- Publicatiedatum
- 01/04/1999
Samenvatting
Monsters water uit sprengen en grondwater van de Veluwe zijn onderzocht op concentraties van hoofdcomponenten en van microcomponenten (bepalingen door NITG). Onderzoek is gedaan ter bepaling van verblijftijden in de bodem van grondwater en van het water in sprengen. De intrekgebieden van de sprengen en het neerslagoverschot zijn bepaald. Bij de onderzochte monsters van het grondwater en de sprengen bestaat een verband tussen concentraties van de hoofdcomponenten en varierende concentraties in de atmosferische depositie als rekening wordt gehouden met verblijftijden in de bodem en indampfactoren. Concentraties aan nitraat in grondwater en sprengen zijn een gevolg van de atmosferische depositie van stikstof, waarbij ca. 78% door denitrificatie in de bodem verdwijnt. De concentraties zijn toegenomen van 0.3 tot bijna 5 mg.l-1 en ze kunnen nog verder toenemen tot 10 mg.l-1 (als N). De zuurgraad is afgenomen van pH=6.5 tot pH=5.5 in 1996 en die kan nog verder dalen tot pH=4.5 in de komende eeuw. Verhoogde concentraties in het grondwater en de zuidelijke sprengen van Be, B, Al, Mn, Fe, Co, Ni, Zn, As, Rb, Y, Cd, Cs en Ba zijn vermoedelijk het gevolg van een extra belasting aan maaiveld. De concentraties in het water van de lantaniden (zeldzame aarden) zijn ongeveer een factor 10 hoger bij de huidige lage pH in vergelijking tot vroeger
Abstract
"Sprengen" are water courses dug ages ago to discharge groundwater from the Veluwe hills, where natural vegetation has always prevailed. An investigation in 1996, comprising sampling of sprengen and groundwater in the surroundings, was aimed at studying the relationship between precipitation, groundwater and the water from the sprengen. The concentrations of the major components and of micro-components in the water were considered. Investigations carried out to study residence times of the water in the soil revealed the extent of the drainage basins and produced values for net precipitation. Discharge of the sprengen is relatively constant in time. Concentrations of the major components are related to the aerial deposition, taking into account travel times in the soil and condensation factors. Aerial deposition is the only source for the major components in the eastern sprengen. Nitrate concentrations in the sprengen result from the total deposition of nitrogen compounds, but 77% vanishes through denitrification in the soil. They have increased from 0.3 to roughly 5 and they will further increase to 10 mg.l-1 in the coming century, if the aerial deposition remains the same. Sulphate concentrations result from aerial deposition of sulphur. The groundwater acidity has decreased from pH=6.5 to now pH=5.5 and it will further decrease to pH=4.5 at an unchanged aerial deposition in the coming century. Increased concentrations in groundwater and/or the southern sprengen of B, Al, Mn, Fe, Co, Ni, Zn, As, Rb, Y, Cd, Cs and Ba probably result from an additional load at land surface. The lantanide concentrations increase roughly at low pH values by a factor of 10 (when compared to a former situation) by dissolution in soil. The same results were obtained with aluminium.
Resterend
- Grootte
- 2.51MB