NS Nederlandse Spoorwegen (Nederlandse Spoorwegen)

Van 2018 tot en met 2022 deed het RIVM op verzoek van de Nederlandse Spoorwegen (NS) onderzoek naar chroom-6 en mogelijke risico’s voor de gezondheid van (oud-)medewerkers. Hieruit blijkt dat medewerkers tussen 1970 en 2020 in contact kunnen zijn gekomen met chroom-6. Het is niet precies bekend hoe vaak of hoeveel dat gebeurde. Het is aannemelijk dat contact met chroom-6 tijdens het werk bij NS bepaalde aandoeningen kan veroorzaken.

> NS 


Defensie: onderzoek POMS Prepositioned Organizational Materiel Storage (Prepositioned Organizational Materiel Storage)-locaties

Van 2014 tot 2018 deed het RIVM onderzoek naar gezondheidseffecten en ziekten die door chroom-6 kunnen worden veroorzaakt. Het RIVM heeft daarnaast in 2019-2020 de bestaande wetenschappelijke kennis over aan chroom-6 gerelateerde ziekten opnieuw onderzocht. Bij beide onderzoeken is gekeken wat dit betekent voor Defensiepersoneel van de POMS -locaties.

> Defensie: onderzoek POMS-locaties


Defensie: onderzoek alle locaties

In 2018 bleek uit RIVM-onderzoek op de vijf POMS-locaties al dat (oud-)defensiemedewerkers daar in contact konden komen met chroom-6. Het RIVM heeft ook onderzocht of dat op de andere Defensielocaties mogelijk was. Het doel van het onderzoek is helderheid geven over de vraag of mensen door hun werk met chroom-6 bij Defensie ziek kunnen zijn geworden.

> Defensie: onderzoek alle locaties


Gemeente Tilburg re-integratieproject tROM

Het RIVM voert sinds 2015 onderzoek uit naar contact met chroom-houdende verf en wat dit betekent voor de gezondheid. Deelnemers van het re-integratieproject tROM, en hun trajectbegeleiders van de gemeente Tilburg, kwamen in contact met chroom-6. Dat gebeurde tijdens restauratiewerkzaamheden aan museumtreinen. Tussen 2004 en 2012 namen ongeveer 800 mensen deel aan dit re-integratieproject. Onderzoek toont aan dat deelnemers van het re-integratieproject en hun trajectbegeleiders ziek kunnen zijn geworden of nog kunnen worden door contact met chroom-6.

Gemeente Tilburg re-integratieproject tROM


Onderzoek naar blootstelling van consumenten aan chroom-6

Het RIVM heeft onderzocht wat mogelijke bronnen zijn voor blootstelling aan chroom-6 door consumenten. Over het algemeen blijkt dat consumentenblootstelling aan chroom-6 laag is. Veel producten mogen inmiddels geen chroom-6 meer bevatten. Wel kunnen consumenten in aanraking komen met kleine hoeveelheden chroom-6 als er sprake is van een overtreding van de normen of van verontreiniging. Consumenten kunnen via de lucht aan chroom-6 worden blootgesteld als chroomhoudende producten worden bewerkt, bijvoorbeeld door ze te lassen, zagen, schuren of verbranden. Als dit niet gebeurt, komt er geen chroom-6 uit de producten vrij en is er geen risico.

Onderzoek naar blootstelling van consumenten aan chroom-6


Verkennend onderzoek naar chroom-6 in geïmpregneerd hout in penitentiaire inrichtingen

Op arbeidszalen in penitentiaire inrichtingen (PI) is door medewerkers en gedetineerden gewerkt met hout dat deels met chroom-6 was geïmpregneerd. Tijdens de werkzaamheden kon door het machinaal bewerken van het hout houtstof met chroom-6 vrijkomen. Niet al het hout waarmee is gewerkt, was geïmpregneerd met chroom-6. Via inademing kan het houtstof bij medewerkers en gedetineerden in het lichaam terechtkomen. De vraag was of medewerkers en gedetineerden via de blootstelling aan houtstof meer dan wettelijk toegestaan zijn blootgesteld aan chroom-6.

Verkennend onderzoek naar chroom-6 in geïmpregneerd hout in penitentiaire inrichtingen