden vaker dat zij behoefte hadden aan hulp of steun tijdens de coronaperiode.  

Sommigen zochten of vonden geen hulp 

Jongeren zochten soms geen extra hulp, terwijl ze daar wel behoefte aan hadden. Zo zocht een kwart van de jongeren die behoefte had aan steun, omdat ze niet lekker in hun vel zaten, geen hulp. Andere jongeren konden geen hulp vinden. Van de jongeren die hulp zochten bij schoolwerk kon 9% geen hulp vinden en voor wie behoefte had aan steun omdat ze niet lekker in hun vel zaten was dat 11%. In de grafiek hieronder staat of jongeren zochten naar hulp en zo ja, of ze die hebben gevonden.