Samenvatting

Sinds 2019 zetten gemeenten en lokale partijen zich via de lokale preventieakkoorden in op de gezamenlijke ambitie van de gezonde samenleving. Door mensen gezond te houden kan de druk op de gezondheidszorg worden verlicht. Het RIVM beschrijft van zes lokale en regionale preventieakkoorden de inhoud en hoe de akkoorden tot stand zijn gekomen. Daarnaast zijn ervaringen van initiatiefnemers van deze akkoorden beschreven. Op deze manier kunnen gemeenten bij dit proces van elkaar leren. De manier waarop een lokaal of regionaal preventieakkoord is georganiseerd, verschilt. Gemeenten hebben meestal een centrale rol en hebben vaak het initiatief genomen. Inhoudelijk zijn de thema’s uit het Nationaal Preventieakkoord de basis: roken, problematisch alcoholgebruik en overgewicht. Afhankelijk van de lokale problemen worden deze aangevuld met thema’s als bewegen, mentaal welbevinden en de bestrijding van eenzaamheid, armoede en schulden. De resultaten laten zien dat een lokaal of regionaal preventieakkoord maatwerk is. Om tot een akkoord te komen is het belangrijk om zoveel mogelijk aan te sluiten bij de lokale behoeften, bestaande initiatieven en manier van werken. De lokale situatie bepaalt welke initiatieven worden uitgewerkt, nog nodig zijn en op welke manier partijen worden gevraagd om deel te nemen. Ook blijkt dat een preventieakkoord ervoor zorgt dat (lokale) partijen elkaar weten te vinden en er activiteiten worden opgezet. De geïnterviewde partners ervaren dat als positief. Het belangrijkste aandachtspunt is de partijen die het akkoord hebben getekend, ook betrokken te houden. Gekeken is naar vier thema’s: samenwerking van de deelnemende partijen, ervaringen van de besturen van partijen, hoe resultaten kunnen worden gemeten en hoe de werkstructuur is georganiseerd. In 2022 blijft het RIVM de zes akkoorden volgen bij de uitvoering en hun plannen voor de toekomst. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van het ministerie van VWS en de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG).

Uitgever

Instituut
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu