Go to abstract

Samenvatting

In de periode februari 1990 - september 1994 zijn op maandelijkse basis dioxinegehalten gemeten in koemelk van melkveebedrijven in de omgeving van dioxinebronnen, met name afvalverbrandingsinstallaties (AVI's) en kabelbranderijen. Deze metingen zijn uitgevoerd om de situatie te volgen in gebieden waar de Warenwetregeling melk en dioxine van kracht is. Daarbij worden de gehalten getoetst aan de warenwetnorm van 6 pg (i)-TEQ/g melkvet. De maatregelen voor het Lickebaertgebied zijn per 1 november 1994 opgeheven. Besloten werd het monitoring-programma in 1995 op een minder regelmatige basis voort te zetten. Dit rapport beschrijft de resultaten van metingen in koemelk van drie melkveebedrijven gesitueerd in het Lickebaertgebied verzameld in de maanden oktober 1994 tot en met januari 1995, en de maanden juni en oktober 1995. De beslissing van de overheid om de maatregelen per 1 november 1994 op te heffen was gebaseerd op emissiegegevens van de naburige Afvalverwerking Rijnmond (AVR), het dalende verloop van de dioxinegehalten in koemelk en modelberekeningen welke het structurele karakter van deze daling aangaven. De dioxinegehalten in de monsters verzameld in de periode oktober 1994 oktober 1995 liggen alle ruim beneden de warenwetnorm van 6 pg (i)-TEQ/g vet. De in juni 1995 en oktober 1995 gemeten waarden liggen op het achtergrondniveau van 0.8-2.5 pg (i)-TEQ/g vet, zoals vastgesteld in 1989. De daling in de gemeten gehalten in 1994-1995 komt goed overeen met de daling zoals voorspeld werd met behulp van het dioxine-ketenmodel uitgaande van de emissiereducties bij de AVR. Geconcludeerd kan worden dat de genomen maatregelen bij de AVR tot dioxineconcentraties in koemelk uit de omgeving hebben geleid die structureel op een niveau beneden de warenwetnorm liggen.

Abstract

In the period February 1990 - September 1994, dioxin levels have been measured, on a monthly basis, in cow's milk from dairy farms in the neighbourhood of dioxin sources such as municipal waste incinerators (MWIs) and metal reclamation plants. These measurements have been performed within the framework of the Commodities Act Dioxins in Milk in order to follow the situation in deposition areas where the standard of 6 pg (i)-TEQ/g of milk fat has been exceeded. The regulatory measures for the Lickebaert area have been withdrawn on 1 November 1994. However it was decided to continue the monitoring programme, but on a less regular basis. This report presents the results of the measurements in monthly averaged samples of cow's milk of three dairy farms in the Lickebaert area, collected in the months October to December 1994 and January, June and October 1995. The government's decision to withdraw the regulatory measures for the Lickebaert area was based on emission data of the nearby municipal waste incinerator AVR, declining dioxin levels in cow's milk in that area, and model calculations indicating the structural nature of this decline. The dioxin levels in the samples collected in the period October 1994 - October 1995 are all well below the Dutch standard of 6 pg (i)-TEQ/g of fat. In June and October 1995, the levels were comparable with the Dutch background level of 0.8-2.5 pg (i)-TEQ/g of fat, established in 1989. The decline in the dioxin levels in 1994-1995 compares well with the decline as predicted by the dioxin chain model on the basis of the emission reductions at the AVR. It can be concluded that the measures taken by the local MWI have resulted in dioxin levels in locally produced cow's milk being structurally below the Dutch standard of 6 pg (i)-TEQ/g of fat.

Resterend

Grootte
0MB