- Publicatiedatum
- 09/06/2006
Samenvatting
Om van het afgeleverde water van Waterwinningbedrijf Brabantse Biesbosch (WBB) drinkwater te maken dat voldoet aan de eisen uit het Nederlands Waterleidingbesluit dienen de zuiveringsprocessen de aantallen Campylobacter met minimaal 6,5 tot 7,3 log10-eenheden en de aantallen reo- en enterovirussen met minimaal 2,8 tot 3,6 log10 eenheden reduceren. Drinkwater dat aan deze eisen voldoet zal bij consumptie minder dan 1 infectie per 10.000 personen per jaar veroorzaken. In 2001 is onderzoek gedaan naar het voorkomen van noro- en rotavirussen in zowel het ingenomen als het afgeleverde water van WBB en werden de aantallen kweekbare entero- en reovirussen in deze wateren bepaald. Tevens werden de aantallen Campylobacter in het afgeleverde water bepaald. In het ingenomen water werden kweekbare reo- en enterovirussen in concentraties van 0,01 tot 1 virusdeeltje per liter aangetroffen. In het afgeleverde water werden eveneens kweekbare reo- en enterovirussen aangetoond, de gemiddelde concentratie bedroeg 0,001 tot 0,007 kweekbaar virusdeeltje per liter. De decimale reductie door de spaarbekkens van WBB bedroeg voor reovirussen 1,4 log10-eenheden en voor enterovirussen 2,1 log10-eenheden. Zowel in het ingenomen als in het afgeleverde water werd met moleculaire methoden geen RNA van rotavirussen aangetoond. Norovirus RNA werd zowel in enkele monsters van het ingenomen als van het afgeleverde water aangetroffen. De decimale reductie van norovirus RNA door de spaarbekkens bedroeg 0,6 log10-eenheden. Campylobacter werd aangetoond in 84 % van de monsters van het afgeleverde water, met een gemiddeld meest waarschijnlijk aantal van 6,9 bacterien per liter.
Abstract
Production of drinking water from the drinking water half-product produced by Water storage company Brabantse Biesbosch (WBB) to meet the requirements of the Dutch Drinking Water Act requires drinking water purification processes to reduce the number of Campylobacter by a minimum of 6.5 tot 7.3 log10-units and the number of culturable reo- and enteroviruses by a minimum of 2.8 tot 3.6 log10-units. Drinking water meeting these requirements is responsible for less than one infection in 10,000 persons per year. In 2001 the occurrence of noro- and rotaviruses in both the source and the water produced by WBB was studied, whereas the number of culturable reo- and enteroviruses in these waters was determined. Campylobacter numbers were determined in the produced water. The source water contained culturable reo- and enteroviruses in concentrations of 0.01 to 1 virus particle per litre. The water produced also contained culturable reo- and enteroviruses, with an average concentration was 0.001 to 0.007 culturable virus particles per litre. The decimal reduction caused by the WBB storage reservoirs was 1.4 log10-units for reoviruses and 2.1 log10-units for enteroviruses. Molecular methods did not detect rotavirus RNA in either the source water or the produced water. Norovirus RNA, however, was detected in several samples of source and produced water. The decimal reduction capacity of the WBB storage reservoirs for the norovirus RNA was 0.6 log10-units. Campylobacter was detected in 84 % of the samples of the produced water, the average most probable number was 6.9 per litre.
Resterend
- Grootte
- 730KB