Exploratory measurements of ultrafine particulate matter in the IJmond area

Exploratory measurements of ultrafine particulate matter in the IJmond area

Go to abstract

Samenvatting

Het RIVM heeft in december 2019 en januari 2020 gemeten hoeveel ultrafijn stof (UFP) in het IJmondgebied in de lucht zit. Ultrafijn stof is het aantal zeer kleine deeltjes in de lucht (kleiner dan 0,1 µm). Ultrafijn stof komt in het algemeen van industrie, weg- en vliegverkeer en scheepvaart. Het onderzoek richtte zich op de hoeveelheid ultrafijn stof in IJmuiden, Wijk aan Zee en Beverwijk. Daarbij keken de onderzoekers of er verschillen zijn tussen plekken, tijdstippen en weersomstandigheden. Omdat dit verkennende metingen zijn geweest, worden er in dit rapport geen uitspraken gedaan over gezondheidseffecten. Tijdens de meetperiode kwam de wind vooral uit het zuiden en zuidwesten. Dit heeft invloed op de meetresultaten. Gemiddeld zijn in Wijk aan Zee de meeste ultrafijne stofdeeltjes gemeten. De aantallen ultrafijne stofdeeltjes zijn dan bijna vergelijkbaar met een drukke straat in de stad. In IJmuiden is het minste ultrafijn stof gemeten. In Wijk aan Zee en Beverwijk is ten tijde van de metingen meer ultrafijn stof gemeten dan in Ookmeer. Ookmeer is een achtergrondstation in Amsterdam-West. Voor elk meetpunt is berekend welke windrichtingen meer of minder bijdragen. Daardoor weten we dat het ultrafijn stof komt uit het gebied tussen IJmuiden en Wijk aan Zee. Hier zijn meerdere activiteiten waarbij ultrafijn stof kan vrijkomen: industrie, scheepvaart en zwaar transport. Welke bronnen precies de oorzaak zijn, is niet vast te stellen met de informatie uit dit onderzoek. Het RIVM heeft het onderzoek uitgevoerd in opdracht van de provincie Noord-Holland.

Abstract

In December 2019 and January 2020, RIVM measured the presence of ultrafine particles (UFP) in the air in the IJmond area. Ultrafine particles are extremely small particles (smaller than 0.1 µm) found in the air. They generally originate from industry, road and air traffic, and shipping. This study focused on the levels of ultrafine particles in IJmuiden, Wijk aan Zee and Beverwijk. The researchers looked at whether there were differences between locations, at different times and under varying weather conditions. Because these have been exploratory measurements, no statements are made in this report about (possible) health effects.

The wind came primarily from the south and south-west during the measuring period. This affected the measurement results. On average, most ultrafine particles were measured in Wijk aan Zee. The number of ultrafine particles here were almost as high as in a busy city street. The lowest numbers of ultrafine particles were measured in IJmuiden. More ultrafine particles were measured in Wijk aan Zee and Beverwijk than in Ookmeer, a background station in the Amsterdam-West district.

The wind directions responsible for contributing lower or higher numbers of ultrafine particles were calculated for each measuring point. As a result, we know that the particles originate from the area between IJmuiden and Wijk aan Zee. There are various activities in this area, such as industry, shipping and heavy transport, that can release ultrafine particles. The information resulting from this study is not sufficient to be able to determine the precise sources.

RIVM was commissioned by the Province of North Holland to carry out this study.

Uitgever

Instituut
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM

Resterend

Grootte
1627 kb