Samenvatting

Als onderdeel van een studie naar de winningsmogelijkheden van oevergrondwater is een onderzoek uitgevoerd naar de hydrologische en geohydrochemische aspecten van een winning van oevergrondwater op een bestaande lokatie. Uit de hydrologische berekeningen valt af te leiden dat een puttenveld op ca. 100 m afstand van de rivier al een verblijfspreiding heeft die groter is dan enkele jaren. Ook de spreiding per put is meestal zo groot dat daarin al een gewenste spreiding van ca. 2 jaar wordt bereikt. In de eerste tientallen meters na infiltratie is er een duidelijk afnamen van AOCL in het oevergrondwater. Met grotere reisafstanden en langere verblijftijden is er een minder duidelijke afnamen van EOCL, X70CL, X20CL, gechloreerde aromaten, aromaten en chloorcresol. Een toekomstige oevergrondwaterwinning moet vermijden dat organische stof, die in de watervoerende formatie aanwezig is, de oevergrondwaterkwaliteit beinvloedt.

Overig

Grootte
0MB