5 vragen aan Pop Romijn

Afbeelding Pop Romijn Pop Romijn was secretaris van de Coördinatiecommissie borstkankeronderzoek bij de Ziekenfondsraad (het latere CVZ). Zij deed het werk vanaf het begin van het bevolkingsonderzoek tot haar pensioen in 2003.

Lag een bevolkingsonderzoek voor de hand eind jaren '80?
'Nou, dat is een hele discussie geweest. Aan de ene kant spaar je mensenlevens door borstkanker in een vroeg stadium op te sporen. Aan de andere kant zijn er altijd critici geweest. Zij zeiden bijvoorbeeld: je weet niet wat je mensen aandoet als je vertelt dat ze mogelijk borstkanker hebben. Er is goed naar alle kritiek geluisterd, maar de gewonnen levensjaren gaven voor de Gezondheidsraad de doorslag.'

Waren er andere landen die als voorbeeld dienden?
'Ja, we hebben bijvoorbeeld goed gekeken naar het borstkankeronderzoek in Zweden. Daar was men al een stuk verder. In Zweden hebben we het idee van de mobiele units opgedaan. De onderzoeksapparatuur is te duur om in alle huisartspraktijken of GGD's neer te zetten. Tegelijkertijd willen mensen niet te ver reizen. Met mobiele units breng je het bevolkingsonderzoek naar hen toe.'

Hoe verliep de invoering vanaf 1990?
'Dat gebeurde geleidelijk per regio. Het bevolkingsonderzoek was dus niet vanaf het begin landelijk dekkend. Nijmegen en Utrecht liepen voorop, want zij hadden de jaren ervoor al ervaring opgedaan met een proefbevolkingsonderzoek. Amsterdam volgde al snel, net als Rotterdam. In de regio's waar het bevolkingsonderzoek van start ging, werd overigens meteen de volledige doelgroep uitgenodigd.'

Was er genoeg personeel voor het bevolkingsonderzoek?
'Er is eigenlijk altijd een tekort aan laboranten geweest. Zij bedienen de apparatuur, begeleiden de vrouwen en ontwikkelden de foto’s. De meeste laboranten waren vrouw. Ze moesten bereid zijn om veel te reizen. De opleiding duurde twee weken en kon in het begin alleen in Nijmegen worden gevolgd. Dat was voor veel vrouwen allemaal lastig te combineren met een gezin.'

Wat vond u het meest boeiend aan uw werk als commissiesecretaris?
'Ik vond het heel interessant om discussies te voeren met allerlei beroepsgroepen en instanties. Ik kwam in contact met bijvoorbeeld radiologen, pathologen en chirurgen. Onze aandacht hield niet op bij de uitslag van het bevolkingsonderzoek. Ook het vervolgtraject is van groot belang. Hoe richt je een mammapoli in? Hoe begeleid je cliënten? En hoe garandeer je de kwaliteit van behandelingen? Ik heb dat altijd met veel belangstelling gevolgd.'


Bijbehorende tijdlijn items:
1987 De voorbereidingen beginnen
1990 Landelijke invoering
Terug naar tijdlijn

5 vragen aan Bert Boer

Afbeelding Bert Boer Bert Boer was in de jaren '90 voorzitter van de Coördinatiecommissie borstkankeronderzoek bij de Ziekenfondsraad (later het CVZ). Sinds 2012 is hij lid en sinds 2014 voorzitter van de Raad van Toezicht van het LRCB (Landelijk Referentiecentrum voor Bevolkingsonderzoek).

Hoe verklaart u het succes van het bevolkingsonderzoek?
'Er is altijd veel onderzoek gedaan naar de optimale uitvoering van het bevolkingsonderzoek. Dat gebeurde al voor de start van het bevolkingsonderzoek, maar ook daarna zijn de kosten en effectiviteit steeds onderzocht. Dat gebeurde vaak door uiteenlopende scenario’s door te rekenen. Daardoor weten we wat de gevolgen zijn van verschillende andere leeftijdsgrenzen, screeningsintervallen of afkappunten.'

Wat maakt het Nederlandse bevolkingsonderzoek zo bijzonder?
'In het bevolkingsonderzoek speelt confectie een sleutelrol. En met confectie bedoel ik: maximale standaardisering, vanaf de uitnodiging tot en met de uitslag van het onderzoek. Dat is wat mij betreft een van de belangrijkste succesfactoren.'

Het maatwerk vindt plaats in de curatieve zorg. Botsen confectie en maatwerk nooit?
'O ja, confectie en maatwerk botsen voortdurend met elkaar. Daarbij spelen allerlei individuele beroepsbelangen een rol. In de coördinatiecommissie zaten minstens zeven verschillende disciplines, van epidemioloog tot jurist. Dat maakte het proces overigens buitengewoon boeiend. Het is de kunst om in zo'n situatie op zoek te gaan naar het gebied waar alle belangen overlappen. Zodra mensen die overlap ontdekken, ontstaat er iets moois.'

U bent nog steeds bij het bevolkingsonderzoek betrokken, als voorzitter van de Raad van Toezicht van het LRCB...
'Ik beschouw het LRCB en het LETB (Landelijk Evaluatieteam Bevolkingsonderzoek Borstkanker) als twee satellieten van het bevolkingsonderzoek. Zij zorgen ervoor dat het bevolkingsonderzoek wordt geflankeerd door evaluatie en kwaliteitsbewaking op hoog academisch niveau. De manier waarop dat gebeurt is voorbeeldig, ook voor de curatieve zorg in Nederland.'

Hoe verklaart u dat er ondanks het vele onderzoek soms nog steeds discussie is over het bevolkingsonderzoek?
'Die discussie ontstaat vaak door internationale vergelijkingen. Bijvoorbeeld omdat er in andere landen effectiviteitsstudies zijn uitgevoerd met andere uitkomsten. Dat komt naar mijn idee doordat het bevolkingsonderzoek daar niet optimaal wordt uitgevoerd. Er kan veel mis gaan bij een bevolkingsonderzoek. En als dat gebeurt, gaan veel van de voordelen verloren. Dat zie je in die buitenlandse studies terug.'


Bijbehorende tijdlijn items:
1998 De leeftijdsgrens schuift op
2002 Verbeteringen in het onderzoek
Terug naar tijdlijn

5 vragen aan Annemieke Bartels

Afbeelding Annemieke Bartels Annemieke Bartels werd in 2000 directeur van Preventicon, een voorloper van screeningsorganisatie Bevolkingsonderzoek Midden-West. Van 2009 tot haar pensioen in 2012 was ze bestuurder van Bevolkingsonderzoek Midden-West.

Het bevolkingsonderzoek heeft veel gebruik gemaakt van mobiele units. Was er altijd plek om die te plaatsen?
'Dat was een hele puzzel. De mobiele units moesten op een plek staan waar in elk geval water en elektriciteit voorhanden waren. Daarnaast was er parkeerruimte nodig en moest de unit natuurlijk goed bereikbaar zijn. Daarover hebben we veel onderhandeld met gemeenten. Het kwam wel eens voor dat een plek niet beschikbaar was omdat het circus er stond. Daarom planden we alles een halfjaar van tevoren in.'

Ging er wel eens iets mis?
'Oja, je moest eens weten hoeveel elektriciteitskabels er zijn gestolen! Vooral 's winters is dat een ramp want dan moeten de unit en de apparatuur eerst helemaal worden opgewarmd. Dan zit er niets anders op dan afspraken af te bellen. Ik herinner me ook dat een tas met uitnodigingen in een sloot was beland. Maar dat waren allemaal incidenten. De kabels zijn tegenwoordig van een chip voorzien zodat ze traceerbaar zijn.'

Wisten vrouwen de units goed te vinden in de begintijd?
'Onze eerste mobiele unit stond op het Vreeburg in Utrecht. We hebben toen vrouwen op straat aangesproken om ze te wijzen op het bestaan van het bevolkingsonderzoek. De media speelden in die tijd nog niet zo'n grote rol in het leven. Toen het bevolkingsonderzoek ingeburgerd raakte, hebben we het aantal standplaatsen van de units ingeperkt. Want het vervoeren en steeds weer opstarten van een unit kost veel onderzoekstijd.'

Hoe heeft u de digitalisering rond diezelfde tijd ervaren?
'Dat zorgde voor grote veranderingen. En the show must go on. Ik vond het een leuke tijd. Er kwamen nieuwe units, met nieuwe apparatuur. Dat was spannend: ontdekken we meer op digitale foto's? Tegelijkertijd moesten de foto's van vorige onderzoeken ook digitaal beschikbaar komen, zodat ze op de werkstations konden worden vergeleken met de nieuwe foto's. Samen met werkstudenten hebben we miljoenen foto's ingescand.'

U heeft veel veranderingen meegemaakt...
'En er zal nog van alles veranderen. Er lopen op dit moment bijvoorbeeld twee interessante studies, die ik van een afstandje volg. De ene is de MASS-studie, die zich richt op een andere verwijzingsstrategie. Daarbij wachten we nog op sommige resultaten. De andere studie die ik wil noemen is de DENSE-studie, waarin vrouwen met zeer dicht borstweefsel aanvullend MRI-scans in het ziekenhuis aangeboden krijgen. Ook daar is het wachten op de uitkomsten. Het onderzoek staat dus niet stil!'


Bijbehorende tijdlijn items:
1990 Landelijke invoering
2010 Borstfoto's voortaan digitaal
Terug naar tijdlijn