Go to abstract

Samenvatting

Studies in de mens laten een afname van de longfunctierespons zien voor ozon met het ouder worden, ofschoon de symptomenincidentie dezelfde blijft. Het beperkt aantal experimentele dierstudies laat een diffuse respons zien zonder een duidelijke relatie met leeftijd. Deze data suggereren dus dat jonge dieren niet gevoeliger zouden zijn dan volwassen dieren. Beschikbare toxiciteitsdata bij mens en dier hebben niet afdoende aangetoond dat er geslachtsverschillen bestaan ten aanzien van de gevoeligheid voor ozon. Deze dierstudie onderzocht mogelijke leeftijds- en geslachts- afhankelijke verschillen van de respons van de long op een eenmalige en herhaalde blootstelling aan ozon. Ratten van verschillende leeftijdsgroepen (1, 3, 9 en 18 maanden, overeenkomend met gespeende, jong volwassen, volwassen en relatief oude dieren) werden acuut blootgesteld aan 800 mug/m3 ozon gedurende een dag (12h) of herhaaldelijk blootgesteld (7 dagen, 12 h/d). Verscheidene parameters gerelateerd aan longfunctie, ontsteking en weefselschade, werden gehanteerd voor evaluatie van de ozongevoeligheid. Longfunctietesten lieten geen leeftijdsafhankelijke, noch ozoneffecten zien. Er werden geen leeftijdsafhankelijke effecten gezien in de volume gecorrigeerde compliance van controle dieren. Waarschijnlijk werd door het experimentele regime het niet optimale meettijdstip gekozen om een maximale respons te meten. Zowel morfologisch als morfometrisch werden leeftijdsafhankelijke effecten van ozonblootstelling in de longen waargenomen. Vanaf de leeftijd van 3 maanden bleken de dieren statistisch significant minder gevoeliger te worden voor ozon. Met betrekking tot de biochemische parameters bleek de basale antioxidant capaciteit in de longen van controle dieren vanaf de leeftijd van 3 maanden af te nemen. Toch stegen de enzymactiviteiten in de longen bij dieren van 9 en 18 maanden na ozonblootstelling. Er was geen statistisch significant leeftijdsafhankelijk effect van ozon. De afname van de percentuele toename van het eiwit- en albuminegehalte in longspoelvloeistof (een maat voor capillaire-alveolaire permeabiliteit) in aan ozonblootgestelde ratten vanaf 1 maand veronderstelt een afname in gevoeligheid met toenemende leeftijd. De geleidelijke afname van het netto percentage polymorfkernigen in de longspoelvloeistof na ozonblootstelling in mannelijke dieren naar mate de dieren ouder zijn, versterkt de veronderstelling van een afnemende gevoeligheid in oude ratten. Het resultaat van Listeria infectie proeven liet een bevestiging zien van vorige studies m.b.t. een statistisch significant ozoneffect. Doch er was geen statistisch significant verschil tussen de verschillende leeftijdgroepen in de weerstand tegen een Listeria infectie na ozonblootstelling. Concluderend blijkt dat enkele parameters zoals weefselschade en longonsteking duiden op een toegenomen reactie in jonge dieren. Andere parameters zoals weerstand tegen een Listeria infectie, longfunctie en antioxidant enzym respons wijzen op geen onderlinge verschillen tussen de leeftijdsgroepen in hun gevoeligheid voor ozon. Er werden bij alle onderzochte parameters geen geslachts- gerelateerde verschillen waargenomen ten aanzien van de respons op ozon. Eventuele verschillen van de respons op ozon van de diverse leeftijdsgroepen zouden verklaard kunnen worden door de biologische gevoeligheid voor ozon van de target-plaats, of door de verschillen in longdosimetrie bij dieren van verschillende leeftijden. De resultaten van deze kortdurende ozonblootstellingen zijn moeilijk te interpreteren voor wat betreft de leeftijd-gerelateerde gezondheidseffecten.

Abstract

Human studies show a decrease in pulmonary function response to ozone with increasing age, although symptoms rates seem to remain similar. The limited number of animal toxicity studies show a diffuse response with no clear relationship to age. These data suggest that young animals may not be more responsive than adult animals. Available human and animal toxicity data have not conclusively demonstrated that gender differences exist for pulmonary response to ozone. The present animal study examined possible age- and gender- related differences in pulmonary response to acute and repeated exposure to ozone. Various parameters were measured to evaluate the sensitivity to ozone related to lung function, inflammation and tissue damage. Pulmonary function tests revealed neither age-related nor ozone effects in rats. No age-related effect was noticed in the volume corrected compliance in control animals. Morphological as well as morphometric results showed age-related differences in the extent of pulmonary lesions after ozone exposure. The outcome of the Listeria infection experiments confirmed the statistically significant ozone effect in the lungs of former studies. There was no statistically significant difference between the various age groups in the resistance to Listeria infection after ozone exposure. It can be concluded that some toxicity parameters e.g tissue damage and pulmonary inflammation point to an increased responsiveness for young-aged animals.

Resterend

Grootte
0MB