- Publicatiedatum
- 09/07/2001
Samenvatting
In de laatste decennia heeft de ambulance zich ontwikkeld van een vervoervoorziening tot een zorgvoorziening; een 'rijdend ziekenhuis' volgens de Minister van VWS. Deze ontwikkeling heeft geleid tot hogere kwaliteitseisen. De ambulancezorg wordt momenteel geleverd door een mix van particuliere en overheidsdiensten. Er zijn 80 diensten, grote en kleine, met elk hun eigen budget. De kleinste bevindt zich op Schiermonnikoog met 68 ritten per jaar; de grootste bedient Utrecht en omstreken met 28.000 ritten. De ambulancediensten krijgen hun ritopdrachten van 28 meldkamers. Meldkamers en ambulancediensten moeten vanaf 1997 opgaan in 25 regionale ambulancevoorzieningen (RAV-en). In het licht van de genoemde ontwikkelingen rees in 1999 de vraag of het macrobudget wel voldoende was voor adequate ambulancezorg. In opdracht van VWS hebben het RIVM, de Inspectie voor de gezondheidszorg (IGZ) en het College Tarieven Gezondheidszorg (CTG) daarop de kwaliteit en doelmatigheid van alle ambulancediensten en meldkamers onderzocht. De kwaliteit van de meldkamers is redelijk; die van de ambulancediensten is redelijk tot goed, zo blijkt na inspectieonderzoek onder alle instellingen in de ambulancezorg. Toch kan het op een aantal punten beter. Met die verbeteringen is een bedrag van ca. 22 miljoen gemoeid. Voorwaarde voor kwaliteitsverbetering is bovenal de RAV-vorming, maar deze stagneert nu juist. Slecht in 5 van de beoogde 25 RAV-regio's is de RAV een feit. Verdere RAV-vorming vergt een helder bestuurlijk kader en de wil tot samenwerking van alle betrokken partijen. Uit het onderzoek blijkt dat in bijna 6 procent van de spoedgevallen een ambulance niet binnen de norm van 15 minuten ter plekke kan zijn. Tijdsoverschrijdingen duiden op problemen met de spreiding van standplaatsen of met de beschikbaarheid van ingezette ambulances. Je kunt echter niet bepalen hoeveel extra ambulances moeten worden ingezet voordat de spreiding van standplaatsen op orde is. Op dit moment kunnen in theorie zo'n 1,3 miljoen Nederlanders niet binnen de 15 minuten bereikt worden. De onderzoekers concluderen dat voor opheffing van het netto exploitatiekort in de sector f. 23 miljoen nodig is en voor investeringen in kwaliteit nog eens f. 22 miljoen. Daar tegenover staan doelmatigheidswinsten die behaald kunnen worden door een betere planning van mensen, ambulances en planbare ritten. In een zogenaamde benchmark-analyse is bepaald dat de potentieel te behalen doelmatigheidswinst varieert tussen de 20 en 46 miljoen gulden. Bij 20 miljoen wordt het maximaal haalbare doelmatigheidsniveau op 90% gesteld, bij 46 miljoen op 100%.
Abstract
Over the last few decennia Dutch ambulance care has developed from a transport facility into a healthcare facility: 'a moving hospital' according to the Minister of Health. This development has led to higher quality demands. Currently Dutch ambulance care is provided by a mix of private and public (government related) services. There are 80 of them, both large and small, each with its own budget. The smallest ambulance service is found on the isle of Schiermonnikoog and provides about 70 rides a year; the largest is serving the city of Utrecht and surroundings with 28.000 rides per year. The services get their assignments from 28 emergency (radio) centres. Both the emergency centres and ambulance services are in a process (started in 1997) to merge into 25 regional ambulance care facilities (RAV's).The developments mentioned above led in 1999 to the question whether the (macro) budget was sufficient for adequate ambulance care in the Netherlands. Next, the Dutch Ministry of Health (VWS) has requested the RIVM (National Institute for Public Health and the Environment), IGZ (General Health Inspectorate of the Ministry of Health, Welfare and Sports) and CTG (National Health Tariffs Authority) to investigate the quality and effectiveness of ambulance services and emergency centres.The quality of Dutch emergency (radio) centres was found to be reasonably good; the quality of ambulance services good to reasonably good after investigation by the Health Inspectorate of all the services involved. Still improvements are possible in a number of areas. The realisations of these improvements will require investments of about 22 million guilders (10.0 million Euro's. A major prerequisite for these improvements is the process of regionalisation (formation of RAV's: regional ambulance care facilities), but this process was found to be stagnating. Only 5 of the intended 25 regions had been formed. Further RAV formation requires a clear policy and management perspective and commitment to collaborate from all relevant actors.The report shows that in nearly 6 % of emergency cases an ambulance is not able to reach its target within the legal Dutch time limit of 15 minutes. These transgressions of the time limit point at problems with regard to the spread of ambulance stations over the Netherlands or problems with the actual availability of ambulances. It is difficult to determine whether or how many additional ambulances are needed, however, before the regional spreading of ambulances is in good order. A theoretical calculation, based on actual data, shows that 1.3 million people (of the about 16 million Dutch population) can not be reached within 15 minutes. The investigators conclude that elimination of the current net exploitation shortage in this sector requires 23 million guilders (10.4 million Euro's). For investments and quality improvement another 22 million (10.0 million Euro's) guilders is needed. Gains in efficiency and cost-effectiveness can be achieved, however, by better planning of manpower, ambulances and rides. A so called 'benchmark' analysis has been performed and this indicates that the potential gain in efficiency varies between 20 and 46 million guilders (9.1 - 20.9 million Euro's). The maximal achievable efficiency level at 20 million guilders is set at 90%; at 46 million the efficiency level is set at 100%.
Resterend
- Grootte
- 1.74MB