Gordelroos komt vooral voor bij ouderen en bij mensen met een verminderde afweer. Voor deze groepen kan een vaccinatie nuttig zijn om zich tegen gordelroos en ernstige klachten door gordelroos te beschermen.
Er zijn twee vaccins tegen gordelroos: Shingrix en Zostavax. In 2019 bracht de Gezondheidsraad een positief advies uit over Shingrix. Dit vaccin voorkomt negen van de tien gevallen van gordelroos en langdurige zenuwpijn door gordelroos. Ook lijkt de bescherming lang aan te houden. Sinds 1 juni 2020 is Shingrix beschikbaar in Nederland. De vaccinatie bestaat uit twee prikken met twee tot zes maanden ertussen.
De vaccinatie met Zostavax bestaat uit één prik. In 2016 bracht de Gezondheidsraad een negatief advies uit over Zostavax, omdat dit vaccin te weinig beschermt. Daarom gaat bij de keuze voor gordelroosvaccinatie de voorkeur uit naar Shingrix.
Voor wie kan een vaccinatie tegen gordelroos nuttig zijn?
Vaccinatie tegen gordelroos met Shingrix kan nuttig zijn voor mensen van zestig jaar en ouder en volwassenen uit de volgende medische risicogroepen:
- mensen die kort geleden een stamceltransplantatie hebben gehad of waarbij een stamceltransplantatie gepland staat;
- mensen met een solide tumor of bloed- of lymfeklierkanker, die een behandeling krijgen die het immuunsysteem onderdrukt;
- mensen die kort geleden een orgaantransplantatie hebben gehad of waarbij een orgaantransplantatie gepland staat;
- mensen met hiv (humaan immunodeficientievirus).
Ook als iemand uit deze groepen al eens gordelroos heeft gehad, kan vaccinatie nuttig zijn om een nieuwe gordelroosinfectie te voorkomen.
Vaccinatie tegen gordelroos met Zostavax wordt afgeraden bij bovenstaande risicogroepen, omdat in dit vaccin levend verzwakt virus zit.
Hoe goed werkt het vaccin tegen gordelroos?
Het vaccin Shingrix werkt zeer goed. Bij volwassenen van 50 jaar en ouder voorkomt het vaccin rond de 90 procent van de gordelroosgevallen. Dat betekent dat van elke tien gordelroosgevallen, er negen kunnen worden voorkomen door vaccinatie. Ook voorkomt vaccinatie 90 procent van de gevallen waarin mensen na gordelroos nog lange tijd ernstige pijnklachten houden. Zes tot tien jaar na vaccinatie is dit nog ruim 80 procent.
Het vaccin Zostavax werkt minder goed. Bij volwassenen van 50 jaar en ouder voorkomt het vaccin in het eerste jaar rond de 60 procent van de gordelroosgevallen. Dat betekent dat van elke tien mensen die gordelroos zouden krijgen, zes het niet krijgen. Na vijf jaar is dat iets meer dan de helft van de gevallen. In het eerste jaar voorkomt het 77 procent van de gevallen waarin mensen na gordelroos nog lange tijd ernstige pijnklachten houden. Na zeven jaar is dat ruim de helft van de gevallen.
Wat zijn mogelijke bijwerkingen van vaccinatie tegen gordelroos?
Er kunnen milde bijwerkingen optreden na elke dosis. Vooral pijn op de plek van de prik, spierpijn, vermoeidheid, hoofdpijn, koorts en maag-darmklachten komen voor. Deze klachten duren één tot drie dagen en kunnen vervelend zijn.
Een uitgebreide beschrijving van mogelijke bijwerkingen is te vinden in de bijsluiters van de vaccins.
Wordt vaccinatie tegen gordelroos vergoed?
Alleen voor mensen uit een van de medische risicogroepen wordt de vaccinatie met Shingrix vergoed. U heeft hiervoor een artsenverklaring nodig. Wilt u zich vanwege uw leeftijd of om andere redenen laten vaccineren? Dan moet u de vaccinatie zelf betalen.
Vaccinatie met Zostavax moet u altijd zelf betalen.
Waar kan ik een vaccinatie tegen gordelroos krijgen?
Wilt u na overleg met uw huisarts of vaccinatiebureau een vaccinatie tegen gordelroos? Dan kan dit via de huisarts, GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) of het vaccinatiebureau.
Hoe werkt een inenting?
Hoe werkt een inenting?
(Beeldtitel: Hoe werkt een inenting? Een animatie.)
STILTE
RUSTIGE MUZIEK
VOICE-OVER: Bacteriën en virussen daar kun je ziek van worden.
Krijg je een ziekte, zoals bijvoorbeeld mazelen dan bouw je afweer op, zodat je die ziekte niet nog een keer krijgt.
Met een inenting bouw je afweer op zonder eerst ziek te worden.
Een vaccin bestaat uit verzwakte of kleine deeltjes van virussen of bacteriën.
Je lichaam maakt hiertegen antistoffen aan.
Als je in de toekomst in aanraking komt met de echte virussen of bacteriën dan herkent je lichaam die en worden snel extra antistoffen aangemaakt.
Je wordt dan niet of veel minder ziek.
Soms zijn daar meerdere inentingen voor nodig.
De virussen of bacteriën in een vaccin zijn dood of zo zwak dat je de ziekte niet echt krijgt.
Soms kun je bijwerkingen krijgen na een inenting bijvoorbeeld een pijnlijke arm of koorts.
Deze klachten verdwijnen meestal na een of twee dagen.
Daarna ben je beter beschermd tegen de ziekte.
(Beeldtekst: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. rijksvaccinatieprogramma.nl.)