- Publicatiedatum
- 19/11/1999
Samenvatting
Ecotoxicologische risicobeoordeling is een uitgangspunt in de normstelling en wordt in deze verkennende studie toegepast op gewasbeschermingsmiddelen in grondwater. Daartoe zijn naast elkaar verschillende benaderingen gehanteerd voor het afleiden van ecotoxicologisch kritische concentraties voor het grondwater. Vervolgens zijn deze vergeleken met de huidige EU-normen voor bestrijdingsmiddelen in grondwater en met kritisch geevalueerde gemeten concentraties. Daarnaast zijn voor aldicarb, atrazine en MITC de resultaten van geografische modelering ecotoxicologisch geevalueerd. De studie heeft vooral betrekking op Nederland maar zijdelings is het probleem geplaatst in Europese context. Veel van de gerapporteerde bestrijdingsmiddelen concentraties in grondwater zijn onderling gecorreleerd. Daarom verdient het aanbeveling om beoordeling van de mate van grondwaterverontreiniging door bestrijdingsmiddelen te baseren op het aantal verschillende locaties waar deze middelen zijn aangetroffen. In ondiep Nederlands grondwater blijken aldicarb, 1,3-dichloorpropeen, 1,2-dichloorpropaan, dinoseb, dinoterb, ethoprofos en MITC ecotoxicologisch de meest gevaarlijke. Van de in monitoring programma's aangetroffen middelen zijn voor aldicarb en aldicarbsulfoxide, dinoseb, dinoterb, ethoprofos, heptachloor, MITC, parathion-ethyl en pirimicarb ecotoxicologisch kritische concentraties afgeleid die lager liggen dan de huidige norm van 0,1 ug/l. Indien ecotoxicologisch risico grenzen voor grondwater gewenst zijn dan is het raadzaam deze af te leiden van standaard aquatische toxiciteitsgegevens en in de extrapolatie rekening te houden met de ecologische eigenschappen van het grondwatersysteem. Het ontwikkelen van toxiciteitstesten met specifieke grondwater organismen als basis voor de risicobeoordeling van stoffen voor grondwater ecosystemen lijkt geen haalbare benadering.
Abstract
The ecotoxicological risk concept is considered to be the basis for setting environmental quality objectives for pesticides in groundwater. Ecotoxicological critical concentrations for groundwater can be derived through several exploratory approaches. These approaches will be subsequently compared (focusing mainly on the Netherlands but bringing the European Union standard for pesticides in groundwater into the relevant context ) with critically reviewed groundwater monitoring data. Furthermore, aldicarb, atrazine and MITC results of geographic modelling are ecotoxicologically evaluated. The study focuses mainly on the Netherlands but the European context is not forgotten. Many reported groundwater monitoring data are strongly correlated. Therefore the assessment of the extent of groundwater contamination should be based on the number of localities where pesticides have been detected. Shallow Dutch groundwater monitoring data reveal that aldicarb, 1,3-dichloropropene, 1,2-dichloropropane, dinoseb, dinoterb, ethoprophos and MITC are ecotoxicologically the most hazardous pesticides. Of the pesticides found in monitoring programs critical levels are lower than 0.1 4g/l for aldicarb and aldicarb sulfoxide, dinoseb, dinoterb, ethoprophos, heptachlor, MITC, parathion ethyl and pirimicarb. If ecotoxicological risk levels for groundwater are desired they should be derived from standard aquatic toxicity data, and the ecological characteristics of the system should be taken into account in the extrapolation. It was not found meaningful to develop ecotoxicity tests based on specific groundwater organisms.
Resterend
- Grootte
- 4.21MB