Leaching of PFAS from soil and sediment integrated into soil standards. Exploring possibilities

Leaching of PFAS from soil and sediment integrated into soil standards. Exploring possibilities

Go to abstract

Samenvatting

Wanneer grond en bagger op de bodem worden aangebracht, kunnen hieruit stoffen vrijkomen die na jaren in het grondwater terechtkomen. Dit heet: uitloging. De kans dat stoffen uitlogen en zo het grondwater vervuilen is niet voor alle stoffen even groot. Dit hangt vooral af van de concentraties en de mate waarin stoffen kunnen binden aan de bodemdeeltjes.

De kans dat stoffen uitlogen in grond- en oppervlaktewater is nu niet in de normen voor grond en bagger verwerkt. Het RIVM heeft verkend of het mogelijk is om dit voor PFAS Per- en polyfluoralkylstoffen (Per- en polyfluoralkylstoffen ) wel te doen. De aanleiding is dat er steeds meer bekend wordt over PFAS in de bodem en hoe ze zich daar ‘gedragen’. Er bestaan heel veel verschillende PFAS. Een deel van de stoffen uit de groep PFAS kunnen vanuit de bodem vrij snel het grondwater bereiken. Dit kan gevolgen hebben voor de bereiding van drinkwater uit grondwater. Het

RIVM heeft met modelberekeningen voorspeld hoe PFAS uitlogen uit grond en bagger. Dit is gedaan voor twee typen die bijna overal in Nederlandse bodem en bagger zitten: PFOS perfluoroctaansulfonaten (perfluoroctaansulfonaten) en PFOA perfluoroctaanzuur (perfluoroctaanzuur ). Voor deze twee stoffen is een begin gemaakt om de concentraties (risicogrenzen) te berekenen die in bodem of bagger mogen voorkomen zonder de normen in grond- of oppervlaktewater te overschrijden.

Dit is nadrukkelijk een eerste stap in deze berekeningen. Modelberekeningen over de kans dat stoffen uitlogen, versimpelen namelijk altijd de werkelijkheid. Dat komt omdat uitloging een ingewikkeld proces is dat van veel factoren afhangt. Ook weten we dat PFAS zich in de bodem anders gedragen dan veel andere stoffen. De keuzes die voor deze verkenning zijn gemaakt zijn daarom meestal voorzichtig.

Om hier verder mee te komen zijn nog belangrijke keuzes nodig. Daarbij valt te denken aan het aantal te hanteren varianten en de risicogrenzen in grond- en oppervlaktewater die gehanteerd worden. Pas dan zijn de berekende waarden geschikt om beleid voor hergebruik van grond en bagger te onderbouwen. Het RIVM geeft daarom ook aanbevelingen om de modellering te verbeteren.

Het ministerie is voornemens om het huidige normenkader voor bodem op termijn te herijken. Hierbij wordt onder andere ook gewerkt aan een evaluatie van de uitloognormering voor bouwstoffen. Voor de invulling van de hiervoor genoemde nog te maken keuzes kan waar mogelijk aansluiting gezocht worden bij de bredere herijking van het normenkader.

Deze verkenning is in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat )) gemaakt.

Abstract

When soil and sediment are applied to the soil, substances can be released that, after several years, end up in groundwater. This process is called leaching. The likelihood of substances leaching and thus contaminating groundwater varies depending on concentrations and the extent to which substances can bind to soil particles. 

Currently, the likelihood of substances leaching into soil and surface water is not factored into soil and sediment standards. RIVM has explored the feasibility of incorporating this for PFAS. The impetus is the increasing understanding of PFAS in soil and their ‘behaviour’ there. There are numerous PFAS, and some can swiftly reach groundwater from the soil, potentially affecting the production of drinking water. 

RIVM has predicted how PFAS leach from soil and sediment using model calculations. This was done for two types that are present in almost all Dutch soil and sediment: PFOS and PFOA. For these two substances, a start has been made to calculate the concentrations (exposure limits) that may occur in soil or sediment without exceeding the standards in groundwater or surface water. 

This is explicitly a first step in these calculations. Model calculations on the likelihood of substances leaching always simplify reality. This is because leaching is a complicated process that depends on many factors. We also know that PFAS behave differently in the soil than many other substances. That is why most of the choices made for this exploration are of a conservative nature.

To make further progress, important choices are still needed, in terms of both content and policy, e.g. the number of variants to be used and the risk limits in soil and groundwater that are applied. Only then will the calculated values be suitable for underpinning policy for the reuse of soil and sediment. RIVM therefore also provides recommendations for improving the modelling. 

The Ministry is planning a revision of the current framework of soil and grondwater standards. For this the leeching standards for building materials will be revised. To implement the aforementioned choices, where possible alignment will take place within the broader revision of the standards framework.

This exploratory study was commissioned by the Ministry of Infrastructure and Water Management.

Uitgever

Instituut
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM

Resterend

Grootte
2445 kb