In maart 2026 brengt de Gezondheidsraad advies uit over wie er dat jaar meer risico lopen om ernstig ziek te worden door corona.
De volgende mensen hadden in 2025 een groter risico om ernstig ziek te worden door corona:
- Mensen van 60 jaar of ouder
- Mensen van 50 jaar of ouder met een onderliggende aandoening of chronische ziekte die jaarlijks een uitnodiging krijgen voor de griepprik
- Volwassenen met een chronische ziekte of ernstige afweerstoornis bij wie de bescherming door vaccinatie onvoldoende, of de duur van bescherming korter is.
- Kinderen met een chronische ziekte of een ernstige afweerstoornis.
Meer over de risicogroepen vindt u in het advies van de Gezondheidsraad 2025.
Risicogroepen die een grotere kans hebben ernstig ziek te worden door corona
Medische risicogroep:
Personen van 50 jaar en ouder met:
- een longziekte, zoals astma waarvoor ontstekingsremmers gebruikt worden, COPD (Chronic Obstructive Pulmonary Disease (chronische bronchitis of longemfyseem) ) (chronische bronchitis of longemfyseem) ) en ernstige en langdurige longschade na COVID-19;
- een probleem in de functie van het hart, zoals na een hartaanval, hartritmestoornissen of hartfalen;
- Diabetes type 1 en 2;
- een nierziekte;
- weinig afweer door een ziekte (bijvoorbeeld HIV (humaan immunodeficientievirus) door een medische behandeling, zoals chemotherapie of een beenmergtransplantatie, of door medicijnen die uw afweer lager maken;
- neurologische en neuromusculaire ziekten (NNMD) zoals mensen met een spierziekte of andere ziekte(n) aan het zenuwstelsel zoals Parkinson of ALS (Amyotrofische Laterale Sclerose ), mensen die een hersenbloeding of herseninfarct doormaakten, mensen met epilepsie of kinderen met psychomotore aandoeningen (algehele ontwikkelingsachterstand);
- dementie;
- een cochleair implantaat;
- een verstandelijke beperking;
Voor meer informatie over bovenstaande medische risicogroepen (griepprikgroep vanaf 50 jaar) zie de website van de NHG.
Medisch hoogrisicogroep vanaf 18 jaar:
- Bewoners van instellingen voor langdurige zorg, zoals:
- verpleeghuizen,
- instellingen voor mensen met een verstandelijke beperking,
- woonvormen in de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) waar zorg of begeleiding wordt geboden.
- Mensen met een kwaadaardige (maligne) aandoening van bloedcellen, beenmergcellen of lymfklieren (hematologische kanker, zoals leukemie of lymfoom):
- die in de afgelopen 5 jaar deze diagnose kregen,
- of bij wie deze ziekte chronisch aanwezig is.
- Mensen met sikkelcelziekte.
- Mensen met ernstig nierfalen, die:
- afhankelijk zijn van dialyse,
- of voorbereid worden op dialyse.
- Mensen die een orgaan-, stamcel- of beenmergtransplantatie hebben ondergaan, of die op een wachtlijst staan voor zo’n transplantatie.
- Mensen met een ernstige, aangeboren afweerstoornis (primaire immuundeficiëntie).
- Mensen met spierzwakte door ernstige aandoeningen van het zenuwstelsel (bijvoorbeeld aan hersenen, ruggenmerg of perifere zenuwen) waardoor er een probleem is met de ademhaling. Zoals mensen die thuisbeademing nodig hebben.
- Mensen met een kwaadaardige tumor (kanker) die in de afgelopen 6 maanden zijn behandeld met:
- chemotherapie,
- en/of radiotherapie.
- Mensen met het syndroom van Down.
- Mensen die medicijnen gebruiken die het afweersysteem sterk onderdrukken, zoals:
- anti-CD20-therapie (bijv. rituximab, ocrelizumab),
- middelen die het aantal witte bloedcellen sterk verlagen (bijv. fingolimod, cyclofosfamide),
- mycofenolaat mofetil in combinatie met andere afweeronderdrukkende medicijnen.
Als u twijfelt of uw medicatie hieronder valt, neem dan contact op met uw behandelend arts.
- Mensen met zeer ernstig overgewicht (een BMI (Body Mass Index. De BMI is een index die de verhouding tussen lengte en gewicht bij een persoon weergeeft. De BMI wordt veel gebruikt om een indicatie te krijgen of er sprake is van overgewicht of ondergewicht.) van 40 of hoger).
Kinderen medisch-hoogrisicogroep vanaf 6 maanden t/m 17 jaar oud
Door een onderliggende ziekte of afweer-onderdrukkende medicatie kunnen sommige kinderen ernstig ziek worden door corona. Ondanks eerdere vaccinatie(s) en/of coronabesmetting(en). Meestal is 1 vaccinatie in het najaar genoeg. De behandelend kinderarts kan uw kind doorsturen voor een extra coronaprik indien dit nodig is.
De criteria voor kinderen met een verhoogd medisch risico zijn opgesteld door de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde (NVK). Deze zijn terug te vinden in de COVID-19-vaccinatie | LCI richtlijnen (rivm.nl)
Risicogroepen waarvoor één coronaprik per jaar niet genoeg is
Voor de meeste mensen uit de risicogroepen is één jaarlijkse coronaprik in het najaar genoeg om de bestaande afweer te versterken. Sommige mensen met een ernstige afweerstoornis bouwen niet genoeg afweer op tegen het coronavirus na één coronaprik. Ook kan bij hen de duur van bescherming korter zijn dan bij mensen zonder ernstige afweerstoornis. Zij houden een hoog risico om ernstig ziek te worden van het coronavirus. Een extra coronaprik kan dan nodig zijn. Het is nog niet voor iedere patiënt goed te voorspellen of vaccinaties voldoende beschermen.
De behandelend arts kan een patiënt doorsturen naar de GGD met een verwijsbrief voor een extra coronaprik of een nieuwe serie van coronaprikken. Een nieuwe serie wordt alleen geadviseerd bij verlies van immuniteit na sommige afweer-onderdrukkende behandelingen.