Go to abstract

Samenvatting

De geluidreducerende werking van het 'fluisterasfalt' op de A10 West bij Amsterdam, dat in 2001 is aangelegd, is inmiddels vrijwel verdwenen. De oorzaak is waarschijnlijk vervuiling en slijtage van het poreuze wegdek. Tevens is gebleken dat tijdens en kort na neerslag het geluidniveau op dit asfalt met twee tot drie decibel toeneemt. De snelheidsverlaging bij de A10, die in november 2005 is ingevoerd, heeft de geluidniveaus nauwelijks verlaagd. Meetresultaten van Prorail uit het IPG-programma aan spoorwegmaterieel zijn overeenstemming met de Nederlandse voorschriften. Het is gebruikelijk om van luchtvaartgeluid te monitoren op basis van berekeningen. Pilotmetingen uit dit onderzoek in Krommenie en Oegstgeest aan luchtvaartgeluid laten zien dat er goede mogelijkheden zijn om trends in de geluidbelasting te monitoren met vaste onbemande meetposten. Randvoorwaarde daarbij is dat de meetsystemen vliegtuiggeluid op betrouwbare wijze kunnen identificeren en andersoortig lawaai voldoende kunnen elimineren. Dit zijn de belangrijkste resultaten uit een geluidmonitorprogramma dat het RIVM in 1999 heeft opgestart. Dit rapport beschrijft monitorresultaten uit 2006 en deels uit 2007. Het programma is gericht op ontwikkelingen in omgevingsgeluid door wegverkeer, railverkeer en luchtvaart. Hiervoor zijn voor wegverkeersgeluid in 2006 metingen verricht langs de A2 bij Breukelen, de A10-West bij Amsterdam en de N256 in Zeeland. Voor railverkeer is gebruik gemaakt van meetresultaten uit 2006 bij Esch, Bussum, Willemsdorp en Zeist, beschikbaar gesteld door het Kenniscentrum Spoorweggeluid van Prorail. Tot slot is in 2007 een pilot uitgevoerd om geluid van luchtverkeer automatisch (onbemand) te meten. Bij Krommenie zijn metingen verricht met een systeem van Geluidconsult (Luistervink) en bij Oegstgeest met een systeem van Geluidsnet.

Abstract

The noise reduction of the porous asphalt layer on the A10 motorway near Amsterdam, constructed in 2001, by now has disappeared. Probably this is caused by silt up and texture wear. Also it was found that during and shortly after rainfall, porous give an increased noise emission by two up to three decibel. The speed reduction that was introduced here in November 2005 induced hardly any noise reduction. Noise measurements on railway stock, carried out by the Dutch track manager Prorail in 2006 agree with the Dutch calculation standard for railway noise emissions. Monitoring of aircraft noise usually is carried out by model calculations. Pilot measurements in this study show that trend monitoring is also possible by unmanned measurement sites, provided that the measurement system has an adequate device for aircraft noise recognition.
These all represent the main results of an RIVM noise monitoring programme, started in 1999. This report describes results from 2006 and partly 2007. The programme is aimed at monitoring noise trends important to environmental quality, both in urban and rural areas. Noise measurements were made at the roadway locations, A2 (Breukelen), A10 (Amsterdam), and N256 (Zeeland). For railway noise, use was made of measurements provided by Prorail ('Kenniscentrum spoorweggeluid'), made at Esch, Bussum, Willemsdorp and Zeist. A pilot for monitoring airport noise using unmanned measurements was carried out at Krommenie (Luistervink) and at Oegstgeest (Geluidsnet).

Resterend

Grootte
2.32MB