Go to abstract

Samenvatting

Het RIVM controleert achtmaal per jaar de metingen van NRG. Het gaat hierbij om lozingen van radioactiviteit in water en lucht. De contra-expertise onderbouwt de betrouwbaarheid van de analyses die NRG uitvoert. Doorgaans komen de analyses overeen, zo ook in 2008. Enkele structurele verschillen in dat jaar betreffen de totaal-beta metingen in afvalwater; RIVM meet altijd veel lager dan NRG. Dit wordt deels verklaard door het feit dat er veel kortlevende beta-stralers in het afvalwater aanwezig zijn, en deels door verschillen in de meetmethoden die NRG en RIVM toepassen. NRG meet de filterpakketten voor de bemonstering van ventilatielucht voor snelle screeningsdoeleinden en past daarom een veel kortere meettijd toe dan RIVM. Dit verklaart waarom RIVM een aantal maal een activiteitsconcentratie aantoont onder de detectiegrens van NRG. Het RIVM heeft in 2008 acht afvalwatermonsters en acht monsters van ventilatielucht geanalyseerd, die verspreid over het jaar gedurende een week door NRG zijn genomen. Opdrachtgever is de Kernfysische Dienst van het ministerie van VROM.

Abstract

Within the framework of a monitoring programme, the RIVM measures the release of radioactivity into the waste water and atmosphere of NRG . Measurements are carried out eight times per year. This form of counterexpertise is aimed at verifying and supporting the reliability of the analyses carried out by the Borssele plant. The two different sets of measurements are generally in agreement, as was also the case in 2008. The few discrepancies that were observed in 2008 concern the gross-beta data in waste water; RIVM reports considerably lower gross-beta data than NRG does. This is partly explained by the presence of short-lived beta-emitters in waste water of NRG, and partly because of differences in the analytical methods applied by NRG and RIVM. In samples taken from ventilation air, RIVM determined in some cases an activity concentration below the detection limit of NRG. NRG measures the filters mainly for screening purposes and, therefore, applies a much shorter measuring time than RIVM. The RIVM analyzed eight waste water samples and eight samples of ventilation air taken by NRG at various time points dispersed throughout 2008. The analyses were carried out on behalf of the Department of Nuclear Safety, Security and Safeguards of the Dutch Ministry of Housing, Spatial Planning and the Environment (VROM).

Resterend

Grootte
286KB