Hondsdolheid, ook wel rabiës genoemd, is een dodelijk infectieziekte. Mensen kunnen de ziekte krijgen via een beet, krab of lik van een besmet zoogdier. In Nederland is de kans op besmetting heel klein. Meestal raken mensen besmet in het buitenland. U kunt hondsdolheid voorkomen door geen dieren aan te raken in landen waar het rabiësvirus voorkomt. En door in Nederland geen vleermuizen aan te raken.

Wat is hondsdolheid?

Hondsdolheid is een ziekte die wordt veroorzaakt door een lyssavirus. Er zijn 18 soorten lyssavirussen bekend, die waarschijnlijk allemaal de ziekte hondsdolheid veroorzaken. Veruit de meeste mensen die besmet raken met een lyssavirus, krijgen het virus door de beet of krab van een besmette hond. Soms gebeurt dit via een ander zoogdier, zoals een kat, vos, wasbeer of vleermuis. Besmette dieren kunnen het virus al overdragen voordat ze er zelf ziek van zijn.

Hoe herken ik hondsdolheid?

Voordat u klachten van hondsdolheid krijgt, kan een behandeling voorkomen dat u ziek wordt. Na het optreden van klachten verloopt hondsdolheid altijd dodelijk. Daarom is het belangrijk om na contact met een (mogelijk) besmet dier zo snel mogelijk een behandeling te starten.

Hondsdolheid begint met klachten die bij veel ziektes passen, zoals rillingen, koorts, een ziek gevoel, geen eetlust, misselijkheid, overgeven en hoofdpijn. De plaats van de verwonding kan jeuken en pijnlijk zijn.

Daarna volgen neurologische klachten, zoals krampen, slikklachten en kwijlen, prikkelbaarheid of verlamming. Hondsdolheid leidt uiteindelijk altijd tot coma en de dood.

De tijd tussen besmet raken (de beet, krab of lik) en ziek worden, is meestal twintig tot negentig dagen.

Hoe krijg ik hondsdolheid?

De meeste mensen raken besmet met een lyssavirus door de beet, krab of lik van een besmette hond in het buitenland. Maar ook een beet, krab of lik van een ander besmet roofdier (zoals een kat, vos of wasbeer) of van een vleermuis (ook in Nederland) kan leiden tot hondsdolheid.

In Nederland lopen mensen risico via niet-gevaccineerde honden en katten die uit het buitenland komen. Haalt u een hond of ander huisdier uit het buitenland naar Nederland toe? Dan leest u op de site van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit welke regels daarvoor gelden.

Bij enkele vleermuissoorten in Nederland komt ook een lyssavirus voor. Daarom is er een heel kleine kans op het krijgen van hondsdolheid na contact met vleermuizen. Mensen worden bijna nooit gebeten door een vleermuis, maar als dat wel gebeurt, moet u meteen een arts bellen. Die kan inschatten of u behandeld moet worden.

Lyssavirussen worden niet overgedragen naar mensen via urine, ontlasting of bloed.

Welke mensen hebben meer kans op hondsdolheid?

Sommige mensen hebben meer kans op hondsdolheid. Vaak omdat ze meer contact hebben met dieren. Bijvoorbeeld:

  • Mensen die veel met vleermuizen werken.
  • Reizigers naar gebieden waar hondsdolheid voorkomt.
  • Kinderen. Zij hebben een grotere kans om gebeten te worden door dieren.

Hoe voorkom ik hondsdolheid?

Het belangrijkste advies om hondsdolheid te voorkomen, is zorgen dat u niet in contact komt met een lyssavirus: 

  • Raak geen dieren aan (dus ook geen honden en katten) in landen waar hondsdolheid voorkomt. Aai ze niet en voer ze niet. Let extra goed op dat kinderen dit ook niet doen.
  • Raak geen vleermuizen aan. Ook niet in Nederland. Heeft u een vleermuis gevonden of is er een vleermuis in huis gekomen? Kijk dan op de site van de Zoogdiervereniging wat u kunt doen.
  • Raak geen dode of zieke dieren aan, zeker niet met blote handen.

Er is een vaccinatie die beschermt tegen de meest voorkomende en bekende lyssavirussen. Deze is bedoeld voor risicogroepen, zoals mensen die veel met vleermuizen werken, en reizigers. De vaccinatie bestaat uit twee prikken met één week ertussen.

