- Publicatiedatum
- 15/12/2005
Samenvatting
Uit geluidmonitoring langs de A2 in 2004 blijkt dat de meetresultaten nagenoeg onveranderd zijn ten opzichte van 2003. Langs de A10 werd daarentegen een lichte toename van de gemiddelde voertuigemissie geconstateerd. Mogelijk is dat een gevolg van een afname in de effectiviteit van het DZOAB ter plaatse. Langs provinciale weg N256 in Zeeland werd voor alle voertuigcategorieen een hogere emissie gemeten dan de geluidemissie die door het 'Reken- en Meetvoorschrift Wegverkeer', RMW 2002, wordt toegekend aan standaard dicht asfalt beton. Nader onderzoek is nodig om deze discrepantie te verklaren. Geluidreducties door het slijpen van het spoor Utrecht-Amsterdam in de periode 2000-2004 worden door de metingen tijdens niet aangetoond. Langs de spoorlijn Delft-Schiedam werd uit metingen van februari tot en met juni 2004 geconstateerd dat de over alle treincategorieen gemiddelde geluidemissie goed overeenkomt met de berekende geluidemissie. Binnen sommige categorieen komen echter afwijkingen voor hetgeen aanleiding geeft voor een nadere analyse van de akoestische indeling van deze categorieen. Bij het vliegveld Volkel werd een toename gevonden van zowel het aantal gemeten vliegtuigpassages als de gemeten geluidbelasting. Deze toename werd ook in de door het Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium berekende geluidbelasting vastgesteld. De berekende waarde voor 2004 blijft echter achter bij de gemeten geluidbelasting. Dit zijn de belangrijkste resultaten uit een geluidmonitorprogramma dat het RIVM in 1999 heeft opgestart. Dit programma is gericht op trendontwikkelingen in omgevingsgeluid in zowel het stedelijk als het landelijk gebied. Het monitorprogramma is sindsdien voortgezet met permanente meetlocaties op punten waar een primaire bron goed kan worden gemeten. In 2004 zijn continue metingen verricht langs drie wegen: de A2 bij Breukelen, de A10 bij Amsterdam en de N256 in Zeeland, op twee spoorweg locaties: Utrecht-Amsterdam en Delft-Schiedam, en bij het militaire vliegveld Volkel.
Abstract
Noise monitoring results over 2004 for the A2 motorway in the Netherlands have remained practically unchanged. At the A10 motorway, a slight increase in average noise emissions was found, possibly due an increase in road surface wear and tear. The results for the N256 motorway in 2004 showed a discrepancy in measured and calculated noise emissions for all vehicle categories. This discrepancy will require further investigation into its cause. Any reduction of railway noise, in the period 2000-2004, due to grinding of the tracks could not be found in the measurements along the railway line from Utrecht to Amsterdam. In addition to the above measurements, noise levels along the railway line from Delft to Schiedam were measured from February to June 2004. Overall, measurement results agree well with calculated levels, but in some cases the actual classification of trains in various acoustic categories may need adjustment. At Volkel Military Airbase, an increase in measured noise levels seems to be consistent with a higher number of observed aircraft passages. Calculated results from the National Aerospace Laboratory also showed an increase in 2004, but remained below the measured noise level. These all represent the main results of an RIVM noise monitoring programme aimed at monitoring noise trends important to environmental quality, both in urban and rural areas. This programme has been operational since 1999. In the framework of the programme, continuous noise measurements were made at the three highway locations, A2, A10 and N256, along the Utrecht?Amsterdam and Delft?Schiedam railway trajectories, and at the Volkel airbase.
Resterend
- Grootte
- 6.64MB