Samenvatting

Bis(tri-n-butyltin)oxide (TBTO) is onderzocht om na te gaan (1) wat de ecotoxicologische effecten van TBTO voor waterorganismen zijn, (2) of de slak specifiek gevoelig is voor TBTO, (3) of er verschil in toxiciteit is waar te nemen bij het gebruik van slootwater of DSW of toetsmedium en (4) of het mogelijk is om een "veilige" NOEC voor het ecosysteem op te geven. Er is onderzoek uitgevoerd met Chlorella pyrenoidosa en Scenedesmus pannonicus, eencellige groenalgen, Daphnia magna, een kreeftachtige Lymnaea stagnalis, een slak en met Poecilia reticulata, Oryzias latipes en Gasterosteus aculeatus, drie vissoorten. De conclusies uit dit onderzoek zijn: (1) Bij het kortdurend onderzoek varieerde de LC50 van 4.7 tot 42 g/l met D.magna als gevoeligste organisme. Bij het langdurend onderzoek varieerde de NOEC van 0.32 tot 1.0 g/l met L.stagnalis en P.reticulata als gevoeligste organismen. De NOEC's voor histopathologische effecten waren 0.01 en 0.32 g/l voor resp. P.reticulata en O.latipes. (2) L.stagnalis lijkt niet gevoeliger te zijn voor TBTO dan de andere waterorganismen. (3) Er is geen verschil in toxiciteit waargenomen bij het gebruik van slootwater of DSW als toetsmedium. (4) Uit de resultaten van dit onderzoek kan een veilige waarde voor het ecosysteem van 0.01 g/l voor TBTO berekend worden.

Resterend

Grootte
1.52MB