Wil je gevaccineerd worden tegen HPV (humaan papillomavirus), maar ben je 18 jaar of ouder? Dan kun je terecht bij je huisarts, de GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) (kijk hiervoor op de website van de GGD in jouw regio of op GGD Vaccinaties op Maat | Gezondheid voor iedereen), of bij een vaccinatiecentrum. Je betaalt de vaccinaties dan zelf.
Ben je geboren in 2005 en heb je de 1e prik gehaald in 2023? Dan kun je de 2e prik in 2024 ook nog gratis krijgen. Je kunt hiervoor terecht bij de jeugdgezondheidsorganisatie bij jou in de buurt. Je krijgt een uitnodiging zodra je de 2e prik kunt halen.
Effectiviteit HPV (humaan papillomavirus)-vaccinatie op hogere leeftijd
De leeftijd waarop iemand zich laat vaccineren tegen HPV heeft grote invloed op de vaccineffectiviteit. Bij jonge mensen die vóór de vaccinatie nog niet besmet waren met HPV, is de effectiviteit het hoogst.
In het algemeen neemt de effectiviteit af als iemand ouder is bij de start van de HPV-vaccinatie. In de meeste onderzoeken naar de werkzaamheid van HPV-vaccins werd de maximale leeftijdsgrens van 26 jaar gebruikt. Daarom weten we dat vaccineren tot 26 jaar effectief is. Er is heel weinig wetenschappelijk bewijs over de effectiviteit van de HPV-vaccinatie (het voorkomen van kanker) bij mensen ouder dan 26 jaar. In het algemeen is de verwachting dat vaccineren van mensen boven 26 jaar niet doelmatig is. Dat is in lijn met de internationale aanbeveling voor HPV-vaccinatie. In 2022 en 2023 zijn alle nog niet gevaccineerde jongeren en jongvolwassenen van 11 tot en met 26 jaar uitgenodigd om de HPV(Humaan Papilloma Virus)-vaccinatie te halen. Deze inhaalcampagne is inmiddels afgelopen.
Voor een individueel persoon kan een vaccinatie op latere leeftijd effectief zijn. Dat kun je bespreken met je huisarts, GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) of specialist. Er zijn geen aanwijzingen dat vaccinatie een therapeutisch effect heeft op bestaande HPV-infecties en -afwijkingen. Het kan wel een nieuwe infectie met andere HPV-types voorkomen. Vaccineren na behandeling voor cervicale afwijkingen heeft mogelijk wel voordelen, maar daar is nog onvoldoende wetenschappelijk bewijs voor.