Go to abstract

Samenvatting

Het RIVM heeft milieurisicogrenzen afgeleid voor benzylchloride en benzylideenchloride. Deze stoffen worden gebruikt voor industriële processen, onder ander bij de productie van kleurstoffen. De onderzochte stoffen staan op de lijst van stoffen waarvoor Nederland vanwege de Kaderrichtlijn Water nieuwe normen moet afleiden. Dat komt onder andere omdat ze mogelijk kankerverwekkend zijn. De overheid gebruikt milieukwaliteitsnormen om het nationaal stoffenbeleid te kunnen uitvoeren. Deze normen worden vastgesteld door de Stuurgroep Stoffen, op basis van wetenschappelijk afgeleide milieurisicogrenzen. Voor de milieurisicogrenzen voor benzylchloride en benzylideenchloride zijn drie routes onderzocht: de directe effecten van deze stoffen op water- en bodemorganismen, de indirecte effecten op vogels en zoogdieren via het eten van prooidieren en de indirecte effecten op mensen via het eten van voedsel. Deze laatste route levert de laagste waarde voor benzylchloride en bepaalt daarmee de risicogrens voor deze stof. Voor benzylideenchloride waren niet genoeg betrouwbare gegevens beschikbaar om deze routes door te rekenen. Omdat de huidige waterkwaliteitsnorm voor deze stof mogelijk niet beschermend is voor mensen, is het gewenst deze aan te passen. Daarvoor zijn gegevens over benzylchloride gebruikt, omdat dat een gelijksoortige stof is. Omdat benzylideenchloride mogelijk giftiger is dan benzylchloride, kan deze waarde nog lager worden als er nieuwe informatie beschikbaar komt. Het is niet bekend of de nieuw afgeleid risicogrenzen in Nederlands oppervlaktewater worden overschreden. Het nieuwe MTR voor benzylchloride voor water is met 0,02 microgram per liter lager dan de concentratie die in water kan worden gemeten (0,5 microgram per liter, oftewel de detectielimiet), en kan dus niet met metingen worden aangetoond. Voor benzylideenchloride is het nieuwe MTR voor water met 0,0034 microgram per liter nog lager. Er zijn zijn geen meetgegevens beschikbaar om deze waarde te toetsen. Waarschijnlijk zijn ook hier de concentraties te laag om ze te kunnen aantonen.

Abstract

RIVM has derived environmental risk limits (ERLs) for benzyl chloride and benzylidene chloride. These compounds, which might have carcinogenic potential, are used for several purposes, among which the production of dyes. They are indicated as relevant substances in the scope of the Water Framework Directive.
Environmental quality standards are used in the national policy on substances. These standards are formally set by the Dutch Steering Committee for Substances, on the basis of scientifically derived environmental risk limits (ERLs). Three routes have been taken into consideration for deriving ERLs for benzyl chloride and benzylidene chloride: direct effects on water and soil organisms, secondary poisoning of predatory birds and mammals and indirect effects on humans due to consumption of food. This latter route is critical and determines the ERLs for benzyl chloride.
For benzylidene chloride, there were not enough data to derive ERLs. However, since the current water quality standard is probably underprotective for humans, revision is needed. A risk limit for water was therefore derived on the basis of data for benzyl chloride. Benzylidene chloride might still be more toxic, the resulting value should therefore be considered as an upper limit until more information becomes available.
It is not known if the newly derived risk limits will be exceeded in surface water. The newly derived Maximum Permissible Concentrations for benzyl chloride in water (MPCwater) is 0.02 µg/L, which is lower than the detection limit of 0.5 µg/L. It is thus not possible to detect benzyl chloride at the level of MPCwater. The new MPCwater for benzylidene chloride of 0.0034 µg/L is even lower. Monitoring data are not available for this compound, but it is expected that concentrations are also below the detection limit.

Overig

Grootte
446KB