- Publicatiedatum
- 05/03/2013
Samenvatting
In opdracht van het ministerie van IenM heeft het RIVM een strategie op gezet om metingen naar de fijnere fracties van fijn stof, PM2,5, uit te voeren binnen het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit (LML). De Europee richtlijn voor luchtkwaliteit heeft dat in 2008 voorgeschreven. Deze richtlijn, 2008/50/EC, vereist dat in Nederland op minimaal 20 locaties wordt gemeten. Het RIVM geeft aan dat 28 locaties nodig zijn om voor PM2.5 gelijksoortige evaluaties te kunnen maken als voor fijn stof (PM10). De Europese normen voor PM2.5 zijn er voornamelijk op gericht om de volksgezondheid te beschermen. De inrichting van het LML voor PM2.5-metingen kende een aantal cruciale beslissingsmomenten, zoals voor de hoeveelheid aan te schaffen meetapparatuur en voor de inrichting van de infrastructuur. Dit proces heeft enkele jaren geduurd. Deze strategie is gebaseerd op de informatie die gebruikt is om bovenstaande keuzes te kunnen maken.
Abstract
By order of the Ministry of Infrastructure and the Environment, RIVM has set up a PM2.5 monitoring strategy in order to measure the fine fraction of particulate matter, PM2.5, within the Dutch National Air Quality Monitoring Network (NAQM). According to the European legislation from 2008, member states are required to measure PM2.5. The EU Directive 2008/50/EC prescribes measurements at 20 locations in the Netherlands. However, RIVM recommends the implementation of 28 monitoring stations in order to obtain a network which yields results with the same accuracy as the operational PM10 network in the Netherlands. The EU legislation for PM2.5 is aimed at the protrection of human health. During the whole process of the implementation of PM2.5 measurements in the NAQM, a few crucial decisions needed to be made like buying the monitoring equipment and the set-up of the infrastructure. This whole process had a duration of a few years. This strategy is based on information which has been collected to make the above decisions.
Resterend
- Grootte
- 877KB