Cryptosporidiose wordt veroorzaakt door een eencellige parasiet (protozo): Cryptosporidium.

Deze protozoa kunnen zich in de darm vermeerderen, hierbij vormen ze oöcysten, een soort eitjes. De oöcysten worden uitgescheiden in de mest/ontlasting en komen zo in de omgeving terecht. Vervolgens ondergaan de oöcysten een paar veranderingen waardoor ze besmettelijk worden en dus tot ziekte kunnen leiden bij opname door andere dieren/mensen via de mond.

Besmetting

Landbouwhuisdieren, vooral herkauwers, en de mens zelf vormen een belangrijke bron van besmetting met Cryptosporidium. Sommige Cryptosporidium soorten besmetten alleen dieren, sommige soorten besmetten alleen mensen en sommige soorten kunnen zowel dier als mens besmetten.

Vooral jonge dieren met diarree scheiden oöcysten uit. De oöcysten van Cryptosporidium zijn zeer resistent tegen allerlei weersinvloeden en ontsmettingsmiddelen zoals bijvoorbeeld chloor. Daardoor kan iemand op vele manieren besmet raken. Wanneer mest/ontlasting van besmette dieren of mensen in zwemwater terecht komt, dan kan iemand een besmetting oplopen als diegene dat water binnen krijgt. Maar ook als sla in de moestuin met besmet water besproeid wordt, kan de oöcyst lang genoeg overleven om voor een besmette salade te zorgen. Alle manieren waardoor een mens in aanraking komt met besmette mest/ontlasting kunnen leiden tot een infectie, ook al is een spoortje mest of zijn de oöcysten vaak niet zichtbaar.

Nadat men besmet is, duurt het twee tot vijf dagen voor de oöcysten in de ontlasting verschijnen. Deze oöcysten blijven gemiddeld acht tot veertien dagen aanwezig in de ontlasting. Mensen die helemaal geen ziekteverschijnselen vertonen na infectie, kunnen wel een klein aantal oöcysten uitscheiden en zo een bron van infectie voor anderen vormen.

Waarschijnlijk komen Cryptosporidium infecties veel voor onder de bevolking (vooral onder kinderen), terwijl er geen contact gezocht wordt met de huisarts omdat de verschijnselen mild zijn. Ook als de huisarts wel geraadpleegd wordt zal er niet altijd naar Cryptosporidium gezocht worden.

Van cryptosporidiose zijn ook uitbraken bekend waarbij veel mensen ziek zijn geworden. Bijvoorbeeld na een bezoek aan hetzelfde zwembad, of na het eten van besmet voedsel dat door één cateraar geleverd is. Een beruchte uitbraak in de Verenigde Staten vond plaats in Milwaukee in 1993 waar besmet drinkwater zorgde voor een uitbraak van ernstige diarree bij meer dan 400.000 personen.

Preventie

Om infectie te voorkomen, is een goede persoonlijke hygiëne van belang. Dit houdt in: handen wassen na een bezoek aan de wc, het verwisselen van een luier, tuinieren, omgang met jonge en zieke dieren en na contact met ontlasting van mens of dier. En uiteraard ook handen wassen vóór het eten.

Verspreiding en frequentie

Oöcysten van Cryptosporidium zijn in Nederland te vinden in oppervlaktewater. Dit wordt veroorzaakt door lozing van rioolwater en de afvloeiing van mest. In de spaarbekkens van watervoorzieningen zijn zeer kleine hoeveelheden oöcysten gevonden, in een gericht onderzoek werden in Nederland  geen oöcysten in het uiteindelijke drinkwater gevonden.

Op kinderdagverblijven wordt vaak circulatie van Cryptosporidium en mens-naar-mens overdracht beschreven.

Naar schatting veroorzaakt Cryptosporidium in Nederland jaarlijks ongeveer 2000 gevallen van maagdarmklachten per miljoen inwoners (LCI Landelijke coördinatie infectieziektebestrijding (Landelijke coördinatie infectieziektebestrijding)-richtlijn).

Ziekteverschijnselen dier

Cryptosporidium-infecties leiden alleen bij jonge dieren tot problemen.

Kalveren worden ziek op een leeftijd van 5 tot 14 dagen. Er ontstaat een hevige, geelgroene of waterige diarree en de dieren verliezen gewicht. Ook kunnen ze achterblijven in groei. Het kan voorkomen dat de diarree niet continu aanwezig is, maar met tussenpozen optreedt. Hoe ouder de kalveren zijn, hoe minder symptomen ze vertonen. Lammeren vertonen een soortgelijk ziektebeeld.

Ziekteverschijnselen mens

Gemiddeld verloopt er een week tussen de besmetting en het optreden van ziekteverschijnselen (dit kan variëren van 2 tot 12 dagen). Het uiteindelijke ziektebeeld bij de mens varieert van geen enkel verschijnsel tot ernstige symptomen. Kinderen jonger dan vijf jaar en mensen met een verminderde afweer vormen een extra gevoelige groep en vertonen een ernstiger beeld van de ziekte.

Belangrijke ziekteverschijnselen zijn hevige buikkrampen en een (waterdunne) diarree. Daarnaast behoren ook misselijkheid, braken, algehele zwakte en lichte koorts tot de mogelijke klachten.
Bij mensen met een goede afweer gaat de ziekte na twee tot vier weken vanzelf weer over. Aidspatiënten kunnen een langdurige en (heel zelden) dodelijke diarree ontwikkelen.