In de eerste jaren van de corona-epidemie werden veel luchtweginfecties anders dan COVID-19 minder gemeld. In het winterseizoen van 2022/2023 was het aantal gemelde infecties weer ongeveer hetzelfde als voor de corona-epidemie. Soms zelfs wat hoger. Dit blijkt uit het overzicht van het aantal patiënten met griep en andere luchtweginfecties. Het RIVM publiceert deze cijfers ieder najaar.
Op deze pagina staan de belangrijkste cijfers over de verspreiding van luchtweginfecties in Nederland. De cijfers gaan over het seizoen 2022-2023.
Coronavirus
In de winter van 2022/2023 ging de omikronvariant van het coronavirus rond. Van deze variant werden mensen minder ernstig ziek dan van de varianten ervoor. Daardoor werden minder mensen in het ziekenhuis opgenomen.
Tussen mei 2022 en mei 2023 waren er vier golven in de corona-epidemie in Nederland, allemaal veroorzaakt door de Omikron-variant. Van deze variant werden mensen minder ernstig ziek dan van de vorige, waardoor er minder ziekenhuisopnames waren.
In deze periode zijn 28.633 mensen met een positieve corona testuitslag opgenomen in het ziekenhuis, waarvan 1.812 op de intensive care. Van mei 2022 tot en met mei 2023 is van 5.349 mensen bekend dat ze zijn overleden aan corona.
Figuur 1. Kerncijfers COVID-19
Figuur 1 toont de kerncijfers van het coronavirus SARS (severe acute respiratory syndrome)-CoV (coronavirus)-2. Het gaat om cijfers van week 21 2022 tot en met week 20 2023. De meest voorkomende varianten waren allemaal subvarianten van Omikron: BA.5, BQ.1 en XBB 1.5. Er waren 4 coronagolven. De pieken waren eind juni 2022, half oktober 2022, eind december 2022 en begin maart 2023. ±28.650 mensen lagen in het ziekenhuis met het coronavirus. ±1.800 mensen kwamen op de IC (intensive care) terecht. Verpleeghuizen meldden ±31.000 infecties met het coronavirus. ±5.350 mensen met het coronavirus overleden.
Griep
De griepepidemie in de winter van 2022/2023 begon in week 50 en duurde 14 weken. Ongeveer 169.000 mensen gingen naar de huisarts met griepachtige klachten. Dit waren er meer dan in het winterseizoen ervoor, maar nog steeds minder dan voor de corona-epidemie.
Naar schatting hebben tussen oktober 2022 en mei 2023 ongeveer 873.000 mensen de griep gehad. Mensen zijn vooral ziek geworden van het type A(H1N1)pdm09 en B (Victoria-lijn). Ook is het type A(H3N2) griepvirus vaak gevonden. Mensen die de griepprik hebben gehaald, hadden 52 procent minder kans om griep te krijgen. Dat is ongeveer hetzelfde als voor de corona-epidemie.
Figuur 2. Kerncijfers griep
Figuur 2 toont de kerncijfers over griep, dat wordt veroorzaakt door het influenzavirus. Het gaat om cijfers van week 40 2022 tot en met week 20 2023. De griepepidemie duurde ongeveer 14 weken en begon half december 2022. ±837.000 mensen hadden klachten van het griepvirus. ±169.000 mensen bezochten de huisarts met griepachtige klachten. De belangrijkste soorten griepvirussen waren A(H1N1)pdm09 en B/Victoria. Mensen die de griepprik haalden, hadden ±52% minder kans om griep te krijgen.
RS (respiratoir syncytieel)-virus
Aan het eind van de zomer in 2022 begon het aantal RS-virus infecties te dalen, nadat deze infecties ruim een jaar lang veel vaker waren gemeld. In het najaar steeg het aantal infecties en het aantal ziekenhuisopnames van kinderen onder de 2 jaar weer. Dit aantal was het hoogst in de laatste weken van 2022. Ook in de winter van 2022/2023 was het aantal gemelde infecties veel hoger dan in eerdere winters.
In de figuur hieronder laat de belangrijkste informatie zien over het RS-virus in Nederland.
Figuur 3. Kerncijfers RS-virus
Figuur 3 toont de kerncijfers over het RS (respiratoir syncytieel)-virus. Een virus dat infecties aan de luchtwegen veroorzaakt, zoals bronchiolitis. Het gaat om cijfers van week 40 2022 tot en met week 20 2023. Het RS-virus komt vooral voor bij hele jonge kinderen. ±23.000 kinderen <5 jaar bezochten de huisarts met bronchiolitis. Laboratoria meldden ±5.000 infecties met het RS-virus. De piek in het aantal meldingen was in december 2022. De piek in het aantal meldingen was in december 2022.