Samenvatting

In opdracht van de Regionale Inspectie van de Volksgezondheid voor de Milieuhygiene in de provincies Friesland, Groningen en Drenthe is een aantal monsters van een waterwinning van het Gemeentelijk Waterleidingbedrijf Groningen (GWG) te Glimmen onderzocht op het voorkomen van dithiocarbamaten door middel van de sombepaling van het hydrolyseprodukt CS2. Dit werd noodzakelijk geacht omdat een bio-alarmeringssysteem, aangesloten op het ingenomen water uit de Drentsche Aa, aangaf dat dit water op 12 en 13 april 1989 toxische stoffen zou kunnen bevatten. Het GWG-laboratorium "De Punt" registreerde hoge, aan dithiocarbamaten toegeschreven, CS2-gehalten (mg/l niveau). Deze metingen konden echter niet door het RIVM (Laboratorium voor Organisch-analytische Chemie) worden bevestigd. In samenwerking met de Afdeling Chemie en Biologie van het KIWA is getracht zoveel mogelijk informatie over het eventueel voorkomen van bestrijdingsmiddelen in de monsters te verkrijgen. Geen hoge gehalten van andere bestrijdingsmiddelen werden aangetroffen. De CS2-gehalten die in enkele, door het GWG-voorbewerkte, monsters konden worden aangetoond, zijn zeer waarschijnlijk veroorzaakt door de in het GWG-laboratorium voor de monsterflesjes gebruikte rubber septa.

Overig

Grootte
0MB