Of een vaccinatie nuttig is voor u, kun u bespreken met een reizigersadvies- en vaccinatiebureau. Bij het Landelijk Coördinatiecentrum Reizigersadvisering vindt u adressen van reizigersadvies- en vaccinatiebureaus. Daar vindt u ook de adviezen per land.

Ook als u vooraf gevaccineerd bent, moet u behandeld worden als u in contact bent gekomen met een lyssavirus. De behandeling is dan eenvoudiger en vrijwel altijd beschikbaar in het buitenland. Mensen die met vleermuizen werken, kunnen contact opnemen met de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) als zij gebeten zijn door een vleermuis.

Ik heb een vleermuis gevonden, wat nu?

Raak de vleermuis niet met blote handen aan. Kijk op de site van de Zoogdiervereniging wat u kunt doen.

Ik ben gebeten door een vleermuis. Wat moet ik doen?

Heeft een vleermuis u gebeten, gekrabd of gelikt, bel dan direct uw huisarts. Kijk bij Is hondsdolheid te behandelen? wat u nog meer moet doen.

Als de vleermuis niet wegvliegt, bel dan ook de NVWA Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit) (telefoonnummer 0900-0388). De NVWA zal beoordelen of de vleermuis kan worden opgehaald voor onderzoek naar hondsdolheid.

Is hondsdolheid te behandelen?

Bent u gekrabd of gebeten door een vleermuis? Of bent u, in een land waar hondsdolheid voorkomt, gebeten, gekrabd of gelikt door een zoogdier? Doe dan het volgende:

  • Was de wond/plek 15 minuten met zeep en stromend water.
  • Ontsmet de wond daarna met jodium of 70% alcohol.
  • Ga zo snel mogelijk (binnen 24 uur) naar een arts.

Bent u in het buitenland? Neem dan zo snel mogelijk contact op met de alarmcentrale van uw reisverzekering. De behandeling tegen hondsdolheid bestaat uit meerdere vaccinaties tegen lyssavirussen en soms het toedienen van antistoffen. Dit zorgt ervoor dat het virus niet in het zenuwstelsel komt en u daardoor ziek wordt. Het kan nodig zijn dat u direct naar Nederland wordt gehaald voor de behandeling. Of u deze kosten vergoed krijgt, staat in de polis van uw reisverzekering. Mogelijk gaan deze kosten af van uw eigen risico.

Hoe vaak komt hondsdolheid voor?

Hondsdolheid komt volgens de WHO voor in meer dan 150 landen. Wereldwijd overlijden er elk jaar naar schatting zo’n 59.000 mensen aan. Het overgrote deel van de patiënten raakt besmet via de beet of krab van een besmette hond.

De afgelopen veertig jaar zijn er in Nederland vijf mensen overleden aan hondsdolheid. Al deze patiënten raakten besmet in het buitenland. Er is in Nederland wel een heel kleine kans om besmetting op te lopen door een beet of krab van een hond die uit het buitenland komt, of door een beet of krab van een vleermuis. Besmetting met een lyssavirus via een vleermuis is in Nederland nog nooit vastgesteld, in Europa wel enkele keren.

Hondsdolheid

Hondsdolheid, ook wel rabiës genoemd, is een dodelijke ziekte veroorzaakt door een virus.
De kans dat je hondsdolheid in Nederland en West-Europa op loopt is klein.
Daar dragen alleen sommige vleermuizen het virus bij zich.
Besmettingen vinden vaak buiten Europa plaats, meestal door een krab of beet van een hond, kat of aap.
Klachten treden meestal 20 tot 90 dagen na de infectie op.
Je krijgt rillingen, koorts, hoofdpijn en last van braken.
Vervolgens treden ziekteverschijnselen op zoals hyperactiviteit, nekstijfheid, spierkrampen en verlamming.
Patiënten met ziekteverschijnselen, overlijden in veel gevallen.
Je kunt je laten inenten tegen hondsdolheid.
Verder kun je hondsdolheid voorkomen door buiten West-Europa dieren niet aan te raken en niet te voeren!
Ben je toch gebeten of gekrabt, neem dan zo snel mogelijk contact op met een arts.
Meer weten?
Ga naar rivm.nl/rabies

Ervaringsvideo hondsdolheid