- Publicatiedatum
- 30/04/1995
Samenvatting
Dit onderzoek maakt deel uit van een project dat inzicht wil verschaffen in de variatie in de gevoeligheid van soorten voor toxicanten. Patronen in de chronische toxiciteit van chemische stoffen voor aquatische soorten worden daartoe onderzocht met een multivariate statistische techniek, principale componenten analyse. Het is een vervolg op een vergelijkbare studie met acute toxiciteitsgegevens. In deze studie is een gegevensset geanalyseerd met chronische toxiciteitsgegevens (NOECs) voor groei voor 15 aquatische soorten en 22 chemische stoffen. De soorten behoren tot verschillende taxonomische klassen: algen, vaatplanten, protozoen, kreeftachtigen, vissen en amfibieen. De organische verbindingen zijn in te delen in verschillende toxicologische groepen: niet-polair narcotische, polair narcotische of reactieve verbindingen en verbindingen met een specifiek werkingsmechanisme. Drie zware metalen, een halogeen en een detergent zijn ook in de gegevensset opgenomen. De toxiciteitsgegevens zijn verzameld uit de Aquire-database van de EPA en uit aanvullend literatuuronderzoek. Principale componenten analyse is toegepast om patronen te onderkennen in de variatie van toxiciteit voor soorten. De ratio van acute over chronische toxiciteit is berekend voor elke toxicant. Ook wordt een vergelijking gemaakt tussen de gemiddelde toxiciteit van een stof en de octanol-water partitie-coefficient. De belangrijkste conclusies van deze studie zijn: 1. Het grootste gedeelte van de variatie in soortgevoeligheid wordt veroorzaakt door de toxiciteit van de verbindingen en niet door intrinsieke verschillen tussen de soorten. 2. De stoffen kunnen op eenduidige wijze geordend worden naar hun chronische toxiciteit. Deze ordening is hetzelfde voor bijna alle soorten in de analyse en vergelijkbaar met de ordening gebaseerd op acute toxiciteit. 3. Er zijn geen duidelijke patronen in de soortgevoeligheid gevonden. 4. De ratio van LC50 over NOECgroei is vergelijkbaar voor alle verbindingen. Deze acuut/chronisch-ratio heeft een gemiddelde waarde van 4. Voor deze ratio is een 95% betrouwbaarheidsinterval berekend dat loopt van 1 tot 50 voor de 13 stoffen in deze studie waarvoor zowel acute als chronische toxiciteitsgegevens beschikbaar waren. 5. De gemiddelde toxiciteit van verbindingen met een niet-specifiek werkingsmechanisme vertoont een sterke relatie met de octanol-water partitie-coefficient (Kow) en, zoals verwacht, zijn verbindingen met meer specifieke werkingsmechanismen toxischer dan voorspeld op basis van hun Kow.
Abstract
This report is part of a project studying the variation in the sensitivity of species to toxicant's. Patterns in the chronic toxicity of compounds to aquatic species are studied using a multivariate statistical technique called principal componant analysis. The matrix consists of 15 aquatic species and 22 compounds. The species belong to different taxonomic classes: algae, plants, protozoans, crustaceans, fishes and amphibians. The organic chemicals belong to several toxicological classes: nonpolar narcotics, polar narcotics, reactive compounds and compounds with a specific mode of action. Three heavy metals, a halogen and a detergent are also included. The data was obtained from the EPA-database Aquire and additional literature surveys. The results show that: The major part of matrix variation is determined by the overall toxicity of compounds and not by differences between species. The compounds can be ordered unambiguously by their average chronic toxicity. This is valid for all species considered and similar to results found earlier for acute toxicity data. No clear patterns in the sensitivity of the species are observed. Comparison with acute toxicity data shows that the ratio of acute to chronic toxicity is similar for all compounds and has a mean value of 4. For the acute to chronic ratio a 95% confidence interval stretching from 1 to 50 has been calculated for the 13 compounds in this study where both acute and chronic toxicity data were available. Mean toxicities of chemicals with a nonspecific mode of action show a strong relation with their octanol-water partition coefficient (Kow) and chemicals with more specific modes of action are more toxic than predicted by their (Kow).
Resterend
- Grootte
- 1.27MB