Een bevolkingsonderzoek of screening is een medisch onderzoek bij mensen die geen klachten over hun gezondheid hebben. Het onderzoek heeft als doel om ziekte te vinden. Of een erfelijke aanleg voor ziekte, of factoren die de kans op ziekte groter maken. Hoe eerder een ziekte of het begin daarvan wordt ontdekt, hoe sneller de behandeling kan beginnen. De kans op genezing of minder klachten is dan groter. Bij vroege ontdekking is de behandeling vaak minder ingrijpend.
Welke bevolkingsonderzoeken en screeningen zijn er in Nederland?
Op verschillende momenten in hun leven kunnen mensen meedoen aan bevolkingsonderzoeken. Er zijn negen verschillende bevolkingsonderzoeken vanuit het Nationaal Programma Bevolkingsonderzoek. Zes van deze screeningen zijn tijdens de zwangerschap of net na de geboorte. De andere drie zijn de bevolkingsonderzoeken naar kanker (baarmoederhalskanker, borstkanker en darmkanker). De overheid nodigt mensen uit om mee te doen aan deze onderzoeken.
Aan de verschillende bevolkingsonderzoeken doen verschillende groepen mensen mee. Bijvoorbeeld zwangere vrouwen, pasgeboren kinderen, vrouwen boven de 50 jaar, enzovoort. Iemand uit een bevolkingsgroep krijgt automatisch een uitnodiging om mee te doen aan het onderzoek.
Per bevolkingsonderzoek verschilt het of hoe vaak mensen een uitnodiging krijgen om mee te doen. Een keer of meerdere keren met een tijd ertussen. Bijvoorbeeld de hielprikscreening, dat onderzoek vindt een keer plaats. Voor de bevolkingsonderzoeken naar borstkanker en baarmoederhalskanker krijgen vrouwen meerdere keren een uitnodiging.
Deelname aan de bevolkingsonderzoeken en screening is vrijwillig. U krijgt samen met de uitnodiging ook informatie over het onderzoek en mag zelf beslissen of u mee wilt doen.
Een bevolkingsonderzoek naar een bepaalde ziekte is niet voor mensen die deze ziekte al hebben en hiervoor onder behandeling of controle zijn. Mensen met klachten die te maken hebben met deze ziekte kunnen beter ook niet meedoen aan het onderzoek. Zij moeten naar de huisarts gaan.
Als bij het onderzoek alles goed is, dan zijn er geen bijzondere dingen gevonden. Soms vinden de onderzoekers wel iets dat anders is dan normaal. Dit heet een afwijkende uitslag.
Lees meer over de mogelijke testuitslagen
Bij een afwijkende uitslag is iemand niet altijd ziek. Er is dan meer onderzoek nodig. Na dat onderzoek kunnen artsen pas een definitieve diagnose stellen. Het kan dat de persoon de ziekte toch niet heeft.
Dit vervolgonderzoek en de behandeling erna, als blijkt dat iemand de ziekte heeft, gebeurt meestal in het ziekenhuis of in een speciaal centrum. Dit valt niet meer onder het bevolkingsonderzoek.
Als iemand de ziekte wel heeft en een behandeling nodig heeft, dan gaat die persoon daarvoor naar een ziekenhuis of speciaal centrum. De persoon wordt dan verwezen naar de reguliere zorg. De behandeling maakt geen deel meer uit van het bevolkingsonderzoek.
De bevolkingsonderzoeken zijn in het hele land hetzelfde. Zij voldoen aan hoge kwaliteitseisen. Het maakt dus niet uit welke huisarts, welk ziekenhuis of welke screeningsorganisatie het onderzoek uitvoert.
Bevolkingsonderzoek is gratis voor deelnemers. De overheid betaalt de bevolkingsonderzoeken. Daardoor kan iedereen uit een bepaalde bevolkingsgroep meedoen met bevolkingsonderzoek.
Mensen kunnen zelf hun gezondheid testen of laten onderzoeken. Bijvoorbeeld met een cholesteroltest die te koop is bij de apotheek. Of door vragenlijsten in te vullen op internet. Ook zijn er testen die je zelf kunt doen voor kanker, diabetes (glucosetesten) en nierfalen. Deze testen heten zelfafnametesten.
Wilt u meer weten over zelftesten of denkt u erover om uw gezondheid te laten onderzoeken? Op 'Gezondheidstesten' kunt u meer lezen. Bijvoorbeeld wat de voordelen en nadelen zijn. En welke vragen u vooraf zou kunnen stellen.